Unità 7 - Al cinema (libro dello studente) Flashcards
het genre
il genere
crime/politiefilm
giallo/poliziesco
de horror
l’orrore
aangezien…
visto che…
de koorts
la febbre
ten eerste
innanzitutto
in de war
confuso
wat bedoel je?
in che senso?
ingewikkeld
complicata (f.), complicato (m.)
de opmerkingen
i commenti (sing. commento)
raar
strano
de helft
la metà
verliefd
innamorata (f.), innamorato (m.)
de spook
il fantasma
de moordenaar
l’assassino
de herrinneringen
i ricordi (sing. il ricordo)
akkoord
accordo (m.)
niet akkoord
disaccordo (m.)
de verleden tijd
l’imperfetto indicativo
de voltooid verleden tijd
il trapassato prossimo
de stilte
il silenzio
soms
ogni tanto
blij
felice (m.)
tijdens, intussen
mentre
oh god
oddio
het bos bloemen
il mazzo di fiori
nou ja
vabbè
wie weet
chissà
de gewoontes
le abitudini (sing. l’abitudine)
actie die niet in een bepaald moment afgerond is
azione non conclusa in un momento preciso
de acties die gelijk zijn aan het verleden
le azioni contemporanee al passato
de afgeronde actie
l’azione conclusa
de daaropvolgende acties
le azione successive conclusa
de verleden actie die onderbroken is door een andere verleden actie
l’azione passata interrotta da un’altra azione passata
in een kring
in cerchio
donkere
buia (f.), buio (m.)
regenachtige
piovosa (f.), piovoso (m.)
flesje laten draaien
fa girare la bottiglia
de stift
il pennarello
aangegeven
indicato
gaat door
va avanti
ik heb gemerkt
ho notato (inf. notare)
de broek
i pantaloni (m.)
het shirt
la maglietta
nerveus
nervoso
er waren niet veel mensen
non c’era molta gente in giro
uitgestorven
deserta (f.), deserto (m.)
ongeduldig
impazienti (sing. impaziente)
de scheve toren (van Pisa)
la Torre pendente
de tragedie
la tragedia
dus
quindi
wat dagen van te voren
qualche giorno prima
het was niet heel veel waard
non era un granché
dus geen film?
allora niente film?
ook niet
neppure