Vocabulario: Caminos U11 Flashcards
(237 cards)
1
Q
Op reis
A
de viaje
2
Q
tussenlanding
A
la escala
3
Q
God(in)
A
el/la dios/-a
4
Q
Evenement, gebeurtenis
A
el evento
5
Q
schilderkunst
A
la pintura
6
Q
seizoen
A
la estación del año
7
Q
eenvoudig
A
sencillo/-a
8
Q
luxe
A
el lujo
9
Q
zeezicht
A
la vista al mar
10
Q
onmogelijk
A
imposible
11
Q
vertrek
A
la salida
12
Q
aankomst
A
la llegada
13
Q
meer (water)
A
el lago
14
Q
goud
A
el oro
15
Q
zilver
A
la plata
16
Q
keramiek
A
la cerámica
17
Q
ambachtswerk
A
la artesanía
18
Q
landschap
A
el paisaje
19
Q
prachtig
A
maravilloso/-a
20
Q
uitrusten
A
descansar
21
Q
een excursie maken
A
ir de excursión
22
Q
inlichtingen inwinnen
A
informarse
23
Q
via
A
a través de
24
Q
actief
A
activo/-a
25
Klaar!
¡Ya está!
26
Beslissing
la decisión
27
makkelijk
fácil
28
gebied
la zona
29
toeristisch
turístico/-a
30
verwachten
esperar
31
verbinden, associëren
asociar
32
iemand
alguien
33
januari
enero
34
februari
febrero
35
maart
marzo
36
april
abril
37
mei
mayo
38
juni
junio
39
juli
julio
40
augustus
agosto
41
september
septiembre
42
oktober
octubre
43
november
noviembre
44
december
diciembre
45
lente
la primavera
46
zomer
el verano
47
herfst
el otoño
48
winter
el invierno
49
Op vakantie gaan
ir de vacaciones
50
accommodatie
el alojamiento
51
volpension
la pensión completa
52
camping
el cámping
53
jeugdherberg
el albergue juvenil
54
georganiseerde reis
el viaje organizado
55
voor hoelang?
¿Por cuánto tiempo?
56
Het belangrijkste is
lo principal es
57
het belangrijkste is
lo más importante es
58
Wat me interesseert, is
lo que me interesa es
59
we zouden graag
queríamos
60
voor eigen rekening
por cuenta propia
61
de vlucht
el vuelo
62
rechtstreekse vlucht
el vuelo directo
63
toeristenklasse
la clase turista
64
denken, voornemens zijn
pensar
65
heenreis
la ida
66
terugreis
la vuelta
67
er is nog plaats
hay lugar
68
bevestigen
confirmar
69
aanbevelen
recomendar
70
driesterrenhotel
el hotel de tres estrellas
71
natuurlijk
naturalmente
72
douche
la ducha
73
minibar
el minibar
74
balkon
el balcón
75
halfpension
la media pensión
76
folder
el folleto
77
oerwoud
la selva
78
eenpersoonskamer
la (habitación) individual
79
een extra bed neerzetten
poner una cama extra
80
er zijn geen plaatsen meer vrij
ya no quedan plazas
81
niet meer
ya no
82
ieder
cada uno/-a
83
aarde, land
la tierra
84
magisch
mágico/-a
85
inca
la inca
86
vervoer
el transporte
87
plaatselijk
local
88
inbegrepen
incluido/-a
89
bezienswaardigeden
el punto de interés
90
.... van de inca's
incaico/-a
91
hoogte
la altura
92
Heilige Vallei
el valle sagrado
93
organiseren
organizar
94
of
u
95
alles inbegrepen
todo incluido
96
maritiem, zee-
marítimo/-a
97
veld
el campo
98
sigaar
el cigarro
99
koloniaal
colonial
100
vanzelfsprekend
por supuesto
101
het uitrusten
el descanso
102
improviseer
improvisen
103
bevestiging
la confirmación
104
geachte
estimado/-a
105
verleden, afgelopen
pasado/-a
106
volgens uw wensen
según sus deseos
107
sturen, zenden
mandar
108
beschikken over
disponer de
109
airconditioning
el aire acondicionado
110
aanbieden
ofrecer
111
eiland
la isla
112
dichter(es)
el/la poeta
113
‘Chileense schrijver’
Pablo Neruda
114
de wijnroute
la ruta del vino
115
bijvoegen
adjuntar
116
danken, bedanken
agradecer
117
Interesse (in)
el interés (por)
118
Met vriendelijke groeten
atentamente
119
het is erg warm
hace mucho calor
120
reconstrueren
reconstruir
121
in afwachting van uw antwoord
esperando su respuesta
122
hoogachtend
les saluda atentamente
123
Wat voor weer is het?
