Vocabulaire Tour 4 Flashcards
(83 cards)
1
Q
kapsel
A
une coiffure
2
Q
une coiffure
A
kapsel
3
Q
een gevolg
A
une conséquence
4
Q
een effect
A
un effet
5
Q
een identiteit
A
une identité
6
Q
een invloed
A
une influence
7
Q
een taal
A
un langage
8
Q
een gereedschap
A
un outil
9
Q
een persoonlijkheid
A
une personnalité
10
Q
un outil
A
gereedschap
11
Q
een verlies (van)
A
une perte (de/d’)
12
Q
une perte (de/d’)
A
een verlies
13
Q
een piercing
A
un piercing
14
Q
een bescherming
A
une protection
15
Q
een risico
A
un risque
16
Q
de veiligheid
A
la sécurité
17
Q
een tattoo
A
un tatouage
18
Q
een spanning
A
une tension
19
Q
een waarde
A
une valeur
20
Q
une valeur
A
een waarde
21
Q
volwassen
A
adulte
22
Q
extreem
A
extrême
23
Q
gênant
A
gênant (e)
24
Q
origineel
A
original (e)
25
persoonlijk
personnel (le)
26
uniek
unique
27
vergezellen
accompagner à
28
accompagner à
vergezellen
29
zich laten gelden
s'affiremer
30
s'affirmer
zich laten gelden
31
shockeren, schokken
choquer
32
versieren
décorer (de)
33
zich defiëren
se définir
34
zich onderscheiden (opvallen)
se démarquer
35
se démarquer
zich onderscheiden (opvallen)
36
zich onderscheiden (van)
se distinguer (de)
37
experimenteren
expérimenter
38
zich uitdrukken
s'exprimer
39
zich integreren (in)
s'intégrer (à/dans)
40
zich verzetten tegen
s'opposer à
41
s'opposer à
zich verzetten tegen
42
toelaten om
permettre (de) + infinitif
43
uitlokken/ veroorzaken
provoquer
44
zich doen aanvaarden
se faire accepter
45
se faire accepter
zich doen aanvaarden
46
een goede indruk maken
faire/ donner une bonne impression
47
kleding aantrekken
mettre des vêtements
48
een mode volgen
suivre une tendance
49
suivre une tendance
een mode volgen
50
enerzijds...
d'une part...
51
anderzijds
d'autre part...
52
daarentegen
par contre
53
un individu
een individu
54
individuel (le)
individueel
55
accentuer
benadrukken
56
agir comme
optreden als
57
flatter
vleien
58
transmettre
doorgeven/ overbrengen
59
à long terme
op lange termijn
60
een uitstraling
une allure
61
een voorkeur
une envie
62
een jongen
un gars
63
een outfit
un habit
64
een wet
une loi
65
een gelegenheid
une occasion
66
een vooroordeel
un préjugé
67
een bewijs
une preuve
68
de verleiding
la séduction
69
een zorg
un souci
70
een outfit
une tenue
71
een stof
un tissu
72
een gebruik
un usage
73
openbaar leven
la vie publique
74
verboden
interdit(e)
75
verwaarloosd
négligé(e)
76
gedurfd
osé
77
toegelaten
permis
78
beschermd
protégé
79
provocerend
provocant
80
klederlijk
vestimentaire
81
toelaten
autoriser (à)
82
verbieden
interdire
83
bewaken
surveiller