Week 1 Flashcards
(48 cards)
Commitment
De mate van toewijding van een werknemer aan de organisatie.
Attitude
Een mening.
Subjective norm
Wat iemand denkt dat anderen van het gedrag vinden.
Perceived behavioral control/ waargenomen controle
Hoeveel controle iemand denkt te hebben over zijn gedrag.
Actual behavioral control
Hoeveel controle iemand heeft over zijn gedrag.
Lay beliefs
Overtuigingen die niet gebaseerd zijn op wetenschap.
OCB (Organizational Citizenship Behavior)
Vrijwillig gedrag van werknemers dat geen onderdeel is van de functievereisten en goed is voor de organisatie.
CWB (Counterproductive Work Behavior)
Gedrag van werknemers dat opzettelijk schadelijk is voor de organisatie.
Bij attitudes zeg je wat je vindt van iets. Bijvoorbeeld:
Ik vind mijn werk leuk – positief
Ik vind HRMOG saai – negatief
Attitudes kunnen simpel zijn (ik lust dit) of complex (ik ben voor de doodstraf).
Benoem de 3 soorten attitudes (om bij de organisatie te blijven):
- Affectief: blijven bij de organisatie vanwege emotionele verbondenheid.
- Continuance: blijven bij de organisatie omdat het moet (veel te verliezen).
- Normatief: blijven bij de organisatie omdat het moreel hoort.
Positieve attitudes zijn een belangrijke voorspeller van gedrag. Ze zorgen voor extra inzet van collega’s voor de organisatie (OCB). Bijvoorbeeld een collega helpen met werk zonder ervoor betaald te worden of bereid zijn om buiten werktijd iets voor de organisatie te doen. Bovendien verlagen ze ongewenst gedrag (CBW) zoals sabotage, roddelen, diefsel en verloop.
OCB-gedragingen maken geen deel uit van een medewerker zijn formele taken of functieomschrijving.
Technology acceptence betekent: in hoeverre mensen bereid zijn om een nieuwe technologie te gebruiken, en wat hun intentie beïnvloedt om die technologie te accepteren of af te wijzen.
Waarom zeggen mensen dat ze iets belangrijk vinden, maar handelen er niet naar? Benoem de kern bij de perspectieven Theory of Planned Behavior en bij de cognitieve dissonantietheorie:
- Theory of Planned Behavior: hoe intentie en ervaren controle samenhangen met gedrag.
- Cognitieve dissonantietheorie: wat er gebeurt als gedrag en overtuigingen botsen.
Hoe wordt gedrag volgens Ajzen gedrag vooral voorspeld?
Door de intentie om het gedrag uit te voeren.
Weergeef de theory of behavorial control (Ajzen, 1991):
wann kan ik eindelijk foto’s!
De attitude over het gedrag, de subjectieve norm en de perceived behavorial control bepalen de intentie om het gedrag te tonen. De intentie om het gedrag te tonen en de actual behavorial control bepalen het uiteindelijke gedrag.
Je kunt meer variabelen toevoegen aan het model, maar die moeten zorgvuldig worden gekozen!
Foto recylen en sporten
Wat is het verschil tussen de TPB en de Theory of Reasoned Action (TRA)?
TRA gaat uit van volledige controle over gedrag, TPB niet.
Is TPB een uitbreiding van de TRA?
Ja.
Hoe goed voorspelt de TPB gedrag? TPB is één van de meest succesvolle modellen voor gedragsvoorspelling. De nauwkeurigheid hangt af van hoe goed de intentie en waargenomen controle zijn gemeten.
Wat is er cruciaal als gedrag niet volledig onder controle staat?
Perceived behavioral control.
Als mensen denken dat ze iets niet kúnnen doen, zullen ze het minder snel proberen – zelfs als ze het willen.
Hoe moet je de TPB-variabelen meten?
Vragenlijsten over concreet gedrag.