Week 1, college 3: Verwerking suiker, vet en aminozuren

Question 1

suiker

Answer 1

hoge osmotische waarde trekt vocht uit de cellen naar extracellulair

Question 2

wat houd bloedsuikerspiegel op peil

Answer 2

leverglycogeen, voor de hersenen en ery’s

Question 3

triglyceride naar

Answer 3

triglyceride wordt verpakt in chylomicronen (LPL kan het eruit halen, chylomicron restant (cholesterol bevat) gaat naar lever), aan buitenkant wateroplosbaar laagje fosfolipiden en komt zo lyme in, daarna ductus thoracicus en leegt in v subclavia
restanten naar lever

Question 4

gluconeogenese

Answer 4

eiwitten (aminozuren) door lever naar glucose
kan niet lang want ten kostte functie van eiwitten
dan glycerol, lactaat en ketonlichamen

Question 5

insuline daling

Answer 5

glucose vrijkomen in leverglycogeen

Question 6

opslag (storage) mode

Answer 6

well-fed stad en early-refed state ( maaltijd na periode van vasten)

Question 7

early-refed state

Answer 7

eerst glycogeen in de spieren aanvullen dan pas lever
lever wordt minder glucose opgenomen zodat spier eerst kan herstellen, dit duurt maar kort

Question 8

productie mode

Answer 8

post-absorptive state - 4 tot 12 uur, energie uit glucose en leverglycogeen
early-fasting state - 12 tot 36 uur vasten, eiwitten afgebroken voor glucose en ook lactaat en glycerol
fasting state - langer dan 36 uur, veel vetzuren vrij, lever geoxideerd. Ketonlichamen als afvalproduct, komen in circulatie. Verminderde eiwitafbraak, mindere glucose behoeft. Komt doordat ketogenese is gestart. Hersenen functioneren nu op ketonlichamen (lipolyse, ketogenese)

Question 9

hormonale regeling

Answer 9

storage mode - insuline
production mode - glucagon, adrenaline, cortisol, groeihormoon, schildklierhormoon

hormonen ook efffect op metabole paden via sleutelenzymen. activiteit relatief laag. Rekrutering.