Voc linking words NL-EN Flashcards

(212 cards)

1
Q

(maar) toch

A

(and) yet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

(of) liever

A

(or) rather

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

(of) ten minste

A

(or) at least

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

aan de andere kant, anderzijds

A

on the other hand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

aangezien

A

as

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

aangezien

A

since

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

aanvankelijk

A

initially

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

al met al

A

all in all

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

alleen als

A

only if

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

als alternatief

A

alternatively

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

als gevolg van (x)

A

as a result (of x)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

als

A

if

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

anders

A

otherwise

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

anderzijds (enerzijds, anderzijds)

A

on the other hand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

anderzijds

A

on the other hand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

betreffende x

A

concerning x

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

betreffende x

A

regarding x

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

betreffende x, wat betreft x

A

on the subject of x

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

betreffende, ten behoove van

A

for the purpose of

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

bij wijze van voorbeeld, als voorbeeld

A

by way of example

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

bijgevolg, dientengevolge, met als gevolg dat

A

as a consequence

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

bijvoorbeeld

A

for example

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

bijvoorbeeld

A

for instance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

bovendien

A

furthermore

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
bovendien
moreover
26
bovendien, daarbij, daarnaast, bovenop
additionally
27
daardoor, zodoende
thus
28
daarentegen
by way of contrast
29
daarnaast
besides
30
daarom
consequently
31
daarom, vandaar
hence
32
daarom, vandaar, zodoende, derhalve
therefore
33
dan
then
34
dan
then
35
dan, toen
then
36
dan, vervolgens
next
37
dat wil zeggen
that is (to say)
38
dat wil zeggen
that is (to say)
39
desondanks, toch, zelfs dan
even so
40
door x
owing to (x)
41
dus
so
42
dus
thus
43
dus, aldus
therefore
44
dus, zo
thus
45
echter
though
46
eerder, vroeger, daarvoor
previously
47
eindelijk, uiteindelijk, ten laatste, ten slotte
at last
48
en nog, alsnog
(and) still
49
en toch
(and) yet
50
en
and
51
ervan uitgegaan dat
granting (that)
52
eveneens, overeenkomstig
likewise
53
evenzeer, even groot
equally
54
evenzo, op dezelfde manier
similarly
55
gegeven het feit dat
in that
56
gezien dat, gelet op
seeing that
57
gezien dit het geval is, gezien deze achtergrond, dit in ogenschouw genomen
that being the case
58
gezien x
considering x
59
gezien x, gelet op x
in view of x
60
het feit dat
the fact that
61
hoe dan ook
all the same
62
hoe dan ook
anyhow
63
hoe dan ook
anyway
64
hoe dan ook
either way
65
hoe het ook zij
be that as it may
66
hoewel
although
67
hoewel, echter
though
68
ik bedoel
I mean
69
immers
indeed
70
in beide gevallen
in either case
71
in beide gevallen
in either event
72
in dat geval
in that case
73
in de angst dat
for fear that
74
in de eerste (tweede, derde, etc.) plaats
in the first (second, third, etc.) place
75
in de eerste plaats, allereerst
first of all
76
in de hoop dat
in the hope that
77
in elk geval
in any event
78
in feite
as a matter of fact
79
in feite, namelijk
in fact
80
in geval van
in case
81
in het algemeen
overall
82
in het algemeen, over het geheel
on the whole
83
in het begin
at first
84
in het bijzonder, met name, vooral
particularly
85
in het geval dat
in the case that, granted (that)
86
in het geval dat
in the event that
87
in ieder geval
at any rate
88
in ieder geval
at any rate
