voorplantingsstelsel Flashcards
(70 cards)
Wat is de functie van de zaadleiders?
✅ B. Zaadcellen vervoeren van de bijbal naar de urinebuis
- Welke structuur zorgt voor de aanmaak van oestrogeen?
✅ B. Eierstok
- Wat gebeurt er tijdens de ovulatie?
✅ C. Een eicel komt vrij uit de eierstok
- Waar vindt normaal gezien de bevruchting plaats?
✅ C. In de eileider
- Wat is de functie van de prostaatklier?
✅ D. Produceert een deel van het spermavocht
- De …….. is het orgaan waarin een embryo zich kan ontwikkelen.
baarmoeder
- De mannelijke voortplantingscellen worden ……….. genoemd.
zaadcellen/ sperma
- De …….. verbindt de eierstok met de baarmoeder.
eileider / tubae
- De menstruatiecyclus duurt gemiddeld …. dagen.
28 dagen
- Het vrouwelijke geslachtshormoon dat verantwoordelijk is voor de secundaire geslachtskenmerken is …….
oestrogeen
- Beschrijf kort de weg die een zaadcel aflegt van productie tot ejaculatie.
zaadcellen aangemaakt door teelballen
rijpen in de bijbal
via zaadleiders naar zaadblaasjes
naar porstaat (voegt vocht toe)
verlaat lichaam via urinebuis in de penis
- Leg uit wat er hormonaal gebeurt tijdens de menstruatiecyclus.
FSH stimuleert de rijping van de eicel;
oestrogeen zorgt voor opbouw van het baarmoederslijmvlies;
een piek in LH veroorzaakt ovulatie;
na ovulatie produceert het corpus luteum progesteron, wat het baarmoederslijmvlies in stand houdt.
Als er geen bevruchting is, dalen progesteron en oestrogeen, en volgt menstruatie.
- Welke invloed heeft het endocrien stelsel op het voortplantingsstelsel?
Het produceert hormonen die de voortplanting reguleren
- Welke rol speelt het bloedvatenstelsel bij de werking van de voortplantingsorganen?
Bloedvaten brengen hormonen en voedingsstoffen naar de geslachtsorganen
- Waarom is het belangrijk dat het immuunsysteem gereguleerd wordt tijdens de zwangerschap?
Om te vermijden dat het lichaam de foetus afstoot
- Tijdens de zwangerschap neemt het volume van het bloed toe. Dit toont een link tussen het voortplantingsstelsel en het ____________ stelsel.
bloedvatenstelsel
- De hypofyse produceert LH en FSH, twee hormonen die invloed hebben op het voortplantingsstelsel. Dit is een voorbeeld van samenwerking met het ____________ stelsel.
endocrien
- Leg uit hoe het zenuwstelsel betrokken is bij de geslachtsgemeenschap en voortplanting.
Het zenuwstelsel is betrokken bij seksuele opwinding, erectie, orgasme en ejaculatie. Het coördineert prikkels en geeft signalen door die zorgen voor lichamelijke reacties.
- Geef een voorbeeld van een aandoening waarbij er een link is tussen het urinewegstelsel en het voortplantingsstelsel.
Een urineweginfectie (UWI) komt vaak voor bij vrouwen vanwege de korte afstand tussen urinebuis en vagina. Ook prostaatproblemen bij mannen kunnen het plassen beïnvloeden.
Wat is het verschil tussen primaire en secundaire geslachtskenmerken? Geef een voorbeeld van elk.
o Primaire geslachtskenmerken zijn verschillen in de geslachtsorganen zelf, die al bij de geboorte aanwezig zijn (vb. penis en testes bij mannen, vagina en uterus bij vrouwen).
o Secundaire geslachtskenmerken zijn kenmerken die zich ontwikkelen in de puberteit onder invloed van hormonen en niet direct tot de geslachtsorganen behoren (vb. baardgroei bij mannen, borstontwikkeling bij vrouwen).
Noem 3 voorbeelden van secundaire geslachtskenmerken bij mannen en 3 bij vrouwen.
o Mannen: baardgroei, diepere stem, toename spiermassa.
o Vrouwen: borstontwikkeling, bredere heupen, verandering in vetverdeling.
Noem de inwendige en uitwendige geslachtsorganen van de vrouw.
o Uitwendig: schaamheuvel, grote schaamlippen, kleine schaamlippen, clitoris.
o Inwendig: vagina, uterus, tubae (eileiders), ovaria (eierstokken).
Beschrijf de bouw van de vulva.
o De vulva omvat de schaamheuvel, grote en kleine schaamlippen, clitoris, en de uitmondingen van de urethra en vagina. De schaamheuvel is een met haar bedekte verhevenheid voor het os pubis. De grote schaamlippen zijn huidplooien met vetweefsel. De kleine schaamlippen liggen tussen de grote schaamlippen.
Beschrijf beknopt de bouw van de uterus.
o De uterus (baarmoeder) is een gespierd orgaan met een dikke wand, bestaande uit het endometrium (binnenste slijmvlieslaag), myometrium (gespierde laag) en peritoneum (buitenste laag). Het is verdeeld in de fundus (bovenste deel), corpus (middelste deel) en cervix (onderste deel).