Voc Réclamation Flashcards

(83 cards)

1
Q

geneigd zijn om

A

être disposé à

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

verkeerd

A

inexact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

voorzien

A

prévu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

onvoorzien

A

imprévu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

herstelbaar

A

réparable

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

herbruikbaar

A

récupérable

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

zuiver

A

pur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

toelaatbaar

A

admissible

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vervangbaar

A

remplaçable

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de verpakking

A

l’emballage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

sorteren

A

trier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

het sorteren

A

le tri

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

verwarren

A

confondre

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de verwarring

A

la confusion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

schadevergoeding

A

le dédommagement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

postkamer

A

le service de tri

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

sorteercentrum

A

centre de tri

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

selectief te werk gaan

A

faire un tri rigoureux

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

onterecht

A

à tort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

het uitpakken

A

de déballage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

minderwaardig

A

inférieur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

verbleken, vervagen, bederven, schaden

A

détériorer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

bederven , verrotten

A

pourrir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

rijp zijn

A

mûre

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
beschadigen, bedorven
avarier
26
vuil worden, ruineren, verknoeien
abîmer
27
breken
fendre
28
blokkeren
bloquer
29
uit elkaar springen
éclater
30
splijten
se fendre
31
scheuren
se fêler
32
scheuren van de huid, grond
se crevasser
33
barsten van de muur
se lézarder
34
aan een ongelukkig toeval
à un incident fâcheux
35
aan een ongeschikt vervoermiddel
à un moyen de transport inadéquat
36
aan de schokken tijdens het vervoer
aux chocs subis pendant le trajet
37
aan een slordigheid
à une négligence
38
aan een gebrekkige verpakking
à un emballage défectueux
39
aan het slechte weer
aux intempéries
40
een gescheurde zak
un sac déchiré
41
een bekraste deur
une porte rayée
42
verkreukelde kleren
des vêtements froissés
43
rotte sinaasappels
des oranges pourries
44
een verkleurde stof
une étoffe décolorée
45
oneetbaar voedsel
des aliments immangeables
46
een hobbelige pan
une casserole cabossée
47
bedorven vlees
de la viande avariée
48
een roestig gereedschap
un outil rouillé
49
overgaan tot deze maatregel
recourir à cette mesure
50
de gegrondheid van een klacht erkennen
reconnaître le bien-fondé d'une reclamation
51
een oplossing voorzien
envisager une solution
52
afwijkingen
des anomalies
53
foutief
érronément
54
aanzienlijk
sensiblement
55
vertraging oplopen
subir en retard
56
ten gepaste tijde
en temps voulu
57
de betreurenswaardige staat
l'état déplorable
58
een spoedig antwoord
une prompte réponse
59
de opgelopen vertraging
le retard encouru
60
dreigen
menacer
61
vrijstaande delen
les pièces détachées
62
reserve onderdelen
les pièces de rechange
63
zijn plan trekken
se débrouiller
64
berichten, in kennis brengen
aviser
65
vergeeld
jaunis
66
brengen naar
amener à
67
daarom
de ce fait
68
de partij
le lot
69
de naleving
l'observation
70
daar,sinds
étant donné que
71
dus
il a donc
72
daardoor
en conséquence
73
uitgehard
durci
74
doordat
en raison du fait
75
doordat
a cause du fait
76
omdat
comme
77
daarenboven
en outre
78
nalaten
omettre
79
aftrekken
déduire
80
gegrond
fondé
81
schadevergoeding eisen
réclamer une indemnité
82
zijn te wijten aan
sont dus
83
grondig onderzoeken
examiner soigneusement