Wat is de werking van het cerebrum met betrekking tot de functies van de cortex, gevoelsperceptie, controle van skeletspieren, bewustzijn en slaap, emoties, geheugen en leerprocessen? Flashcards

(45 cards)

1
Q

20a

A

dienchephalon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

20a thalamus

A

dikke wanden
- laterale wand in 3e ventrikel, interthalamische adhesie; ringvormige ruimte
- tussen station voor sensorische informatie van cerebellum en basale ganglia
-> alle sensorische banen door kernen voordat ze eindigen in cerebrale cortex
Behalve zenuwbanen met olfactorische informatie
* nucleus geniculatum laterale; axonen uit de optische zenuwen
* nucleus geniculatum mediale; axonen uit accoustische zenuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

20a hypofyse

A

onder hypothalamus

  • Link tussen zenuwstelsel en endocrien stelsel, indirecte controle via hypofyse
  • Hoofdregelcentrum voor autonome zenuwstelsel, speelt rol bij lichaamstemperatuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

20a hypothalamus

A

bodem

  • Dorst, honger en libido in centra van de hypothalamus
  • hypotahalamus en hersenstam cruciaal voor regeling van de homeostase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

20b

A

cerebrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

20b reactie-flexibiliteit

A

evaluatie van vroegere ervaringen naast actuele toestand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

20b analyse over beslissingen

A

veel hoger dan autonome gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

20b geheugen

A

informatie van vroegere ervaring opslaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

20b leren

A

informatie gebruiken om gedrag te bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

20b Neocortex

A
  • verwerken van olfactorische informatie uit omgeving/via thalamus  rhinencephalon
  • ontvangt alle sensorische informatie uit omgeving via thalamus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

20b Cerebrale cortex

A

Meeste neuronen zijn hier gelocaliseerd
Grijze stof; basale ganglia
corpus callosum; verbindt de twee hemisferen door neuronale connecties
- verantwoordelijk voor bewuste ervaring van sensorische input  perceptie
- bewuste sturing van lichaamsbeweging en andere activiteiten
- bevatten geen pijnsensoren
Informatie komt altijd op dezelfde plaats binnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

20b Primaire corticale gebieden

A

eenvoudige reacties

  • visuele cortex
  • auditieve cortex
  • somatosensorische cortex = huidsensaties
  • motorcortex = spierbewegingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

20b Associatie-cortex/gebieden

A

complexere reacties

- minder gedefinieerde functies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

20b Verbinding retina met visuele cortex

A
  • informatie van aangrenzende delen van de cortex

- fovea centralis; cortex niveau meer aandacht; stijging gezichtsscherpte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

20b Accoustische informatie

A
  • verschillende geluidsfrequenties op diverse plaatsen van auditieve cortex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

20b Bewuste gevoelsperspectie

A
  • via spinale zenuwen naar dorsale hoorn van ruggenmerg
  • via craniale zenuwen naar cortex
     reflexmatige controle over effector-organen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

20b Informatie gaat door naar cerebrale cortex

A
  • via dorsale ruggenmergkolom; informatie sensoren in de huid/gewrichten/spieren
  • via spinothalamische zenuwbanen; inforamtie over pijn/temperatuur/overdreven huid
    stimulatie
     3 neuronen + 2 synapsen standaard; synaps is beïnvloeding van mogelijkheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

20c

A

Willekeurige controle skeletspieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

20c 2 types verbindingen van motorische cortex naar motorneuronen ventrale hoorn ruggenmerg

A
  1. Pyramidale baan

2. Extra-pyramidale baan

20
Q
  1. Pyramidale baan
A
  • directe verbindingen; geen synapsen
  • axonen door ventrale deel van verlengde merg
  • fijne motoriek
  • concentratie en bewust nadenken noodzakelijk
    Piramidaal beter ontwikkeld bij primaten ivm klassieke huisdieren
21
Q
  1. Extra-pyramidale baan
A
  • door verlengde deel, buiten ventrale pyramide
  • synapsen ter hoogte van de kernen in de hersenen  beïnvloeding mogelijk!
  • grotere spiergroepen die gecoördineerd moeten werken
  • lichaamshouding, vloeiende bewegingen (minder concentratie nodig, ‘automatisch’ )
22
Q

