Vector Borne diseases Flashcards

(31 cards)

1
Q

Vector borne diseases

A
  • transmissie door geïnfecteerde mug, teken, triatomines, zandvliegen en vliegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ripicephalus appendiculatus vector

A

East Coast Fever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

East Coast Fever vector

A

Ripicephalus appendiculatus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Glossina tachinoides vector

A

Trypanosomosis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Trypanosomosis vector

A

Glossina tachinoides

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Anopheles arabiensis vector

A

Malaria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Malaria vector

A

Anopheles arabiensis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Malaria cycli

A
  • mens en mug
  • exoerytrhocytic cycle
  • erythrocytic cycle
  • sporogonische cyclus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Exoerytrhocytic cycle

A
  • buiten rode bloedcel

- eerst ontwikkelen in levercel, daarna infectie RBC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Malaria cyclus

A
  • mug injecteert sporozoïeten in mens
  • lever cel infecteren
  • schizont
  • merozoïeten bij barsten schizont
  • in RBC ontwikkeling naar trofozoïet en gametocyt
  • gametocyt opgenomen door mug
  • microgametocyt met flagellen gaat macrogametocyt binnen
  • ontwikkeling ookineet
  • ontwikkeling oocyst
  • oocyst barst
  • mug injecteert sporozoïeten tijdens bloedmaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Malaria sporogonische cyclus

A
  • cyclus in mug
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Plasmodiumsoorten

A
  • falciparum

- vivax

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Plasmodium falciparum

A
  • ergst
  • blokkeert bloedbanen naar hersenen
  • sterfte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Plasmodium vivax

A
  • minder erg
  • mortaliteit lager
  • nadeel: blijft in levercellen voor maanden, symptomen terug bij immuniteitsdaling, geen nieuwe beet voor nodig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Controle malaria

A
  • stilstaand water vermijden
  • afdoden muggen: klamboe met insecticide
  • hutjes met insecticiden volspuiten
  • muggen niet in huis laten (armoede!)
  • snel diagnosticeren en behandelen (afh. v. plasmidium soort)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vaccin malaria

A
  • in testfase
  • nog geen groot succes door vaak aanpassen protozoon mantel
  • symptomen minder, maar infectie en doorgeven ziekte nog aanwezig
17
Q

Malaria onderzoek ethiopië

A
  • impact gilgel gibe dam op incidentie
  • insecticide resistentie test
  • medicatie kwaliteit
  • spatio temporeel model
  • zooprophylaxis
  • malaria hotspots
  • vaccin dat muggen doodt
  • quinine
18
Q

Gigel Gibe dam malaria incidentie

A
  • dam = water stil
  • water bruin door erosie (wateropslag minder, verzilting)
  • meer muggen dicht bij dam –> verder geen invloed op incidentie, want in regenseizoen zijn er overal water en muggen
19
Q

Insecticide resistentie

A
  • malaria incidentie daalt niet meer door resistentie
  • propoxur maar op 1 plek resistentie
  • vnl door inzet tijdens regenseizoen –> 99% dood, maar nog heeeel veel muggen over (want er waren miljarden)
  • materiaal beschermlaag poot mug anders bij resistente mug (mug neemt insecticide op via poten)
20
Q

Spatio temporeel model

A
  • afstand dam en malaria infecties
  • correlatie west-oost is anders dan zuid-noord
  • zelfde resultaten bij verschillende modellen
21
Q

Modellen spatio temporeel

A
  • Mixed Poisson regression

- Frailty model

22
Q

Mixed Poisson regression

A
  • model voor aantal kinderen besmet in bepaalde periode
  • model per dorp
  • correlatie in tijd
23
Q

Frailty model

A
  • overlevingscijfers

- spatiale correlatie

24
Q

Zooprophylaxis =

A
  • inschakelen van dieren om infecties bij mens te voorkomen
25
Zooprophylaxis
- preferentie vector - voorkeur voor mens hiermee niet op te lossen - opportunisten wel op te lossen - mug die voedt op koe kan geen malaria krijgen en koe ook niet. - opletten voor zoopotentiatie
26
Zoopotentiatie
- meer muggen omdat er meer bloedmaaltijden zijn.
27
Zooprophylaxis test
- links dier, rechts mens - mug kan niet meer buiten - muggen tellen - liever/even graag op koe
28
Malaria hotspots
- rivieren die stilvallen in droogseizoen (stilstaande plasjes) - bij meer droogte minder plasjes, dus weer minder muggen - bepalen hoeveel muggen in hut door doek en insecticide - koeien met ivermectine behandelen om overgebleven muggen in droogseizoen af te doden
29
Hotspots behandelen
- larven afdoden met predatoren van de larven
30
Mug dodende vaccins
- bepaalde genen niet meer tot uiting in mug = mug sterft - deze genen zijn gelinkt aan immuunsysteem - bepaalde genen hebben veel effect op overleving als deze uitgeschakeld worden - muggen met bloedmaaltijd = veel bacteriën uit omgeving + slecht immuunsysteem door vaccin = mug sterft aan bacteriële infectie (hoe meer bacteriën in omgeving, hoe sneller sterft de mug)
31
Quinine
- koortsremmend - werkt tegen malaria - biodiversiteit boom in kaart om productie te verbeteren