Unità 6 - A cena fuori I (Libro dello studente) Flashcards
lokaal
il locale
romantisch
romantica (f.), romantico (m.)
geef een reden
motivate (inf. motivare)
hoe komt het?
come mai?
discreet
discreta (f.), discreto (m.)
de Milanese risotto
il risotto alla milanese
de tweede gang
il secondo (piatto)
het voorgerecht
l’antipasto
de bruschette
le bruschette
toevallig
per caso
de moeder
la madre
i pasti
de maaltijden
i nomi di parentela
de verwantschapsnamen
willen (inf.)
volerci
onszelf plaatsen (inf.)
metterci
helemaal niet
macché
de vrouw
la moglie
ik hou van..
adoro..
is vergeten
ha dimenticato
de sjaal
la sciarpa
de vlucht
il volo
jullie hebben geprogrammeerd
avete programmato
de puppy
il cucciolo
druk
vivaci (sing. vivace)
het zout
il sale
gezout
salati (sing. salato)
de stamboom
l’albero genealogico
heel erg boos
arrabbiatissima (f.), arribbiatissimo (m.)
discussiëren over
discutere di