Voc trajet 4 boek rechter kolommen en achterste Flashcards
(34 cards)
1
Q
het doel
A
le but
2
Q
kiezen
A
choisir
3
Q
voorstellen om te
A
proposer de
4
Q
het voordeel
A
l’avantage (m)
5
Q
ecologisch
A
écologique
6
Q
efficiënt
A
efficace
7
Q
innoverend
A
innovant(e)
8
Q
nutteloos
A
inutile
9
Q
origineel
A
original(e)
10
Q
praktisch, handig
A
pratique
11
Q
herlaadbaar
A
rechargeable
12
Q
herbruikbaar
A
réutilisable
13
Q
zonne-
A
solaire
14
Q
nuttig
A
utile
15
Q
de adapter
A
l’adaptateur (m)
16
Q
de knop
A
le bouton
17
Q
het gebruik
A
l’emploi (m)
18
Q
activeren, inschakelen
A
activer
19
Q
drukken op
A
appuyer sur
20
Q
aansluiten
A
brancher
21
Q
uitschakelen
A
désactiver
22
Q
insteken
A
insérer
23
Q
programmeren
A
programmer
24
Q
bevestigen
A
valider
25
met behulp van
à l’aide de
26
het toestel
l’appareil (m)
27
het scherm
l’écran (m)
28
de elektriciteit
l’électricité (f)
29
het werktuig, het gereedschap
l’outil (m)
30
de afmeting, de omvang
la dimension
31
de vorm
la forme
32
het gewicht
le poids
33
de maat, de grootte
la taille
34
simpel, eenvoudig
simple
