Week 1 - criminaliteit Flashcards

(17 cards)

1
Q

4 hoofdvragen criminologie

A

Wat wordt verstaan onder criminaliteit?

Wat is de aard, omvang en ontwikkeling van criminaliteit?

Wat zijn de achtergronden en verklaringen voor criminaliteit?

Wat is de wijze waarop de overheid en de maatschappij op criminaliteit reageert?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is criminaliteit?

A

Criminaliteit is een maatschappelijk probleem, omdat het veelvoorkomend is. Jaarlijks zo een 8 miljoen delicten. Er is veel criminaliteit tegen personen, goederen, overheid en samenleving en slachtofferloze criminaliteit. Een echte definitie van criminaliteit is best wel complex om te geven en valt over te discussiëren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Definitie criminaliteit

A

Criminaliteit is ->
- Menselijk gedrag
- Waarbij andere personen (of dieren of het milieu) worden uitgebuit of schade toegebracht, en
- Dat sociale regels schendt (gebruiken en normen)
En
- Waarvan in rechtsnormen is aangegeven dat het niet mag, en
- Waarvan de overheid de wetten ook handhaaft

Het bovenste gedeelte is het meest belangrijk hierbij en het onderste geeft meer een juridische definitie aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gebruiken

A

Minder gewenst en geen/lichte sancties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Normen

A

Niet gewenst en (niet wettelijke) sancties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Rechtsnormen

A

Niet gewenst en wettelijke sancties (wetten en jurisprudentie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Drie verschillende soorten schade

A

Materiële schade
Voor burgers, bedrijven en overheid. Ook kosten van criminaliteitsbestrijding.

Milieuschade

Immateriële schade
Leed van slachtoffers, angst en vermijdingsgedrag, morele verontwaardiging, ontwrichting samenleving, bedreiging rechtsorde, ondermijning legitimiteit democratische rechtstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Slachtofferloze criminaliteit

A

Delicten waarvan we in de criminologie denken dat er niet echt een slachtoffer aan te wijzen is, maar toch noemen we het criminaliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Slecht gedrag (Mala in Se)

A

Gedrag dat door vrijwel iedereen gezien wordt als slecht

Daarom in bijna alle landen op alle momenten in wetboeken van strafrecht opgenomen (zoals moord)

Opgenomen in universele wetten, zoals de grondwet en mensenrechten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verboden gedrag (Mala prohibita)

A

Gedrag waarover verschillende ideeën zijn over of hoe slecht dit is

Daarom verschillen tussen landen en momenten in of het is opgenomen in wetboeken van strafrecht

Niet opgenomen in universele wetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Criminografie

A

De beschrijvende studie van de aard, omvang en ontwikkeling van criminaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Etiologie

A

De verklarende studie van de oorzaken en verklaringen van criminaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Penologie

A

De studie van de formele reacties (straffen) en informele reacties op criminaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Victimologie

A

De studie van slachtoffers van criminaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vier verschillende soorten vragen als criminoloog

A

Beschrijvingsvragen

Verklaringsvragen

Toetsvragen

Beleidsvragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

PTOB-schema

A

Formuleer probleemstelling en onderzoeksvragen (P)
Bedenk en formuleer theorieën (T)
Verricht onderzoek in de empirie (O)
Ondersteun beleid op basis van uitkomsten onderzoek (B)

PTOB-schema, oftwel de empirische cyclus

17
Q

Pasteur-quadrant

A

Een schema waarin wetenschappelijke disciplines afgebeeld staan.

De criminologie is een wetenschappelijke discipline, waarin feiten, verklarende theorieën, patronen en beleid op basis van wetenschappelijke inzichten centraal staan. Er wordt gestreefd naar optimale wetenschappelijke relevantie en maatschappelijke relevantie.

We noemen dit het pasteur-quadrant en volgens dit schema is het fundamenteel en toegepast onderzoek.