Week 4 - biologische en psychologische theorieën Flashcards
(28 cards)
Biologische theorieën
Klassieke biologische theorieën gaan ervan uit dat criminaliteit (mede) voortkomt uit biologische oorzaken
Positivisme
Wetenschappelijke benadering gestoeld op
- Meten (observeren)
- Objectiviteit
- Causaliteit
- Metingen van lichaam om persoonlijkheid te achterhalen
- Toepassen op de criminaliteit
Inhoudelijke punten zijn achterhaald, maar zeer belangrijk geweest in hoe men onderzoek doet
Atavisme
Criminelen zijn mensen die een stap terug in de evolutie hebben gezet
Physical stigmata
Deze stap terug kenmerkt zich door uiterlijke kenmerken
Lombroso
Toepassen van wetenschappelijke methode -> meten is weten
Hersenen belangrijke rol in het ontstaan van gedrag
- Voorloper modern hersenonderzoek
Crimineel gedrag is erfelijk
- Voorloper genetisch onderzoek
Menselijk gedrag onderworpen aan natuurlijke selectie
- Voorloper evolutionaire criminologie
Onderscheid tussen geboren misdadigers en gelegenheidsdaders
Feeblemindedness
Zei dat criminaliteit veel meer te wijden was aan feeblemindledness een lager IQ, hedendaags LVB, in plaats van uiterlijke kenmerken.
- Onderzoek niet goed uitgevoerd
Somatotypes
Studies naar lichaamstype en persoonlijkheidseigenschappen
Endomorph
Relaxed, rustig, easy-going
Mesomorph (criminaliteit)
Hard, gespierd, agressief, extrovert, spanningzoekers
Ectomorph
Dun, kwetsbaar, gevoelig, introvert, zorgen maken
Kritieken op (vroege) biologische theorieën
Criminaliteit is cultureel bepaald, hier wordt geen rekening mee gehouden.
Niet alle biologische invloeden zijn genetisch bepaald
- Prenataal
- Perinataal
- Dieet
Veel maatschappelijk misbruik van ideeën, denk aan tweede wereldoorlog
Psychobiologische theorieën
Deze gaan ervan uit dat criminaliteit mede voortkomt uit biologische oorzaken en een interactie met gezondheidskenmerken.
Wilson’s psychobiologische ideeën
Waarbij crimineel gedrag verklaard wordt door factoren, zoals IQ, loodvergiftiging, diëten, hoge en lage bloeddruk.
Loodvergiftiging
Lood werd in verband gebracht met de ontwikkeling van iemand, zoals het brein en zenuwstelsel. Dit ging tegelijkertijd met een stijging van crimineel gedrag.
Dieet
Dutch famine study (hongerwinter)
Via moeder te weinig voedingsstoffen binnengekregen en dit kan invloed hebben op bijvoorbeeld ontwikkeling brein
Gedragsgenetica
Hierbij gaan we uit van erfelijke factoren en dat criminaliteit hieruit voortkomt. Er wordt vee; gekeken naar de interactie van bepaalde genen en de omgeving. De omgeving heeft dus een invloed op of het gen tot uiting komt of niet.
Algemene theorieën over erfelijkheid
Waarbij een invloed van genen op gedrag verondersteld wordt
Epigenetische theorieën
Waarbij een invloed van actieve/non-actieve genen op gedrag verondersteld wordt
James Fallon
MAOA gen, dit gen wordt in verband gebracht met Psychotiscisme
Onderzoek naar Nederlandse familie, waarvan deze mannen het MAOA-gen miste en allemaal psychotisch gedrag lieten zien -> Disturbed regulation of impulsive aggression
MAOA is een gen dat een belangrijke rol speelt in hoe hersencellen met elkaar communiceren
Neurocriminologie
Hierbij wordt er gekeken naar activiteit van de hersenen, structuur, ontwikkeling en communicatie van de hersenen. Ook deze stroming gaat ervan uit dat criminaliteit mede voortkomt uit biologische factoren.
Raine’s neurocriminologische theorie
Waarbij crimineel gedrag verklaard wordt door lage fysiologische arousal in de hersenen
Buikhuizen’s biologische theorie
Waarbij crimineel gedrag verklaard werd door minder volume en slechte werking van de amygdala en de prefrontale cortex in de hersenen.
Age crime curve (moffit)
Hij stelt dat in bepaalde levensfases risicovol gedrag meer plaatsvindt, dan in andere jaren. Voornamelijk in de puberteit is de kans veel hoger, omdat de prefrontale cortex nog niet is ontwikkeld.
Stoornissen
Theorieën over psychische stoornissen gaan ervanuit dat crimineel gedrag mede voortkomt uit psychologische oorzaken
Antisociale persoonlijkheidsstoornis
Hierbij gaat het om roekeloosheid (lage angst, hoog zelfvertrouwen en egocentrisch), disinhibitie (slechte controle impulsen, onmiddellijke bevrediging van behoefte willen) en gemeenheid (geen empathie en spijt, veel agressie). Iemand is niet adequaat gesocialiseerd.
Doorgaans zijn dit personen die vroeger afgewezen, wreed of onverschillig behandeld zijn. Mensen ontvangen geen liefde – > ontwikkelend geen empathie.
Ook genetische en biochemische factoren lijken een rol te spelen
Combinatie hiertussen belangrijk!
De rol van ADHD
ADHD in verschillende onderzoeken in verband gebracht met delinquentie
Hoofdkenmerken hierbij ->
Onoplettendheid
Hyperactiviteit
Impulsiviteit
ADHD op zichzelf wordt niet perse in verband gebracht, maar in combinatie met antisociale persoonlijkheidsstoornis is het een hoog risico profiel voor crimineel gedrag.
Persoonlijkheid
Persoonlijkheidstheorieën gaan ervan uit dat crimineel gedrag mede voortkomt uit psychologische oorzaken,
PEN-model (Eysenck)
Drie dimensies van persoonlijkheid die relevant zijn voor crimineel gedrag
Psychotiscisme
Egocentrisch, gebrek aan empathie en agressief
Extraversie
Sensation seekers
Neuroticisme
Overreactie op stress, angstig en humeurig
Big Five (OCEAN/HEXACO)
Extraversion
Agreeableness (hoog hierop en
Conscietiousness (hoog hierop is lagere kans crimineel gedrag)
Neuroticism
Openees to experienxe
Honesty VS humility (HECAXO)