week 5 - economische en sociologische theorieën Flashcards

(19 cards)

1
Q

Klassieke economische theorie

A

Eerste keer dat er na werd gedacht over waarom criminaliteit en straffen.

Gaan ervan uit dat criminaliteit mede voortkomt uit een individuele economische keuze van een persoon,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Baccaria’s idee straffen

A

Samenleving gebaseerd op sociaal contract -> individuen geven deel soevereiniteit op in ruil voor bescherming van staat. (Europees idee op dit moment, overheid beschermd)

Omdat straffen individuele vrijheden beknotten, moeten ze restrictief en proportioneel worden toegepast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bentham’s idee straffen

A

De hoogte van de straf moet hoog genoeg zijn om daders ervan te weerhouden een dergelijk delict te plegen. (Afschrikken)

Misdaad staat centraal, niet de dader. De straf moet bij het delict passen en niet bij de dader. (Het gaat echt om gedrag, minder het individu)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Afschrikkingstheorie

A

Deze gaan ervan uit dat criminaliteit mede voortkomt uit een individuele economische keuze van een persoon. De gedachte is dat zwaar, zeker en snel straffen personen afschrikt en zal leiden tot minder criminaliteit

Als je uitgaat van een kosten baten afweging bij criminaliteit zoals hier, dan maak je dus de kosten (dure boetes en hoge straffen) heel hoog, zodat je mensen afschrikt criminaliteit te plegen/ tonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rationele keuze theorie (Gary Becker)

A

Deze theorie gaat ervan uit dat criminaliteit mede voortkomt uit een individuele economische keuze van een persoon (Niet een keuze door god). Er zijn beslisregels ->

Beslissingen worden genomen met kosten-baten afweging

Het alternatief met de grootste opbrengst wordt gekozen

De theorie veronderstelt ->
Verwachte straf = verwachte pakkans X verwachte strafzwaarte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gelegenheids en routine activiteiten theorieën

A

Als mensen kosten en baten afweging maken en er zijn heel veel goederen om te stelen, dan is het makkelijker om dit te doen en zal dit ook eerder gebeuren. Er is meer gelegenheid. Onderzoek begonnen toen in 1960 de criminaliteit in westerse landen ineens erg steeg, toen kwam deze theorie als verklaring aangezien het goed ging met de economie en welvaart van mensen. Erg op individuele landen gericht en gaat ook niet samen met verklaringen vanuit biologische of psychologische theorieën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De markt van misdaad en beveiliging

A

Nieuwe variant op de theorie van Gary Becker

Toepassing rationele keuze model
Daders, slachtoffers en overheid ->
* Reageren op elkaars gedrag
* Maken kosten baten afweging
* Passen hun gedrag daarop aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Routine activiteiten theorie (RAT)

A

Aanwezigheid van motivated offenders
Je moet mensen hebben die criminaliteit willen plegen

Aanwezigheid van opportunity’s
Er moeten mogelijkheden zijn criminaliteit te plegen

Afwezigheid van capable guardians
Er moeten geen beschermingsmaatregelen zijn (fietssloten, alarm etc)

Hoe meer deze factoren aanwezig zijn, hoe groter de kans op criminaliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Sociologische theorieën algemeen idee

A

Emile Durkheim

Individu functioneert niet in sociaal vacuüm
Samenleving vormt en beperkt handelen individu
Krachten in maatschappij of omgeving oorzaak van crimineel gedrag
Sociale invloed is sterker dan individuele voorkeuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Anomie en strain theorieën

A

Gaan ervan uit dat gedrag mede afhankelijk is van spanningen die de cultuur (omgeving) en de economische organisatie van de samenleving veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Anomie theorie

A

Er bestaat anomie/strain als er een verschil is tussen de culturele doelen in een samenleving en de middelen die beschikbaar zijn om die doelen te behalen.

Zo een strain is groter bij bijvoorbeeld snelgroeiende werkeloosheid en de american dream.

