verticaal en horizontaal transport college 1 Flashcards

(9 cards)

1
Q

Welke soorten liften zijn er?

A

Een personenlift en een goederenlift.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer is een lift verplicht?

A

Een lift is verplicht wanneer een vloer op meer dan 12.5 meter afstand van de entreepeil is en bij gemeenschappelijke toegankelijkheidssector.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de minimale afmetingen van een lift?

A

1.05 meter x 1.35 meter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Er zijn vier verschillende liften:

A

Een hydraulische lift, een paternosterlift, een brandweerlift & een tractielift.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een lift heeft vijf onderdelen:

A

Een schacht, schachtput, schachtuitloop, vanginrichting en een torninrichting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een aantrede?

A

Dit is de diepte van een traptrede.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe ver zit een trapleuning van een trede af?

A

Vaak is dit 90 cm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe lopen leidingen?

A

Deze lopen horizontaal en verticaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar lopen leidingen doorheen?

A

Deze lopen door een leidingschacht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly