Voc Flashcards

(485 cards)

1
Q

A

geboren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

vécu

A

geleefd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

décidé

A

besloten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

tgv

A

hst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

s’est produit

A

gebeurde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

un grand déficite en

A

een grote tekort aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

approfondie

A

grondige

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

comme d’habitude

A

zoals gewoonlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

populaire

A

in trek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

la gendarmerie

A

de rijkswacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

le tribunal

A

het gerecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

je ne veux pas me priver de…

A

ik wil me… niet ontzeggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

la première tentation à laquelle je dois résister est…

A

de eerste verleiding waaraan ik moet weerstaan is…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

vivre sainement

A

gezond leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

la pression

A

de drukte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

c’est absurde

A

het is onzin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

tester

A

ervaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

l’expérience

A

de ervaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

exagérer

A

overdreven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

la tentation

A

de verleiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

encourager

A

aanmoedigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

c’est dégoutant

A

het is walgelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

rester près du haut parleur

A

dichtbij de luidspreker staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

c’est pourquoi

A

daarom + inv.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
dans quelques années
over een paar jaar
26
rarement
zelden
27
assez souvent
tamelijk vaak
28
souvent
vaak/dikwijls
29
quand même
toch + inv.
30
c'est mon bien le plus précieux
het is mijn hoogste goed
31
avouer
toegeven
32
l'éclair
de bliksem
33
aller dormir chez quelqu'un
bij iemand gaan slapen
34
éclater (se déclancher violemment)
losbreken (brak...los, is losgbroken)
35
être en train de + inf.
aan het + inf. + zijn
36
réveiller qqn
iemand wakker maken
37
depuis lors
sindsdien + inv.
38
la conséquence
het gevolgen
39
inoffensif
onschuldig
40
ils s'en foute
ze storen zich daar niet aan
41
verslaving
l'addiction
42
een volwassene
un adulte
43
peser
wegen
44
l'influence
de invloed
45
les nerfs
zenuwen
46
se développer
zich ontwekkelen
47
foie
lever
48
estomac
maag
49
décomposition
afbraak
50
liquide
het vocht
51
s'étendre
zich verspreiden
52
déranger
verstoren
53
le sexe
het geslacht
54
os
botten
55
plus de risque de
dan hebben op
56
bewusteloos raken
tomber inconscient
57
s'arrêter
stilvallen
58
la maitrise
de beheersing
59
se battre
vechten
60
soul
dronken
61
la violence
het geweld
62
avoir un enfant
een kind berijken
63
s'appercevoir de
besefen
64
se marier
trouwen
65
d'ailleur
trouwens + inv.
66
à peine
amper
67
les accidents de la route
verkeersongelukken
68
à peu près
zowat
69
une enquête
onderzoek
70
lecteur de musique portable
draagbare muzielspeler
71
la force
de strekte
72
pendant que
terwijl
73
arrêter
afkicken
74
inneficace
ondoeltreffend
75
l'inverse
ongeleerd
76
maken
fabriquer,rendre
77
avoir sur soi
bij zich hebben
78
un leader
een leider
79
appartenir à
behoort tot
80
libération
de vrijlating
81
dans 15 jours (2semaines)
over veertien
82
d'ici (année)
tegen + année
83
aanpakken
parler de
84
avec
ermee
85
mocht
pouvoir
86
mauvais
slecht
87
c'est à votre tour
u bent aan de beurt
88
qu'est ce qui ne vas pas?
wat scheelt er?
89
insomnie
slaapeloosheid
90
en même temps
tegelijkertijd
91
stressé
gespannen
92
l'appétit
de eetlust
93
op de been brengen
remettre sur pied
94
le symptome
de klacht
95
een pilsje
une bière
96
op het ogenblijk
pour le moment
97
meteen
tout de suite
98
assez
behoorlijk
99
être sous pression
onder druk staan
100
je dois me remettre rapidement
ik moet er weer gauw bovenop zijn
101
être séparé
uit elkaar zijn
102
la vie de famille
het gezinsleven
103
être séparé
uit elkaar zijn
104
la vie de famille
het gezinsleven
105
être déterminé à
vastbesloten zijn
106
enlevez votre chemise
maakt u bovenlichaam maar eens vrij
107
le pouls
de polsslag
108
la tension
de bloeddruk
109
iets ernstigs
quelque chose de sérieux
110
prescrire
voorschrijven
111
een licht slaapmiddel
un léger somnifère
112
de levensstijl
le mode de vie
113
l'ordonnance
het recept
114
être dû à
te wijten zijn aan
115
irritable
prikkelbaar
116
être dû à
te wijten zijn aan
117
construire
bouwen
118
aarde
terre
119
wagens
voiture
120
uitzien
ressembler
121
huidige
actuelle
122
le temps passe vite
de tijd vliegt vleig voorbij
123
je me demande si
ik vraag me af of
124
het gebied
le territoire
125
zoeiets
une telle chose
126
het gebied
le territoire
127
construire
bouwen
128
aarde
terre
129
wagens
voiture
130
uitzien
ressembler
131
être effroyable
verschrikkelijk
132
le temps passe vite
de tijd vliegt vleig voorbij
133
je me demande si
ik vraag me af of
134
verbist
étonné
135
zoeiets
une telle chose
136
het gebied
le territoire
137
construire
bouwen
138
aarde
terre
139
blote voeten
à pieds nus
140
uitzien
ressembler
141
huidige
actuelle
142
le temps passe vite
de tijd vliegt vleig voorbij
143
je me demande si
ik vraag me af of
144
verbist
étonné
145
zoeiets
une telle chose
146
folder
une brochure
147
remettre
weer opzetten
148
le chauffage
de verwarming
149
être à la mode
in zijn
150
en faite
eigenlijk
151
traverser
overstekken
152
être rempli
vol liggen met
153
être effroyable
verschrikkelijk
154
surtout dans l'Est et le Sud du pays
vooral in het oosten en het zuiden van het land
155
changer
veranderen
156
saleté
vuiligheid
157
arbres
de bonen
158
datgene wat
celui qui
159
perdre
verliezen
160
gooien
jeter
161
blote voeten
à pieds nus
162
à nouveau propre
weer proper
163
changer
veranderen
164
saleté
vuiligheid
165
arbres
de bonen
166
depuis
uit
167
perdre
verliezen
168
gooien
jeter
169
blote voeten
à pieds nus
170
pc portable
notebook
171
vivres (pates,riz,...)
het levensmiddel
172
onlangs
récemment
173
afval
déchet
174
sorteren
trier
175
zonnepanelen
panneaux solaires
176
la responsabilité
de verantwoordelijkheid
177
pc portable
notebook
178
vivres (pates,riz,...)
het levensmiddel
179
onlangs
récemment
180
afval
déchet
181
sorteren
trier
182
zonnepanelen
panneaux solaires
183
folder
une brochure
184
pc portable
notebook
185
vivres (pates,riz,...)
het levensmiddel
186
onlangs
récemment
187
afval
déchet
188
l'avenir
de toekomst
189
toen
lorsque (passé) (toen+rejet) , alors
190
folder
une brochure
191
een hite golv
une vague de chaleur
192
pendant la journée
overdag
193
over het hele land
sur tout le pays
194
aan de kust
à la mer
195
in de Ardennen
en Ardenne
196
in het centrum
dans le centre
197
vanuit het westen
qui vient de l'Ouest
198
surtout dans l'Est et le Sud du pays
vooral in het oosten en het zuiden van het land
199
il s'est rebeller contre
hij verzette zich tegenrukke
200
s'enduire de crème solaire
zich met zonnecrème smeren
201
il continue à faire froid
het blijft koud
202
ça refroidit
het wordt koud
203
nous attendons des éclaircies
we verwachten opklaringen
204
l'IRM
de KMI
205
cuivre
leer
206
les maximas vont atteindre 35 degrés
de maxima kunnen tot 35 oplopen
207
on va avoir une belle journée
we krijgen een mooie dag
208
la nébulosité augmente
de bewolking neemt toe
209
des éclaircies vont apparitreq
Er verschrijnen opklaringen
210
depuis
uit
211
mettre un pull
een trui aandoen
212
s'enduire de crème solaire
zich met zonnecrème smeren
213
il continue à faire froid
het blijft koud
214
ça refroidit
het wordt koud
215
nous attendons des éclaircies
we verwachten opklaringen
216
l'IRM
de KMI
217
prévoire
voorspelen
218
