Week 1 Flashcards
Ademteug in rust en frequentie in rust
0,5-1L frequentie ongeveer 15 X per minuut
Teugvolume (Vt)
Gemiddelde ademdiepte bij rustige ademhaling
Ademminuutvolume
Teugvolume X Ademfrequentie
Expiratoire reserve volume (ERV)
De hoeveelheid lucht beneden het normale uitademingsniveau na maximaal uitblazen
Inspiratoire reserve volume
De hoeveelheid lucht boven het normale inademingsniveau na maximaal inademen
Residueel volume (RV)
De hoeveelheid lucht die nog in de longen zit na maximale uitademing (1,5-2 L)
Functionele residuele capaciteit (FRC)
ERV+RV Het volume onder het normale uitademingsniveau tot het 0 niveau
Inspiratoire vitale capaciteit (IVC)
IRV + Vt + ERV. Het maximale volume wat in te ademen is na maximaal uitademen
Expiratoire vitale capaciteit (EVC)
IRV + Vt + ERV Hetzelfde als IVC, maar hier wordt eerst maximaal ingeademd en vervolgens maximaal uitgeademd.
Totale longcapaciteit (TLC)
Het volume wanneer de longen maximaal gevuld zijn, dus na maximale inademing.
Forced expiratoiry volume 1 (FEV1)
Hoeveel liter de patiënt maximaal kan uitademen in de eerste seconde
FIV1
Hetzelfde als FEV1, maar dan is uitademen inademen.
Wet van Fick
Vgas= (A/T) x Dgas x (p1-p2)
Dgas= Sol/wortel MW
Hoeveel zuurstofmoleculen kan een erytrocyt vervoeren
4
Bij een lagere pO2 en een hogere pCO2 is er dan een zuurdere of een basischere omgeving
Zuurder
Hyperventilatie
pO2: stijgt
pCO2: daalt
PH: stijgt
Respiratoire alkalose
Hypoventilatie
pO2: daalt
pCO2: stijgt
PH: daalt
Respiratoire acidose
FRC evenwicht
Het punt waarbij de retractiekracht van de long en thorax gelijk zijn
Wat doet surfactant
Het zorgt voor afname van de oppervlaktespanning
Wet van laplace
P= 2T/R
P= druk
T= oppervlaktespanning
R= straal
Piepen inspiratoir
Probleem zit extrathoracaal
Piepen expiratoir
Probleem zit intrathoracaal
Verlengd expirium
Vaak astma/COPD
Referentiewaarden voor FVC en FEV1
Leeftijd, lengte, geslacht, etniciteit