Week 2 Flashcards

1
Q

Geweldverbod VN handvest

A
  • Ook eigendommen en organen van een staat in een andere staat worden beschermd.
  • Sommige militaire handelingen die territoriale integriteit schenden vallen niet onder verbod. Denk dan aan evacuatie.
  • Niet van toepassing op conflicten binnen staten
  • Niet van toepassing bij toestemming om territorium te gebruiken.
  • Uitgezonders is geweld door of namens de VN of bij zelfverdediging.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat valt onder art. 39 VN handvest?

A
  • Gebruik van geweld
  • Grootschalige schending van de rechten van de mens (grensoverschijdende gevolgen niet vereist.)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Delegatie gebruik geweld

A

Rechtsbasis uit art. 39/42 VN handvest

  • Machtiging wordt uitdrukkelijk gegeven (Formulering dat lidstaten alle noodzakelijke maatregelen mogen nemen).
  • De machtiging schept geen verplichting om deel te nemen aan militaire operatie.
  • Zowel commando als financiering rusten bij deelnemende staten. Veiligheidsraad houdt wel uiteindelijke gezag en politieke verantwoordelijkheid.
  • Veiligheidsraad kan op elk moment rechtsbasis wijzigen of intrekken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vredesbewaring

A
  • Vredesbewaring vindt plaats met toestemming van staat waar troepen zijn gelegerd
  • Troepen worden op vrijwillige basis afgestaan door lidstaten
  • Vredesmachten onder commando van veiligheidsraad
  • Vredesmachten zijn neutraal
  • Vredesmachten gebruiken geen geweld tenzij noodzakelijk door zelfverdediging
  • In sommige gevallen wordt de bevoegdheid tot gebruik geweld uitgebreid. Dit voor humanitaire taken of beschermen burgers.Vredesbewaring naar vredeshandhaving.
  • Vredesmachten in toenemende mate ingezet voor vredesopbouw. Civiele taken en opbouw overheidsgezag.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer “gewapende aanval”

A

Een aanval tegen personen of goederen op het grondgebied van de betrokken staat. Ook aanval op overheidsinstelling in een andere staat.

  • Geweld moet een bepaalde omvang hebben
  • Gewoonterecht: ook bij dreigende aanval kan recht op zelfverdediging ontstaan. ‘necessity of self defense, instant, overwhelming, leaving no choice of means, and no moment of deliberation’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer Humanitaire noodsituatie

A

Er moet overtuigend en geloofwaardig bewijs zijn van het bestaan van een humanitaire noodsituatie

Het moet duidelijk zijn aan wie de verantwoordelijkheid voor de situatie kan worden toegerekend

Dringende noodzaak om op te treden en geen alternatieven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Algemene beginselen voor internationale conflicten

A
  • Onderscheid tussen combatanten en niet-combatanten. Derde geneevse cconventie regelt de status van krijgsgevangenen.
  • Proportionaliteit. Geen buitenproportionele schade aan burgers of civiele objecten. Alleen gevechtshandelingen die als doel hebben om militaire kracht van de tegenstander te verzwakken.
  • voorkoming van onnodig en buiensporig leed. denk an het verbod van sommige wapens.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer collectieve self defense?

A
  1. Must be a victim state that is entitled to use individual right to self-defense
  2. Victim state needs to consider itself to be a victim par. 199
  3. The victim state must request assistance
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly