voc. K4 examen juni 2025 Flashcards
(95 cards)
1
Q
brug
A
die Brücke(n)
2
Q
verhaal
A
die Geschichte(n)
3
Q
liefde
A
die Liebe
4
Q
muur
A
die Mauer(n)
5
Q
traditie
A
die Tradition(en)
6
Q
koppel
A
das Paar(e)
7
Q
slot
A
das Schloss/Schlösser
8
Q
bevestigen
A
anbringen
9
Q
vieren
A
feiern
10
Q
gescheiden
A
getrennt
11
Q
brief
A
der Brief(e)
12
Q
liefdesbrief
A
der Liebesbrief
13
Q
plan
A
der Plan
14
Q
plezier
A
der Spaß
15
Q
vakantie
A
der Urlaub
16
Q
wens
A
der Wunsch
17
Q
relatie
A
die Beziehung
18
Q
langeafstandsrelatie
A
die Fernbeziehung
19
Q
vriendschap
A
die Freundschaft
20
Q
bruiloft
A
die Hochzeit
21
Q
café
A
die Kneipe(n)
22
Q
date
A
das Date(s)
23
Q
interesse
A
das Interesse(n)
24
Q
ticket
A
das Ticket
25
vliegticket
das Flugticket
26
treinticket
das Zugticket
27
ontmoeten
begegnen
28
boeken
buchen
29
leren kennen
kennenlernen
30
inpakken
packen
31
het uitmaken
Schluss machen
32
zich verheugen op
sich freuen auf
33
elkaar schrijven
sich schreiben
34
afscheid nemen van elkaar
sich verabschieden
35
elkaar terugzien
sich wiedersehen
36
ruziemaken
streiten
37
missen
vermissen
38
gescheiden
getrennt
39
grappig
lustig
40
vaker
öfter
41
verliefd
verliebt
42
samen
zusammen
43
op het eerste gezicht
auf den ersten Blick
44
gebruik
der Brauch/Bräuche
45
succes
der Erfolg(e)
46
geluksbrenger
der Glücksbringer
47
bord
der Teller
48
kopje
die Tasse(n)
49
tijd
die Zeit(en)
50
bruidspaar
das Brautpaar(e)
51
servies
das Geschirr
52
ongeluk
das Unglück
53
geluk
das Glück
54
sprookje
das Märchen
55
ritueel
das Ritual(e)
56
genieten van
genießen
57
geloven in
glauben an
58
zich inzetten
sich engagieren
59
plaatsvinden
stattfinden
60
doorbrengen
verbringen
61
bijgelovig
abergläubisch
62
gezond
gesund
63
gelukkig
glücklich
64
zinvol
sinnvoll
65
belangrijk
wichtig
66
tevreden
zufrieden
67
een geluksvogel zijn
ein Glückspilz sein
68
vlinders in de buik hebben
Schmetterlinge im Bauch haben
69
geluk hebben
Schwein haben
70
maan
der Mond
71
spiegel
der Spiegel
72
kat
die Katze(n)
73
ladder
die Leiter(n)
74
nacht
die Nacht/Nächte
75
middernacht
die Mitternacht
76
riskeren
riskieren
77
advies
der Ratschlag/Ratschläge
78
tip
der Tipp(s)
79
geboorte
die Geburt(en)
80
persoonlijkheid
die Persönlichkeit(en)
81
voorspelling
die Vorhersage(n)
82
toekomst
die Zukunft
83
horoscoop
das Horoskop(e)
84
sterrenbeeld
das Sternzeichen
85
beïnvloeden
beeinflussen
86
geloven
glauben
87
hopen
hoffen
88
telefoneren naar
telefonieren mit
89
overhaasten
überstürzen
90
luisteren naar
zuhören
91
aandachtig
aufmerksam
92
vermoedelijk
vermutlich
93
misschien
vielleicht
94
waarschijnlijk
wahrscheinlich
95
in de toekomst
in Zukunft