Dit verschil leidt tot spanning en deze spanning leidt tot verschillende aanpassingsstrategieën, waaronder innovatief gedrag -> criminaliteit. Je wilt wel rijk worden, dus je accepteert wel de doelen, maar je doet dit niet op de normale manier door middelen van de samenleving te gebruiken, maar door drugs te verkopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De algemene strain theorie (Agnew)

A

Er bestaat anomie/strain als er een verschil is tussen de culturele doelen in een samenleving en de middelen die beschikbaar zijn deze doelen te behalen. Een anomie/strain leidt tot verschillende aanpassingsstrategieën. Deze theorie is een uitbreiding van de anomie theorie, want veronderstelt niet enkel een economische strain, ook andere vormen zoals studiedruk bij studenten of publicatiedruk bij wetenschappers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De theorie van de reactie van de lagere klasse/ theorie van de delinquente subcultuur (Cohen)

A

Verklaring voor crimineel gedrag in groepsverband bv jongeren uit een achterstandswijk

Leden van groepen hebben slechte sociale positie en dus niet de middelen om maatschappelijke doelen te bereiken

Criminaliteit is een aanpassingsstrategie

VB: gangs en jeugdbendes (niet voetbalsupporters). Het gaat er echt om dat deze mensen de middelen niet hebben en hierdoor niet de doelen kunnen bereiken van de samenleving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Sociale desorganisatie

A

Gaat ervan uit dat gedrag mede afhankelijk is van de mate van samenhang in een samenleving waarin iemand leeft. Als je een hechte en georganiseerde samenleving hebt, zullen mensen zich eerder aan de regels houden. Komt voort uit sociale desorganisatie voor en tijdens WOII in Chicago, veel criminaliteit door hele slecht georganiseerde samenleving op dat momen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De sociale desorganisatie theorie

A

Des te beter mensen geïntegreerd zijn in een samenleving, des te meer cohesie en integratie er is, des te meer zij de cultuur van die samenleving naleven en minder criminaliteit plegen. Belangrijke factoren hierbij ->

Stedelijkheid
Hoge mobiliteit
Lage sociale controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Sociale controle

A

Gaan ervan uit dat individueel gedrag afhankelijk is van de mate en soort van iemands sociale bindingen

17
Q

De sociale bindingen theorie (Hirshi)

A

We moeten niet verklaren waarom personen zich delinquent gedragen, maar waarom personen zich juist aan de regels houden.

Veronderstelde remmen op crimineel gedrag ->
* Attachment (hechting)
* Commitment (betrokkenheid)
* Involvement (gebondenheid)
* Beliefs (normen, waarden en overtuigingen)

Als deze remmen niet goed ontwikkeld zijn of niet werken, dan voelen mensen zich vrij crimineel gedrag te plegen

18
Q

Levensloop theorie

A

Kan je enigszins hetzelfde bekijken als de leeftijdscurve bij biologische/psychologische verklaringen -> hoe ouder je wordt, hoe meer je hersenen volgroeien, hoe minder criminaliteit je gaat plegen omdat je steeds meer de gevolgen in gaat zien en daarover na kan denken. Hier gaat het echt om het steeds meer ontwikkelen van sociale relatie in de samenleving, waardoor je je steeds meer integreert in de samenleving en ook meer houdt aan de regels. Je gaat naar school -> gaat daarna werken -> krijgt een relatie -> uiteindelijk kinderen etc. Hierdoor daalt het aantal delicten ook met de leeftijd, meerdere verklaringen aan te koppelen.

19
Q

Labeling theorie

A

Wie zich niet aan de regels houdt, wordt beschuldigd van deviant gedrag (primaire deviantie -> eerste keer crimineel gedrag).

Mensen die deviant gedrag vertonen krijgen van een sociale groep een stempel opgedrukt

De persoon die gestigmatiseerd is, wordt verveemd van zijn eigen groep ->

Groepsleden gaan die persoon anders behandelen

Die persoon gaat zichzelf anders zien (criminele identiteit) en (nog meer) afwijken gedrag vertonen (secundaire deviantie -> tweede of meerdere keer criminaliteit door stigma)