Verheij 30 Flashcards

1
Q

Tegenoverdracht (Freud)

A

de onbewuste reactie van de psychoanalyticus wanneer door de inbreng vanuit de patient onopgeloste conflicten biji de psychoanalyticus worden gereactiveerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Winnicott breidde het concept tegenoverdracht uit naar een bewust gevoel dan hij objectieve tegenoverdracht noemde

A

De liefde en haat in reactie op de actuele persoon en het gedrag van de patient gebaseerd op objectieve observatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tegenoverdracht volgens Heimann

A

Het onbewuste van de therapeut het onbewuste van de patient verstaat door middel van vrij zwevende aandacht. Hierin vallen empatisch begrijpen en tegenoverdracht samen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

projectieve indentificatie, de patient projecteert zijn gevoelens in de therapeut

A

het gevoel van de patient eigen maken door het zelf te voelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Racker tav tegenoverdracht

A

onderscheid tussen concordante en complementaire tegenoverdracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

concordante tegenoverdracht

A

identificatie met de patient

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

complementaire tegenoverdracht

A

identificatie met een voor de patient belangrijk persoon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kenmerkend voor tegenoverdracht

A

de gevoelens van de therapeut via projectie van de patient en dat de gevoelservaring bij de therapeut die daarvan het gevolg is, niet is gerelateerd aan diens eigen persoonlijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verschillende termen

A

tegenoverdracht, countertransference proper, classicist concept

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Marshall; onderscheid tegenoverdracht

A

Bron van tegenoverdracht;
patient of therapeut
bewustzijn van tegenoverdracht of onbewust
tegenoverdrachtreacties specifiek of algemeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

interactioneel model en overdracht/tegenoverdracht

A

de therapeut kan zich niet opstellen als blanco spiegel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat staat als interactieve fenomenen opgevat centraal in de psychoanalytische behandeling

A

overdracht en tegenoverdracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke positie heeft de therapeut

A

een (meta) positie vanuit de 3e positie zich af te vragen hoe de metale schemata funcitoneren in de interactie eruit ziet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Het verleden is van belang zover het helpt het heden te begrijpen.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Definitie van tegenoverdracht door Epatein en Feiner

A

Tegenoverdracht is een bijdrage van de therapeut aan de therapeutische situatie Het is een onontkoombare, normale, natuurlijke intermenselijke gebeurtenis waarin een therapeut betrokken raakt. die een oprechte participant is in een lopend proces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is tegenoverdracht

A

min of meer een directe reactie op de overdracht van de patient

17
Q

overdracht en kinderpsychotherapie

A

overdracht bij kinderen weerspiegelt meer dan bij volwassenen aspecten van actuele relaties met belangrijke personen met name de ouders

18
Q

Sandler, Kennedy en Tyson onderscheidden 4 type overdracht

A
  • overdracht van habituele relatievorming (gewoon gedrag)
  • overdracht van actuele objectrelaties
  • overdracht van vroegere ervaringen
    -overdrachtsneurose
19
Q

Sarnoff overdracht kan wel plaatsvinden door transference proper

A

Gewoon gedrag af zetten tegen patronen die alleen in de therapeutische situatie optreden.

20
Q

primary transference Sarnoff

A

positieve overdracht; als ze bevredigd is
Negatieve overdracht; indien ze als frustrerend wordt ervaren

21
Q

Primal transference Sarnoff

A

overdracht komt tot uiting in zuivere seksuele en agressieve impulsen in gedrag en houding jegens de therapeut

22
Q

Ecocatieve verbeelding Sarnoff

A

de kleuter en het jonge kind zijn toenemend in staat tot symbolisch denken en daarmee neemt de mogelijkheid tot wensen en impulsen te verdringen uit het bewuste. Verbeelding in dromen, fantasieen en spel worden mogelijk

23
Q

overdracht kan op 2 manieren tot therapeutische verbetering leiden.

A

via inzichten
vie het overdrachtsproces op zich

24
Q

Tegenoverdracht is ook een belangrijke diagnostische informatiebron

A

hoe vroeger in de ontwikkeling de problematiek zijn oorsprong vindt, des te massaler zijn de gevoelens die bij de therapeut worden opgeroepen.

25
Q

Anastasopoulos en tsiantis groepeerden de factoren die tegenoverdrachtsreacties kunnen beinvloeden

A
  • Factoren met betrekking tot het kind of de adolecent die in therapie is
  • factoren afkomstig van de ouders en het gezin
  • factoren afkomstig van de psychotherapeut zelf
26
Q

psychoanalytische praktijk

A

betekenis geven aan en ontwikkelen van de innerlijke wereld van de client

27
Q

clientgerichte praktijk Rogers

A

humanistische benadering voor therapie waarin de cliënten zelf, bewust, het voortouw nemen