Zenuwstelsel Flashcards

(87 cards)

1
Q

2 indelingen vh zenuwstelsel

A

Anatomische indeling
Fysiologische indeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Anatomische indeling 2 onderverdelingen?

A

Centraal: schedel en wervelkolom
Perifeer: hersenen en ruggenmergzenuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Anatomisch, Centraalzenuwstelsel?

A

Hersenen en ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Anatomisch indeling perifeer

A

Alles buiten de schedel en ruggenmerg liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Fysiologische indeling 2 onderverdelingen

A

Willekeurig
Onwillekeurig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Fysiologische indeling willekeurig

A

Onder invloed wil
Doelgericht
Mens in contact met de buitenwereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Fysiologische indeling onwillekeurig

A

Niet onder invloed van de wil
Functies die niet in relatie staan met de buitenwereld
Verzorgd de orgaanfuncties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Fysiologische indeling onwillekeurig welke orgaan functies verzorgen

A

Bloedsomloop
Ah
SVS
UITSCHEIDING
METABOLISME

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom is de scheiding tussen willekeurig en onwillekeurig niet altijd duidelijk?

A

AH onwillekeurig maar kan men de snelheid beïnvloeden met onze wil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Cellen van het zenuwstelsel?

A

Neuronen
Steuncellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waaruit bestaat zenuwweefsel?

A

Neuronen en steuncellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Neuron bevat uitlopers welke?

A

Dendriet, axonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Steuncellen zijn?

A

Gliacellen waaronder cellen van schwann

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Soorten neuron

A

Sensorisch neuron
Schakelneuron
Motorische neuron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Soorten neuron sensorisch leg uit

A

Neuron die prikkel ontvangt vanuit omgeving en verdraagt naar zenuwstelsel bv joude, warmte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Schakelneuron?

A

Krijgt het signaal en geeft verder door aan schakelencel- terug schakelcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Motorische neuron?

A

Prikkel reactie overdraagt aan spierweefsel of klier om stof aan te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Bouw neuron?
welk kleur?

A

Grijskleurig
2 uitlopers
Dendriet
Axonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Leg de weg uit van een prikkel- reactie

A

Prikkel-> sensorische neuron -> schakelneuron -> motorische neuron-> reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

De dendriet?

A

vangen prikkels op
Bestaan uit korte boonvormige vertakkingen
Niet elke prikkel is groot en talking genoeg om het cellichaam te bereiken
Geleiden ze verder cellichaam
Een zenuwcellen bevat meerdere dendrieten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Waaruit bestaan dendrieten?

A

Korte, boonvormige vertakking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Gaat elke prikkel door bij een dendriet?

A

Nee niet elke prikkel is sterk genoeg om het cellichaam te bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke prikkels gaan wel door tot aan cellichaam?

A

Voldoende groot en talrijk zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Axon

A

Voorkomt dat prikkels zomaar naar axon in de buurt gaat
De myelineschede versnelt de geleiding vd zenuwprikkels
1 axon per zenuwcel
Geleid de prikkel vanaf cellichaam-> signaal nr volgende cel
Axonen zijn enkel vertakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Reageert een axon op elke prikkel
Ja
26
Axon welke kleur?
Wit
27
Door wat is axon omgeven?
Witte stof, mergschede, myelineschede
28
Waar is de myelineschede gelegen?
Tussen de axon en de cel van schwann
29
Taak axon?
1 Voorkomen dat de Prikkel zomaar op andere axon word overdragen 2 Versnelt de meyelineschede de geleiding vd zenuwprikkels
30
Myelineschede word aangemaakt door de ?
Gliacellen
31
Cellen van schwann?
Lange neuronen worden de gliacellen die myeline aanmaken =cellen van schwann
32
Zenuwvezel? Veel zenuwvezels samen ?
1 Axon omgeven door myelineschede 2 zenuw
33
Prikkelgeleiding in het zenuwweefsel? Taak
Zenuwcellen prikkels geleiden, over dragen op andere cellen
34
Maken zenuwcellen contact met elkaar?
Nee, maar wel in verbinding.
35
Synaps?
De plaats waar een zenuwcel (axon) verbinding met anders zenuwcel= synaps
36
Prikkelgeleiding de weg ... zenuwvezels
Dendriet-> cellichaam -> axon -> uiteinde axon -> opnieuw dendriet
37
Prikkel
Prikkel begint met fysieke prikkel blaasjes komen vrij eindigd in chemische prikkel
38
Eindknoopjes bevat blaasjes waarin speciale stof zit?
Neurotransmitter bv adrenaline, dopamine
39
Als zenuwprikkel synaps aankomt
Zorgt deze ervoor dat de neurotransmitter vrijkomt
40
Waar komt de neurotransmitter terecht als hij vrij komt?
In de synaptische spleet, en prikkelt de volgende zenuwcel aan de receptoren thv de dendrieten
41
Het doorgeven van een zenuwprikkel in een synaps?
Kan maar in 1 richting van axonuiteinde met eindknopjes naar dendriet
42
Steuncellen in het zenuwstelsel zijn de?
Gliacellen
43
Functies gliacellen 6
1 verstevigen van de hersenen 2 aanmaken van myelineschede, neuronen bij perifere -> cellen van schwann 3 opruimen dode neuronen 4 Opruimen transmitters die gebruikt zijn bij signaaloverdracht 5 stand houden bloed hersen barriere: niet alles moet bij de hersenen geraken 6 afgeven zuurstof en voedingstoffen aan neuronen
44
Centraal zenuwstelsel onderverdeling?
1 Hersenen Grote hersenen/ cerebrum Kleine hersenen/ cerebellum Hersenstam 2 ruggensmerg
45
Ligging hersenen
Goed beschermd in schedel door opening in schedelbasis loopt ruggenmerg beschermd in wervelkanaal
46
Hersen en ruggenmergvliezen
3 vliezen schedel - hersenvliezen Ruggenmerg - Ruggenmergvliezen 1 zachte vlies/ pia mater 2 spinnenwebvlies/ arachnoïdea 3 harde hersenvlies/ Dura mater
47
Hersen en ruggenmergvliezen van binnen naar buiten
1 Pia mater 2 arachnoïdea 3 Dura mater
48
Tussen arachnoïdea, en Pia mater?
Subarachnoïdeale ruimte gevuld met hersenvloeistof= liquor cerebrospinalis
49
Perifeer zenuwstelsel
12paar hersenzenuwen 31paar ruggenmergzenuwen
50
Verschil tussen zenuwstelsel en hormoonstelsel?
Tijd bij zenuwen veel hoger
51
Verschillende soorten neuronen? 3
Sensorische zenuw Motorische zenuw Gemende zenuw
52
Waar horen de zenuwen bij?
Perifeer zenuwstelsel Ze lopen buiten de schedel en ruggenmerg
53
Sensorische zenuwvezel?
Informatie uit lichaam naar centraal zenuwstelsel
54
Motorische zenuwvezel
Reactie via zenuw naar lichaam
55
Ruggenmerg ligging
Gelegen in wervelkanaal Begint thv achterhoofdsgat Eindigt thv 1ste lumbale wervel
56
Bij doorsnede wervel
Centraal grijze stof Buitenkant ruggenmerg ligt witte stof - hierin zenuwvezels info nr hersenen en terug
57
Achterhoornen
Ontvangen Informatie vd sensibele zenuwvezels
58
Prikkel reactie....
Zintuig- receptoren registeren- omzetten elektrische impuls - sensorische neuron Info ruggenmerg - schakel neuron info hersenen - hersenen verwerken sturen bewuste reactie - motorische neuron spieren bewuste reactie
59
Reflex wat?
Onbewuste en onwillekeurig reactie op een prikkel in het lichaam
60
overdracht van informatie vanuit het lichaam naar hersenen
sensoren ontvangen zenuwprikkel - sensorische zenuwvezel - achterhoorn - ruggenmerg - sensorische opstijgend zenuwbaan - hersenen
61
overdracht van info vanuit het lichaam (naar spier
hersenen - hersenstam - motorische dalende zenuwbanen (piramidebanen) - ruggenmerg - voorhoorn - motorische zenuwvezel - spieren/ klier
62
reflex?
onbewust en onwillekeurige reactie op een prikkel in het lichaam
63
Geef de weg van een reflex
prikkel sensorische zenuwvezel - via ruggenmerg - achterhoorn - voorhoorn - ruggenmerg - motorische zenuwvezel - spier / klier
64
Ruggenmergzenuwen
sensorische en motorische zenuwvezels die tussen ruggenmerg en lichaam bundelen zich samen in de ruggenmergzenuwen
65
waar verlaten de ruggenmergzenuwen wervelkanaal? waar het 1ste paar?
via de laterale opening tussen 2 wervels het 1ste paar ruggenmergzenuwen treedt uit tussen de schedel en de atlas
66
welke ruggenmergzenuwen hebben we?
A. cervicale wervels: 8 halszenuwen B. dorsale of thoracale wervels: 12 rug- of borstzenuwen C. lumbale wervels: 5 lendenzenuwen D. os sacrum: 5 sacrale zenuwen E. os coccygis: 1 (soms 2) staartbeenzenuw F. paardenstaart (cauda equina)
67
tot waar loopt het ruggenmerg?
1ste lumbale wervel
68
paardenstaart
op het einde vh ruggenmerg treft men alleen zenuwvezels deze lopen tot waar ze wervelkanaal uittreden deze zenuwvezels vormen samen cauda equina
69
is de paardenstaart ook omgeven door de 3vliezen?
ja de 3ruggenmergvliezen en de hersenvloeistof
70
ruggenmergzenuwen vormen ingewikkelde vlechten?
plexus
71
plexus?
ruggenmergzenuwen die ingewikkelde vlechten maakt
72
taak van plexus?
arm en been zenuwen plexus brachilis- armen ligt in de oksel plexus lumbosacralis- benen in lendengebied
73
waar eindigen de zenuwen?
zeer fijne uitlopers bv in de huid of in de spier
74
grote hersenen, kleine hersenen latijnse benaming
cerebrum groot cerebellum klein
75
cerebrum onderverdelen in 2 delen?
hemisferen linker en rechter
76
76
76
77
78
linker en rechter hemisfeer staan in verbinding door.. wat gebeurt er?
hersenbalk gegevens uitgewisseld van links naar rechts en andersom
79
waar kruisen de ruggenmergzenuwen? geef uitleg
thv verlengde merg li hemisfeer info ontvangen vanuit de rechterlichaamshelft en doorgeven aan rechter helft. rechter doet dit voor de linker kant
80
wat zie je aan de buitenkant vh cerebrum?
gyri windingen sulci groeven
81
cerebrul onderverdelen in 4 kwabben welke?
- voorhoofdskwab (lobus frontalis) - wandkwab (lobus parietalis) - slaapkwab (lobus temporalis) - achterhoofdskwab (lobus occipitalis)
82
bij doorsnede zijn bij cerebrum 2lagen zichtbaar
grijze laag witte laag
83
leg de grijze laag uit
hersenschors/ cortex buitenste laag grijze kleur o.w.v. cellichamen wordt ook de grijze stof genoemd
84
leg de witte laag uit
hersenmerg of medulla binnenste laag witte kleur o.w.v. myelineschede rondom axonen wordt ook de witte stof genoemd
85