Voc réception de la commande et Avis d'expédition et paiement Flashcards

(62 cards)

1
Q

de schikking

A

la disposition

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de aantekening

A

la note

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

snel

A

prompt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

onberispelijk

A

impeccable

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de ontvangstbevestiging

A

l’accusé de réception

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de kennisgeving van verzending

A

l’avis d’expédition

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

binnen de 14 dagen

A

dans la quinzaine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

binnen 8 dagen, over 8 dagen

A

sous huitaine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

per spoor

A

par chemin de fer/rail

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

op kosten van de bestemmeling

A

aux frais du destinataire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verzendingsbordeel

A

bordereau d’expédition

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

een ontvanger

A

un réceptionnaire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

plek

A

espace

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

afhalen

A

enlever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

afzetten

A

déposer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

een besteldienst

A

une messagerie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

zorgvuldig

A

soigneusement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

beschadigen

A

endommager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

vergoeden

A

dédommager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

blijkbaar

A

apparement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

bruikbaar

A

utilement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

uitbreiden

A

élargir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

het betalen van de rekening

A

le règlement du compte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

overschrijven

A

virer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
storten
verser
26
herinneren
rappeler
27
verschuldigd bedrag
la somme due
28
schuldenaar
débiteur
29
uitgever
émetteur
30
trekker van een wissel
tireur
31
betaler
donneur d'ordre
32
een schuld aflossen
s'acquitter d'une dette
33
betalingsfaciliteiten toestaan
accorder des facilités de paiement
34
voorzien van een handtekening
munir d'une signature
35
schuldeiser
le créancier
36
de koper
l'acheteur
37
aandelen op naam
nominatif
38
een contante betaling
le paiement au comptant
39
met een wissel
par traite
40
een gespreide betaling
échelonné
41
op afbetaling
à tempérament
42
vervallen
échoir
43
vervallen
échéant
44
een vervaldatum
une échéance
45
spreiden over verschillende vervaldata
échelonner
46
een niveau
un échelon
47
een verworvenheid
un acquis
48
voldaan
pour acquit
49
terugvorderen
recouvrer
50
zonder wachten
sans tarder, sans attendre
51
facturenstaat, overzicht
relevé de factures
52
een terugbetaling
une ristourne
53
een tegoedbon
une note de crédit
54
achterstallige
en souffrance
55
het saldo
le solde
56
toekennen
accorder
57
treffen
frapper
58
de betalingswijze die u verkiest
par tout moyen à votre convenance
59
de vriendelijkheid, bereidheid
l'obligeance
60
afzonderlijk
sous pli séparé
61
voorzien van
complétée de
62
het uurwerk is van slag
la pendule décompte