les maximas vont atteindre 35 degrés
de maxima kunnen tot 35 oplopen
219
on va avoir une belle journée
we krijgen een mooie dag
220
la nébulosité augmente
de bewolking neemt toe
221
des éclaircies vont apparitreq
Er verschrijnen opklaringen
222
depuis
uit
223
personne agée
bejaarde
224
être sourd
doof zijn
225
poussette
wandelwagentje
226
ik kijk ernaar
je suis impatient de
227
ik kijk er niet naar
je ne suis pas impatient de
228
ik verheug me hierop omdat
je m'en réjouis parce que
229
je n'en ai pas peur car
ik ben hier niet bang voor omdat
230
regret
spijt
231
hoogtevrees
vertige
232
la responsabilité
de verantwoordelijkheid
233
personne agée
bejaarde
234
permis
rijbewijs
235
poussette
wandelwagentje
236
ik kijk ernaar
je suis impatient de
237
ik kijk er niet naar
je ne suis pas impatient de
238
ik verheug me hierop omdat
je m'en réjouis parce que
239
je n'en ai pas peur car
ik ben hier niet bang voor omdat
240
regret
spijt
241
l'insouciance
de zorgeloosheid
242
la responsabilité
de verantwoordelijkheid
243
faire des bêtises
stommiteiten begaan
244
trouver l'amour
liefde vinden
245
avoir plus d'indépendance
meer onafhankelijkheid krijgen
246
élever des enfants
kinderen opvoeden
247
l'humidité
het vocht
248
être toujours occupé
altijd bezig zijn (met)
249
het huishouden doen
faire le ménage
250
être dépendant de
afhankelijk van zijn
251
le souvenir
de herinnering
252
la prédiction
de voorsplelling
253
quand j'étais petit
toen ik klein was
254
l'avenir
de toekomst
255
toen
lorsque (passé), alors
256
possible
mogelijk
257
retourner
terug keren
258
bureau
kantoor
259
droit
rechten
260
se passer
gebeuren
261
décider
besluiten
262
partisant
voorstander
263
refuser
weigeren
264
dégager(météo)
helder
265
il s'est rebeller contre
hij verzette zich tegen
266
toen
lorsque (passé), alors
267
possible
mogelijk
268
retourner
terug keren
269
bureau
kantoor
270
droit
rechten
271
se passer
gebeuren
272
soufflé(vent)
waaien
273
partisant
voorstander
274
froid
koud
275
la communauté
gemeenschap
276
il s'est rebeller contre
hij verzette zich tegen
277
uitdrukken
exprimer
278
une couturière
een kleemaakster
279
optreden (traden op)
donner un concert
280
moordemaar
meurtrier
281
zijde
soie
282
cuivre
leer
283
le cerveau
de hersenen
284
les muscles
de spieren
285
het hart
le coeur
286
les reins
les reins
287
hevige wind
vent fort
288
les intestins
de darm
289
le sexe
het geslacht
290
mal aux dents
kiespijn
291
maigrir
maigrir
292
trouble de l'alimentation
voedselstoornis
293
problème de concentration
het concentratieprobleem
294
empoisonnement
voedselvergifting
295
diminuer(météo)
dalen
296
de verslaving
la dépendance
297
être soul
dronker zijn
298
de anorexia
anorexie
299
la tempête
de storm
300
suivi de...
gevolgd door
301
être sourd
doof zijn
302
consommer
verbruiken
303
éviter
vermijden
304
défis
uitdagging
305
avaler
innemen
306
traitement
behandeling
307
suivis
begeleiding
308
hoogtevrees
vertige
309
wakker
en forme
310
à cause de
wegens
311
grâce à
donkzij
312
omstandigheden
les circonstances
313
la quantité
de hoevelheid
314
verslaaf raken aan koffie
être accros au café
315
se reposer
rusten
316
combien de fois
hoe vaak
317
désinfecter
ontsmetten
318
au mois
minstens
319
épaule déboiter
ontwrichte scouder
320
daardoor
de cette manière
321
déranger
storen
322
de broeikasgassen
les gaz à effet de serre
323
démolition
afbraak
324
l'humidité
het vocht
325
wakker
en forme
326
à cause de
wegens
327
grâce à
donkzij
328
omstandigheden
les circonstances
329
la quantité
de hoevelheid
330
verslaaf raken aan koffie
être accros au café
331
se reposer
rusten
332
combien de fois
hoe vaak
333
désinfecter
ontsmetten
334
au mois
minstens
335
épaule déboiter
ontwrichte scouder
336
daardoor
de cette manière
337
déranger
storen
338
faites attention à...
let op...
339
démolition
afbraak
340
l'humidité
het vocht
341
nutloos
inutile
342
ferme les fenêtres et portes
sluit ramen en deuren
343
récemment
onlang
344
je constate
ik stel
345
peureux
schrikachtig
346
la pauvreté
armoede
347
les richesses
de rijkdom
348
protéger
bescherme
349