¿Qué tiempo hace?
124
Weersvoorspelling
el pronóstico del tiempo
125
betrekking hebben op
referirse a
126
weer
el tiempo
127
zon
el sol
128
mist
la niebla
129
onweer
la tormenta
130
bewolkt
nublado/-a
131
in de ochtenduren
a primeras horas
132
Middellandse zee
el mediterránneo
133
wolk
la nube
134
ochtend-
matinal
135
cantabirische kust
la costa cantábrica
136
mogelijk met regenbuien
con posibilidad de chubascos
137
regenbui
el chubasco
138
rest
el resto
139
schiereiland
la península
140
incidenteel
ocasional
141
pyreneeën
los pirineos
142
punt, plek
el punto
143
regio Madrid
la comunidad de Madrid
144
wind
el viento
145
sterk
fuerte
146
westen
el oeste
147
Cantabirische zee
el Cantábrico
148
temperatuur
la temperatura
149
graad
el grado
150
het is goed/mooi weer
hace buen tiempo
151
Het is slecht weer
hace mal tiempo
152
het is koud
hace frío
153
het is één graad onder nul
hace un grado bajo cero
154
het regent
llueve
155
het sneeuwt
nieva
156
kies uit
elija
157
Stille Oceaan
el Pacífico
158
met een maximale breedte van 430km
con un máximo de 430 km de ancho
159
klimaatzone
la zona natural
160
woestijn
el desierto
161
droog
seco/-a
162
centraal
central
163
middellandse zeeklimaat
el clima mediterráneo
164
brengen, voeren
llevar
165
bos
el bosque
166
bedekt
cubierto/-a
167
sneeuw
la nieve
168
indrukwekkend
imponente
169
gletsjer
el glaciar
170
kolonie
la colonia
171
voldoende zijn
bastar
172
parel
la perla
173
bedrijvigheid, beweging
el movimiento
174
kopermijn
la minda de cobra
175
archeologisch
arqueológico/-a
176
doorgaan, verdergaan
continuar
177
naar, tot aan
hacia
178
maanvallei
el valle de la luna
179
attractie
el atractivo
180
winnen
ganar
181
casino
el casino
182
behouden
conservar
183
naast
al lado de
184
origineel concept
la receta original
185
conserveren
la conserva
186
zeevruchten
los mariscos
187
beurs, markt
la feria
188
kolonisaties
la colonización
189
hengelen, vissen
pescar
190
omgeven, omringen (door)
rodear (de)
191
prachtig, wonderschoon
hermosísimo/-a
192
folklore
el folclore
193
oever
la orilla
194
veranderen
cambiar
195
verleden
el pasado
196
zich herinneren
acordarse de
197
leren kennen
conocer
198
laten zien, tonen
enseñar
199
moskee
la mezquita
200
zuil
la columna
201
Arabier/Arabische
el/la árabe
202
de invloed
la influencia
203
heel veel dingen te zien
muschísimas cosas que ver
204
werkelijk
realmente
205
toren
la torre
206
de moeite waard zijn
valer la pena
207
hartelijke groeten
un fuerte abrazo
208
omarming
el abrazo
209
onvoltooid verleden tijd
el indefinido
210
gisteren
ayer
211
afgelopen zomer
el verano pasado
212
wedstrijd
el concurso
213
route
el itinerario
214
ongeordend, door elkaar
desordenado/-a
215
ongelooflijk
increíble
216
bloem
la flor
217
brug
el puente
218
romeins
romano/-a
219
joodse wijk
la Judería
220
heel goed
buenísimo/-a
221
om 5 uur 's middags
a las 5 p.m.
222
souvenirwinkel
la tienda de recuerdos
223
de heer en mevrouw Andrade
los Andrade
224
voor de laatste keer
por última vez
225
zonnen, zonnebaden
tomar el sol
226
nieuwe vrienden maken
hacer nueve amigos
227
buitenland
el extranjero
228
tien jaar geleden
hace diez años
229
praat, spreek
hablen
230
werkelijk
real
231
denkbeeldig
imaginario/-a
232
eenieder
cada uno/-a
233
hoe lang geleden
hace cuánto tiempo
234
vervoermiddel
el medio de transporte
235
gebruiken
utilizar
236
hoe lang
cuánto
237
samenvatten
resumir
