Week 1

Question 1

Gewoonterecht

Answer 1

General practise
- Extensive
- Virtually uniform
- Verloop van tijd geen vereiste

Rechtsovertuiging
- Staten hebben oordeel dat praktijk onder internationaal recht is vereist
- Afgeleid uit handelingen verdragspraktijk of besluitvorming in internationale fora

Question 2

Algemene rechtsbeginselen

Answer 2

• Beginselen die inherent worden geacht aan het concept recht
• Beginselen die worden ontleend aan algemene concepties over rechtvaardigheid of menselijkheid.
• Beginselen die gemeenschappelijk zijn aan nationale rechtssystemen
• Algemene beginselen van internationaal recht.

Question 3

Extern zelfbeschikkingsrecht

Answer 3

• Mag als volkeren zijn onderworpen aan buitenlandse bezetting of overheersing
• Indien extern zelfbeschikkingsrecht een titel oplevert voor afscheiding is effectief gezag niet vereist.

Wordt betoogt dat ontkenning van het interne zelfbeschikkingsrecht leidt tot het verkrijgen van een recht op externe zelfbeschikking (remedial seccesion). Dit blijkt in de praktijk geen aansluiting te vinden.

Question 4

Erkenning

Answer 4

Erkenning heeft een declaratoire functie en is geen voorwaarde voor het ontstaan voor een staat. Het is enkel een bevestiging van de erkennende staat dat de staat voldoet aan de criteria voor een staat en een aanvaarding van rechtssubjectiviteit in onderlinge betrekkingen.

• Indien onduidelijk is of er effectief gezag wordt uitgeoefend geldt erkenning als bewijs.
• Erkenning geeft praktische betekenis aan rechtssubjectiviteit. Staat kan zonder erkenning niks op internationale toneel.
• Correctief effect.Indien nog geen effectief gezag is kunnen staten dit gezag bespoedigen door de staat te erkennen.

Question 5

Diplomatieke geschilbeslechting

Answer 5

Onderhandelingen
Goede diensten
Bemiddeling
- Berust ook op instemming partijen
Feitenonderzoek
Conciliatie
- Niet bindend tenzij partijen dat voorafgaand afspreken

Question 6

Rechtsmacht

Answer 6

Territorialiteit: In beginsel onbeperkte rechtsmacht van een staat binnen grondgebied. Ongeacht nationaliteit van de betrokken personen.

Subjectief territotialiteitsbeginsel: Bepaalde gebeurtenis begint op grondgebied maar eindigt daar niet/heeft daar geen effect.

Objectief territorialiteitsbeginsel: personen in het buitenland indien handelingen gevolgen hebben binnen grondgebied.

Nationaliteit :

Actief nationaliteitsbeginsel: alle personen die nationaliteit bezitten.

Passief nationaliteitsbeginsel: Niet-onderdanen die worden verdacht van in het buitenland gepleegde handelingen die schade toebrengen aan onderdanen.

Bescherming:
Personen buiten grondgebied als deze handelingen vitale belangen van de staat kunnen raken.

Universaliteit:
Eerste drie aanknopingspunten gaan niet op. Personen die fundamentele waarden van de internationale gemeenschap schenden

Beperkte universele rechtsmacht: Verdragen die partijen verplichten rechtsmacht te vestigen indien verdachte in verdragen gespecificeerde misdrijven begaat en op grondgebied bevindt en de staat hem niet uitlevert.

Zuivere:
Gewoonterecht. Vaak toch afhankelijk van territoriale aanknoping.