20c Motorische cortex

A
  • balans tussen excitatorische en inhibitorische input via synapsen
  • neuronen intieren of stoppen niet zelf de bewegingen; ontspringen in associatie-cortex of
    thalamus
23
Q

20c Thalamus

A
  • tussenstation informatie van basale ganglia van cerebrum en cerebellum
  • basale ganglia; groep kernen rond de thalamus  gepaarde kernen vormen corpus striatum
  • krijgt ook informatie uit andere hersendelen; link tussen motivatie, emotionele
    reacties en
    lichaam beweging; rol in uitvoeren van automatische en aangeleerde bewegingen
    Basale ganglia + substantia nigra zorgen voor planning van complexe bewegingen
24
Q

20c Associatie-cortex + basale ganglia

A

voorbereiding

25
20c Cerebellum
uitvoering
26
20c Automatische beweging
sensorische cel -> verlengde merg -> ruggenmerg -> spier
27
20c Somatomotorische beweging
sensorische cel  ruggenmerg  spier
28
20c Willekeurige beweging
sensorische cel  thalamus  cerebrale cortex  verlengde | merg ruggenmerg  spier
29
20c bewust wording, perceptie van reflex/aanraking
sensorische cel  thalamus
30
20c reflex onderdrukken
cerebrale cortex  ruggenmerg
31
20c automatisme
ruggenmerg  spier
32
20d
Bewustzijn en slaap
33
20d Elektrische activiteit van de hersenen (EEG)
* ontspanning (geen visuele informatie); grote amplitude en lage frequenties (alfa golven) * fixatie/aandachtig; kleine amplitude en grote frequentie (bèta golven)
34
20d Overgang slaaptoestand naar wakker worden
- actie van foramtio reticularis in hersenstam -ontvangen informatie van sensoren en neuronen die skeletspieren sturen  vanuit formatio reticularis naar cortex; bombarderen met impulsen; wakker worden/bewust zijn
35
20d Wakkere toestand
constante sensorische input houdt formatio reticularies actief  stimulatie cortex slapen is verminderen van sensorische input! Bewuste bewegingen; foramtio reticularis wordt ook gestimuleerd via motorische banen van cerebrale cortex
36
20e
Emoties
37
20e limbisch systeem
in de buurt van corpus callosum  delen van cerebrale cortex, cerebrum en hypothalamus  hippocampus; belangrijk voor geheugen - emoties beïnvloeden autonome zenuwstelsel - duidelijke link met hypothalamus; deel van limbisch systeem en coördinatiecentrum voor autonome centraal zenuwstelsel
38
20e n. olfactorius;
direct verbonden met limbisch systeem; reuk uniek zintuig (roept emoties op)
39
20f
Geheugen en leerproces
40
20f Geheugen is stockage van informatie in zenuwstelsel
 alleen van nut als het opnieuw opgevraagd kan worden Leren is veranderingen in gedrag op basis van voorgaande ervaringen * gewoonwording = onderdrukking van reactie * sensitisatie = versterking van reactie * klassieke conditionering = ongeconditioneerde stimulus en geconditioneerde stimulus lokken zelfde reactie uit (Pavlov-effect) * operant conditionering = empirische conditionering; op basis van ervaring
41
20f korte termijn geheugen
gelimiteerd (gaat verloren of overgebracht naar lange termijngeheugen) * elektrische activiteit in neuronale netwerken
42
20f lange termijn geheugen
ongelimiteerd | * chemische of fysische veranderingen in neurale cellen
43
20f werkgeheugen
parate kennis  voor beslissingen/oplossingen, zowel kort als lange termijn
44
20f procedure geheugen
cerebellum * HOE iets gedaan wordt * gerelateerd aan beweging
45
20f Declaratief (expliciet) geheugen
cortex * WAT iets is/gedaan wordt * bewust Hippocampus is link tussen korte- en lange termijn