VGT 4 - Orthopedie Flashcards
(20 cards)
Chondrocyten
onderdeel van kraakbeen, produceert extracelullaire matrix ligt in lacunae (holtes)
Elastisch kraakbeen
flexibele ondersteuning (oorschelp/neus)
Fibreus kraakbeen
trekvast en drukbestendig (tussenwervelschijven)
Hyalien kraakbeen
schokabsorptie (gewrichten)
appositionele groei
kraakbeen groeit van buitenaf aan het oppervlak
Interstitiele groei
kraakbeen groeit van binnenaf aan het oppervlak
Corticaal bot
80%; osteonen waartussen bloedvaten lopen (femurkop)
trabeculair bot (spongieus)
20%; trabeculae (balkjes) waartussen rode beenmerg met stamcellen ligt, binnenkant van beenderen (pijpbeenderen)
Osteoprogenitorcel
Cel uit mesenchymale (stam) cellen, ontwikkelt tot osteoblasten
Diafyse
Schacht, met mergholte
Aplasie
Afwezigheid vinger/teen
Brachydactylie
Korte teen/vinger
Camptodactylie
flexiecontractuur PIP (dig V, opa)
Clindodactylie
Radiare/ulnaire deviatie Inter Phalangen, zijwaartse kromming, vaak pink
Polydactylie
Extra vinger/teen
Syndactylie
vergroeiing vinger/teen
Spiervezel type I
rode, slow twitch, langdurige belasting, minder krachthoog myoglobine gehalte en bloedvoorziening
Spiervezel type II
wit, fast twitch, explosieve kracht, verkorten snel, minder myoglobine/mitichondrien, snel uitgeput.
Spiercontractie
Ca bindt aan troponine -> tropomiosine wordt
opzij geschoven van de actine -> Myosine kop bindt aan actine - > myosine kop laat los door atp
Ottawa enkel rules
niet bij zwangeren, < 18j