Week 3 Flashcards

(19 cards)

1
Q

4 eisen voor een rechtsstaat

A
  • legaliteitsbeginsel
  • scheiding der machten
  • onafhankelijke rechterlijke macht
  • grondrechten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Legaliteitsbeginsel

A

Er bestaat geen bevoegdheid zonder grondslag in de wet. De overheid mag een burger niet dwingen iets te doen, zonder dat er een wettelijke basis voor bestaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe waarborgt het legaliteitsbeginsel rechtszekerheid?

A

Doordat wetten algemeen en vooraf kenbaar zijn. Ook werken ze niet terug. Hierdoor weten burgers waar ze aan toe zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Regeringsdecreet

A

Algemene maatregel van bestuur, behandeld in de ministerraad, advies Raad van State, staatsblad-publicatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Algemeen verbindend voorschrift

A

Wettelijk vastgestelde algemene regels, afkomstig van o.a. ministers, provincies, gemeenten, waterschappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Attributie

A

Directe toekenning door de grondwet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Delegatie

A

Overdracht van bestaande bevoegdheden naar een ander overheidsorgaan, zoals een minister.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van rechters gewaarborgd?

A

Rechters worden voor het leven benoemd en mogen geen bijbanen of nevenfuncties hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn grondrechten?

A

Grondrechten zijn fundamentele onaantastbare rechtsnormen die aan burgers persoonlijke vrijheid en een menswaardig bestaan moeten verzekeren, en die het ingrijpen van met name de overheid moeten beperken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wet in formele zin

A

Een wet die is vastgesteld door de formele wetgever (regering en Staten-Generaal) volgens de procedure van 81-88 Gw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wet in materiële zin

A

Een algemene en voor herhaaldelijke toepassing vastgestelde regel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dualisme

A

Tussen de nationale en internationale rechtsorde bestaat een strikte scheiding, met als gevolg dat internationale normen slechts bindend zijn binnen de nationale rechtsorde wanneer zij eerst in die rechtsorde worden opgenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Monisme

A

Tussen de nationale en internationale rechtsorde bestaat geen scheiding. Dat betekent dat internationale rechtsnormen automatisch deel gaan uitmaken van de nationale rechtsorde en ook meteen bindend zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Meerderheidskabinet

A

Een kabinet dat kan rekenen op de steun van een meerderheid van de Tweede kamer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Minderheidskabinet

A

Een kabinet dat niet kan rekenen op steun van de meerderheid van de Tweede Kamer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Parlementair kabinet

A

Een parlementair kabinet werkt op basis van afspraken tussen Tweede Kamerfracties over het te voeren beleid tijdens de regeerperiode. Deze afspraken kunnen worden vastgelegd in een regeerakkoord met gedetailleerde afspraken of in een regeringsprogramma.

17
Q

Extraparlementair kabinet

A

Een kabinet waarvan een aantal Tweede Kamerfracties niet nauw betrokken is bij de formatie ervan, of een kabinet dat werkt met een regeringsprogramma

18
Q

Wat is een koninklijk kabinet?

A

Een kabinet dat geformeerd wordt op basis van gezag van de koning, zonder dat de fracties in de Tweede Kamer erbij betrokken worden. Deze kabinetten worden vaak gevormd in crisissituaties of wanneer politieke instabiliteit heerst.

19
Q

Wat is een zakenkabinet?

A

Een zakenkabinet bestaat volledig uit niet-politieke personen, zoals ondernemers en ambtenaren. Dit soort kabinetten wordt soms gevormd om specifieke expertise in te brengen of om politieke vernieuwingen na te streven.