une famille unie
een hecte familie
350
le but
de bedoeling
351
monde du travail
arbeidwereld
352
avancer
vooruit
353
j'imagine
ik bedenk
354
zonnig
ensoleillé
355
de zonnestraal
le rayon de soleil
356
chaud
warm/heet
357
dégager(temps)
helder
358
la chaleur
de warmte
359
sec
droog
360
la chaleur(étouffant)
de hitte
361
opklaring
l'éclaircie
362
frais
fris
363
la foudre
de bliksem
364
tout le, toute la, tou(te)s les (dans son entièreté)
heel/hele (accord comme adj épithète)
365
soufflé(vent)
waaien
366
nutloos
inutile
367
convaincu
overtuigd
368
récemment
onlang
369
je constate
ik stel
370
peureux
schrikachtig
371
la pauvreté
armoede
372
les richesses
de rijkdom
373
protéger
bescherme
374
une famille unie
een hecte familie
375
le but
de bedoeling
376
monde du travail
arbeidwereld
377
avancer
vooruit
378
j'imagine
ik bedenk
379
zonnig
ensoleillé
380
de zonnestraal
le rayon de soleil
381
chaud
warm/heet
382
dégager(temps)
helder
383
la chaleur
de warmte
384
sec
droog
385
la chaleur(étouffant)
de hitte
386
opklaring
l'éclaircie
387
frais
fris
388
la foudre
de bliksem
389
nuageux
bewolkt
390
soufflé(vent)
waaien
391
il peut y avoir quelques gouttes
er is kans op enkele druppels
392
froid
koud
393
il peut y avoir quelques gouttes
er is kans op enkele druppels
394
froid
koud
395
le tonnerre
de donder
396
le brouillard
de mist
397
l'averse
de regenbui
398
temps changeant
wisselvallig
399
l'orage
het onweer
400
brumeux
mistig
401
de wind waait matig
le vent souffle modérément
402
la pluie
de regen
403
la grêle
de hagel
404
le vent
de wind
405
pluvieux
regenachtig
406
le nuage
de wolk
407
hevige wind
vent fort
408
geler
vriezen
409
la neige
de sneeuw
410
fondre
smelten
411
la glace
het ijs
412
verglas
de ijzel
413
varier(météo)
schommelen
414
augmenter(météo)
stijgen
415
diminuer(météo)
dalen
416
de hittegolf
la canicule:vague de chaleur
417
de orkaan
l'ouragan
418
de lawine
l'avalanche
419
la tempête
de storm
420
suivi de...
gevolgd door
421
économique
zuinig
422
éviter les files
files vermijden
423
comme
zoals
424
trop cher
te duur
425
vervuilend
polluant
426
chaise roulante
rolstoel
427
probablement
waarschijnlijk
428
contribué à
bijgedragen aan
429
deze eeuw
ce siècle
430
het verbranden van
la combustion de
431
déforsestation
ontbossing
432
l'air
de lucht
433
c'est sur
dat staat
434
terre
aarde
435
régulièrement
regelmatig
436
les dangers
de gevaren
437
conséquences
gevolgen
438
causes
oorzaak
439
redden
sauver
440
begreigd
menacé
441
disparaitre
uitsterven
442
broeikasgassen
gaz à effet de serre
443
CO2-uitstaat
émission de CO2
444
bespreken
discuter
445
milieutop
sommet de l'environnement
446
cependant
nochtans
447
désagréable
nare
448
innondé
overspoeld
449
chacun d'entre nous
ieder van ons
450
apporter sa pièce à l'édifice
zijn steentje bijdragen
451
débrancher
uitschallen
452
enlever la prise
stekker uittrekken
453
lampe à incandescence
gloeilamp
454
mettre le thermostat un degré plus bas
de thermostaat een graade lager zetten
455
le chauffage
de verwarm
456
plutôt que...
in plaats van...
457
het is better om...te...
il est mieux de...
458
faites attention à...
let op...
459
sluipverbruik
consommation fantôme
460
laisser
laten
461
lampe économique
spaarlampen
462
ferme les fenêtres et portes
sluit ramen en deuren
463
kerncentrale
centrale nucléaire
464
stenkool
charbon
465
aardolie
pétrole
466
fossiele branddstoffen
énergie fossile
467
aardgas
gaz
468
dienst
service
469
de keuze is het grootst in een supermarkt
le choix est le plus important au supermarché
470
quantité
hoeveelheden
471
kortingen
réduction
472
recevoir
ontvangen
473
chaque jour
dagelijks
474
produits frais
verse goderen
475
est apparu
ontstond
476
doordat
puisque (postériorité)
477
ordre complément
TML
478
terwijl
tandis que (simultanéité)
479
voordat
avant que (cause)
480
tous les
alle
481
tout le monde
allemaal
482
tout
alles
483
tout le/ce, tout ma, toues ces,...
al + dét. (ex. al mijn, al die,...)
484
tout le, toute la, tou(te)s les (dans son entièreté)
heel/hele (accord comme adj épithète)
485
déjà
al (se place comme niet)