89
in ieder geval
in any case
90
in plaats van
instead
91
in tegenstelling tot
in contrast to
92
in totaal
altogether
93
in totaal
in all
94
incidenteel, sporadisch, zelden
incidentally
95
inclusief
including
96
inderdaad, toch
indeed
97
indien, op voorwaarde dat
provided that
98
indien/als… niet
if not
99
kortom
in a word
100
kortom
in short
101
kortom
to put it briefly
102
kortweg
briefly
103
laat staan
let alone
104
laatst maar niet het minst
last but not least
105
maar vooral
above all
106
maar
but
107
maar, echter, toch
however
108
meer specifiek
more, precisely
109
met andere woorden
(to) put (it) another way
110
met andere woorden
in other words
111
met betrekking tot x
in regard to x
112
met de intentie
with this intention
113
met dit in gedachten
with this in mind
114
met name
notably
115
naast x, buiten x
besides x
116
nadat x
after x
117
nadien, daarna
afterwards
118
namelijk
namely
119
namelijk, in het bijzonder
in particular
120
niet alleen x maar ook y
not only x but also y
121
niettemin, toch
however
122
niettemin, toch
nonetheless
123
noch
nor
124
nog belangrijker
more importantly
125
nog meer
even more
126
nog, maar, echter, doch, nochtans
still
127
of
or
128
om de (simpele) reden dat
for the (simple) reason that
129
om deze reden
for this reason
130
om een lang verhaal kort te maken
to be brief
131
om een lang verhaal kort te maken
to make a long story short
132
om nog maar niet te spreken van
not to mention x
133
om samen te vatten
to summarize
134
om te beginnen
to begin with
135
om te beginnen
to start with
136
om te hervatten, om voort te zetten
to resume
137
om te laten zien
to illustrate
138
om te starten, om te beginnen
for a start
139
om terug te komen op het onderwerp
to return to the subject
140
om terug te komen op het vertrekpunt
to get back to the point
141
om van onderwerp te veranderen
to change the topic
142
om
in order to
143
omdat, vanwege
because (of x)
144
omdat, vanwege
because (of x)
145
omgekeerd, andersom
conversely
146
ondanks x
despite x
147
ondanks
in spite of x
148
ondanks, afgezien van
notwithstanding
149
ondanks, ook al, hoewel
even though
150
onder dergelijke omstandigheden
under such circumstances
151
ongeacht
regardless (of x)
152
ook
also
153
ook
as well
154
ook
too
155
op basis van deze punten/hiervan
given these points
156
op dezelfde manier
in the same way
157
op dezelfde wijze, op overeenkomstige wijze
by the same token
158
op soortgelijke wijze
in a like manner
159
op voorwaarde dat
on (the) condition (that)
160
op voorwaarde dat
providing that
161
opdat
lest
162
opdat, zodat, teneinde
so that
163
over x gesproken
speaking of x
164
samenvattend
in sum
165
samenvattend
in summary
166
samenvattend, kortom
to sum up
167
specifiek
specifically
168
ten eerste
firstly (etc.)
169
ten slotte
lastly
170
ten slotte, als laatste punt
as a final point
171
tenzij
unless
172
ter afsluiting
to conclude (with)
173
ter illustratie
as an illustration
174
terwijl
whereas
175
terwijl
while
176
terwijl, … in feite
when in fact
177
toch, desalniettemin
nevertheless
178
tot slot, ter afsluiting
in conclusion
179
tot slot, uiteindelijk
finally
180
uiteindelijk
eventually
181
uiteindelijk
eventually
182
vandaar, daarom, als gevolg daarvan
hence
183
vanwege (het feit dat)
due to (the fact that)
184
verder, daarnaast
further
185
vermits
given that
186
vervolgens, daarna
subsequently
187
voor zover
in as much as
188
vooral, met name
especially
189
voordat x
before x
190
waardoor
so that
191
wat er ook gebeurt
whatever happens
192
wat er ook mag gebeuren, in ieder geval
whichever happens
193
wat het geval ook mag zijn
whatever the case
194
weliswaar, toegegeven
admittedly
195
zelfs als
even if
196
zoals al genoteerd
as has been noted
197
zoals al gezegd is,
as previously stated
198
zoals gemeld
as has been mentioned
199
zoals ik gezegd heb
as I have said
200
zoals voor x
as for x
201
zoals
like
202
zoals
such as
203
zoals, net als
as
204
zoals, net als
as
205
zodanig zelfs dat
so much (so) that
206
zodat
in order that
207
zodat
so as to
208
zodat, teneinde
in the end that
209
zodoende, bijgevolg, derhalve
accordingly
210
zodoende, bijgevolg, dientengevolge, als gevolg
consequently
211
zodoende, dientengevolge
in consequence
212
zolang
as/so long as