Vaktermen A en B Flashcards
(43 cards)
Aanbraden
Het snel in vetstof rondom bruin bakken van vlees of vis.
Aanzweten
Groenten zachtjes verwarmen in vetstof zonder ze te laten kleuren.
Abrikoteren
Warm gebak of een dessert bestrijken met warme abrikozenjam of -moes, om het te laten glanzen en om de smaak ervan te verbeteren.
A la Florentine
Duidt op spinazie in de bereiding.
A l’Américaine
Met kreeftensaus
A l’archiduc
Duidt op champignons en room in de bereiding.
A l’Argenteuil
Duidt op asperges in de bereiding
Afschuimen
Het schuim en het eventueel naar de oppervlakte komende vet met de vuildeeltjes en gestolde eiwitten van een kokende vloeistof afscheppen met behulp van een schuimspaan.
Agar-agar
Een smaakloze stof, gewonnen uit zeewier, die in een verwarmde vloeistof oplost en na afkoeling een gelei vormt.
Aïoli
Knoflooksaus op basis van mayonaise.
Al dente
Beetgaar koken van deegwaren en groenten.
Antipaste
Italiaanse aperitiefhapjes die traditioneel voor het avondmaal worden geserveerd. Antipasti kunnen worden geserveerd als simpel voorgerecht, maar ook als hapje.
A point
Bakwijze van vlees waarbij de buitenkant bruin gekorst is en het vlees binnenin nog roze is. Kerntemperatuur voor rundvlees is 60°C
Arroseren
Overgieten van een voedingsmiddel tijdens het bereiden met de bekomen jus.
Aspic
Heldere, geurige gelei, gemaakt van vlees-, vis- of groentebouillon, gebonden met gelatine. Geeft en extra pittige smaak aan koude gerechten, maar wordt ook vaak gebruikt als garnering van koude schotels, pasteien en terrines.
Au bain-marie
Het in een warmwaterbad plaatsen van een pan of kom met gerechten om die te doen smelten of om op een bepaalde temperatuur te houden.
A vif
Het versnijden van (citrus)vruchten tot op het vruchtvlees, waarna de partjes tussen de vliezen worden uitgesneden. Het fruit wordt door deze snijwijze volledig ontdaan van de schil en de vruchtvliezen.
Bakken
Het in een open pan op een hoog vuur bruin en gaar maken van vlees of het in de oven, garen door middel van hete lucht.
Barde
Een dunne plak spek die gebruikt wordt om vlees, wild, gevogelte en bepaalde vissoorten te bedekken of te omwikkelen. Ze voorkomt uitdrogen tijdens het bakken of braden.
Barderen
Het omwikkelen van vlees of gevogelte met spek om uitdrogen tijdens het bakken te voorkomen.
Basterdsuiker
Suiker bereid uit rietsuiker. Is in verschillende tinten (van blond tot donkerbruin) te verkrijgen.
Bavarois
Schuimige gelatinepudding met geklopt eiwit en slagroom.
Bedruipen, begieten
Regelmatig en over de gehele oppervlakte het bradende gerecht (vlees, gevogelte of vis) met braadvocht of braadvet bedruipen.
Bekleden, fonceren
Het bekleden van een enorme vorm met een deeg.