Week 1 Flashcards

(17 cards)

1
Q

Welke twee biologische pijlers liggen aan de basis van samenwerking?

A

Vertrouwen in anderen en erkenning van individuen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een formele constitutie?

A

Grondwetten. Dit zijn documenten die de structuur en werking van een staat vastleggen. Ze omvatten vaak regels met betrekking tot verdeling van bevoegdheden, de inrichting van overheidsorganen en de bescherming van grondrechten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een materiële constitutie?

A

Materiële constituties bevatten de fundamentele regels die het leiderschap en het rechtssysteem sturen. Deze regels vormen de kernprincipes die ten grondslag liggen aan het bestuur van een land en de bescherming van de rechten van haar burgers. Hieronder vallen ook conventies als de vertrouwensregel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Constitutionalisme

A

Het geloof in de noodzaak van grondwettelijk bestuur, en het idee van de democratische rechtsstaat, waarbij leiderschap wordt beteugeld door het recht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Juridische effecten van de constitutie

A

De constitutie schept een rechtssysteem en leiderschapssysteem, wat leidt tot een rechtsorde waarbinnen de afspraken en normen ook verbinden als recht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Economische effecten van de constitutie

A
  • de constitutie als voorwaarde voor de markt. Er zijn twee kritische randvoorwaarden hiervoor, namelijk het bestaan van voorspelbare wetten die de markt reguleren en een juridisch regime dat kapitaalvorming beschermt en eigendomsrechten waarborgt.
  • de constitutie als factor. Het verlaagt de transactiekosten en vergroot het onderlinge vertrouwen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Politieke effecten van de constitutie

A

De grondwet zorgt ervoor dat er politieke partijen zijn die beslissen over tegengestelde belangen. Dit moet gebalanceerd worden, want er moet een evenwichtssituatie zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vereisten aan een staat

A
  1. Er moet een groep mensen wonen (volk, natie)
  2. Er moet sprake zijn van een territorium
  3. Er moet geregeerd worden door een overheid die effectief en daadwerkelijk gezag uitoefent over die personen
  4. De staat moet erkend zijn door andere staten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

4 beginselen van de rechtsstaat

A
  1. Het legaliteitsbeginsel
  2. Machtenscheiding en checks en balances
  3. Onafhankelijke rechter
  4. Grondrechten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Drie mogelijke verklaringen voor de groei en toenemende gelijkenis van grondwetten volgens Ran Hirschl

A
  1. Het constitutionalisme als ideële duiding. De grondwet verankert onze vrijheden en rechten.
  2. Het functionele verhaal. Grondwetten zijn in de tegenwoordige tijd belangrijk voor een investeringsklimaat binnen de economie en zijn noodzakelijk voor economische groei.
  3. Het verhaal van de strategische politiek. Grondwetten zijn in deze visie strategische instrumenten waarmee grootschalige menselijke samenwerking in politieke gemeenschappen kunnen worden gemobiliseerd en gekanaliseerd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Nepconstituties

A

Documenten vol mooie woorden die in de praktijk niets waard zijn. Dit komt doordat regeringen zich niet aan de grondwet houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat alle constituties delen

A

Een moraliteitssysteem dat bepaalde basisnormen voor een rechtssysteem en politiek systeem omvat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Twee aspecten die onze samenleving legitimeren

A

Vertrouwen en erkenning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Aantal stemmen nodig voor een overwegingswet

A

In beide kamers de helft + 1, daarna in een tweede lezing 2/3 in beide kamersx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Formele opvatting van de constitutie

A

In deze opvatting is een constitutie een wet met een bijzondere status die uit alles kan blijken (zoals de totstandkomingsgeschiedenis, de benaming, de hiërarchische positie of een combinatie van dat alles).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Functionele/materiele opvatting van de constitutie

A

In deze opvatting is een constitutie een regeling die vooral gericht is op de toedeling en begrenzing van overheidsmacht en dergelijke.

17
Q

Politieke/ideologische opvatting van de constitutie

A

In de opvatting is een constitutie een politieke handeling die uiting geeft aan de wil van het volk en het politieke systeem.