W5VO3: Embryogenese van de wervelkolom en correlatie met foetale afwijkingen Flashcards

1
Q

Homeotische transformaties

A
  • wervel heeft de identiteit aangenomen van een meer anterieur gelegen wervel (bijv lumbale met rib): anterieure homeotische transformatie
  • wervel heeft ideniteit aangenomen van een meer posterior gelegen wervel: posteriore homeotische transformatie
  • aanwezigheid van een transformatie geeft een slechtere prognose aan
  • CT = overgang cervicaal thoracaal, TL, LS: afwijkingen op alle 3 niveaus zijn het meest voorspellend voor aangeboren afwijkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Opbouw wervels

A
  • ontstaan uit somieten (specifiek het sclerotoom)
  • 3 botkernen per wervel: botkern vh wervellichaam, en de gepaarde bilaterale kernen van de wervelbogen (arcus)
  • begint vanaf 9 weken, begint cervicothoracaal, rond 14 weken lumbaal
  • longitudinaal wordt sclerotomen gesplitst in een voorste deel met een relatief lage celdichtheid en een achterste deel met een hoge celdichtheid: het voorste deel zal samen met het compacte deel vd voorliggende somiet een wervel vormen
  • in de ruimte tussen het voorste en achterste deel zal een tussenwervelschijf ontstaan en ontwikkelen zich de spinale zenuwen. Oriëntatie hiervan is parallel aan het notochord
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Somitogenese

A
  • cellen zijn afkomstig uit de primitiefstreek, waar gastrulatie plaatsvindt -> mesoderm wordt gevormd
  • bestaat uit paraxiaal mesoderm
  • transformatie van paraxiaal mesoderm naar somiet is complex, gradiënten van vitamine A zuur en FGF8, oscillerende expressie van eiwitten en cel-cel interactie een belangrijke rol spelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

HOX-eiwitten

A
  • transcriptiefactoren, bepalen de anterior- posterior identiteit van weefsels en cellen
  • worden vroeg getranscribeerd in de primitiefstreek
  • 39 HOX genen met 13 functioneel en structureel overlappende subtypes (HOX1-HOX13), die in 4 cluster (A-D) op 4 chromosomen liggen
  • duidelijke relatie tussen de positie binnen het cluster en de anterior- en posterior expressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Spina bifida

A
  • gestoorde vorming van wervels (arcus niet goed ontwikkeld) -> wervelkolom in situ sluit niet goed af
  • als de huid dus ook niet gesloten is, kan het centrale kanaal uitstulpen uit de rug: meningocele
  • meningomyelocele: ook zenuwen van het ruggenmerg zitten in de uitstulping
  • RF: gebruik anti-epileptica, ontregelde DM in eerste trimester, foliumzuurdeficiëntie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Schisis

A

Aangeboren afwijking van het gezicht, gekenmerkt door een spleet of groei in de bovenlip, kaak en/of gehemelte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly