Week 4 - biologische en psychologische theorieën Flashcards

(28 cards)

1
Q

Biologische theorieën

A

Klassieke biologische theorieën gaan ervan uit dat criminaliteit (mede) voortkomt uit biologische oorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Positivisme

A

Wetenschappelijke benadering gestoeld op
- Meten (observeren)
- Objectiviteit
- Causaliteit
- Metingen van lichaam om persoonlijkheid te achterhalen
- Toepassen op de criminaliteit

Inhoudelijke punten zijn achterhaald, maar zeer belangrijk geweest in hoe men onderzoek doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Atavisme

A

Criminelen zijn mensen die een stap terug in de evolutie hebben gezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Physical stigmata

A

Deze stap terug kenmerkt zich door uiterlijke kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Lombroso

A

Toepassen van wetenschappelijke methode -> meten is weten

Hersenen belangrijke rol in het ontstaan van gedrag
- Voorloper modern hersenonderzoek

Crimineel gedrag is erfelijk
- Voorloper genetisch onderzoek

Menselijk gedrag onderworpen aan natuurlijke selectie
- Voorloper evolutionaire criminologie

Onderscheid tussen geboren misdadigers en gelegenheidsdaders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Feeblemindedness

A

Zei dat criminaliteit veel meer te wijden was aan feeblemindledness een lager IQ, hedendaags LVB, in plaats van uiterlijke kenmerken.
- Onderzoek niet goed uitgevoerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Somatotypes

A

Studies naar lichaamstype en persoonlijkheidseigenschappen

Endomorph
Relaxed, rustig, easy-going

Mesomorph (criminaliteit)
Hard, gespierd, agressief, extrovert, spanningzoekers

Ectomorph
Dun, kwetsbaar, gevoelig, introvert, zorgen maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kritieken op (vroege) biologische theorieën

A

Criminaliteit is cultureel bepaald, hier wordt geen rekening mee gehouden.

Niet alle biologische invloeden zijn genetisch bepaald
- Prenataal
- Perinataal
- Dieet

Veel maatschappelijk misbruik van ideeën, denk aan tweede wereldoorlog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Psychobiologische theorieën

A

Deze gaan ervan uit dat criminaliteit mede voortkomt uit biologische oorzaken en een interactie met gezondheidskenmerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wilson’s psychobiologische ideeën

A

Waarbij crimineel gedrag verklaard wordt door factoren, zoals IQ, loodvergiftiging, diëten, hoge en lage bloeddruk.

Loodvergiftiging
Lood werd in verband gebracht met de ontwikkeling van iemand, zoals het brein en zenuwstelsel. Dit ging tegelijkertijd met een stijging van crimineel gedrag.

Dieet
Dutch famine study (hongerwinter)
Via moeder te weinig voedingsstoffen binnengekregen en dit kan invloed hebben op bijvoorbeeld ontwikkeling brein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Gedragsgenetica

A

Hierbij gaan we uit van erfelijke factoren en dat criminaliteit hieruit voortkomt. Er wordt vee; gekeken naar de interactie van bepaalde genen en de omgeving. De omgeving heeft dus een invloed op of het gen tot uiting komt of niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Algemene theorieën over erfelijkheid

A

Waarbij een invloed van genen op gedrag verondersteld wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Epigenetische theorieën

A

Waarbij een invloed van actieve/non-actieve genen op gedrag verondersteld wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

James Fallon

A

MAOA gen, dit gen wordt in verband gebracht met Psychotiscisme

Onderzoek naar Nederlandse familie, waarvan deze mannen het MAOA-gen miste en allemaal psychotisch gedrag lieten zien -> Disturbed regulation of impulsive aggression

MAOA is een gen dat een belangrijke rol speelt in hoe hersencellen met elkaar communiceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Neurocriminologie

A

Hierbij wordt er gekeken naar activiteit van de hersenen, structuur, ontwikkeling en communicatie van de hersenen. Ook deze stroming gaat ervan uit dat criminaliteit mede voortkomt uit biologische factoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Raine’s neurocriminologische theorie

A

Waarbij crimineel gedrag verklaard wordt door lage fysiologische arousal in de hersenen

17
Q

Buikhuizen’s biologische theorie

A

Waarbij crimineel gedrag verklaard werd door minder volume en slechte werking van de amygdala en de prefrontale cortex in de hersenen.

18
Q

Age crime curve (moffit)

A

Hij stelt dat in bepaalde levensfases risicovol gedrag meer plaatsvindt, dan in andere jaren. Voornamelijk in de puberteit is de kans veel hoger, omdat de prefrontale cortex nog niet is ontwikkeld.

19
Q

Stoornissen

A

Theorieën over psychische stoornissen gaan ervanuit dat crimineel gedrag mede voortkomt uit psychologische oorzaken

20
Q

Antisociale persoonlijkheidsstoornis

A

Hierbij gaat het om roekeloosheid (lage angst, hoog zelfvertrouwen en egocentrisch), disinhibitie (slechte controle impulsen, onmiddellijke bevrediging van behoefte willen) en gemeenheid (geen empathie en spijt, veel agressie). Iemand is niet adequaat gesocialiseerd.

Doorgaans zijn dit personen die vroeger afgewezen, wreed of onverschillig behandeld zijn. Mensen ontvangen geen liefde – > ontwikkelend geen empathie.

Ook genetische en biochemische factoren lijken een rol te spelen

Combinatie hiertussen belangrijk!

21
Q

De rol van ADHD

A

ADHD in verschillende onderzoeken in verband gebracht met delinquentie

Hoofdkenmerken hierbij ->
Onoplettendheid
Hyperactiviteit
Impulsiviteit

ADHD op zichzelf wordt niet perse in verband gebracht, maar in combinatie met antisociale persoonlijkheidsstoornis is het een hoog risico profiel voor crimineel gedrag.

22
Q

Persoonlijkheid

A

Persoonlijkheidstheorieën gaan ervan uit dat crimineel gedrag mede voortkomt uit psychologische oorzaken,

23
Q

PEN-model (Eysenck)

A

Drie dimensies van persoonlijkheid die relevant zijn voor crimineel gedrag
Psychotiscisme
Egocentrisch, gebrek aan empathie en agressief

Extraversie
Sensation seekers

Neuroticisme
Overreactie op stress, angstig en humeurig

24
Q

Big Five (OCEAN/HEXACO)

A

Extraversion

Agreeableness (hoog hierop en

Conscietiousness (hoog hierop is lagere kans crimineel gedrag)

Neuroticism

Openees to experienxe

Honesty VS humility (HECAXO)

25
Zelfcontrole theorie (Gottfredson en Hirshi)
Kenmerken van criminelen -> Impulsief Ongevoelig Fysiek Risico zoekend Korte-termijndenkers Non-verbaal Al deze kenmerken samen noemen zij lage zelfcontrole. Iemand ontwikkelt dit al in de kindertijd. Lage zelfcontrole kan het gevolg zijn van tekortschietende opvoeding. Lage zelfcontrole kan leiden tot delinquentie
26
Differentiële-associatietheorie (Sutherland)
Crimineel gedrag wordt geleerd Crimineel gedrag wordt geleerd in interactie en communicatieprocessen met andere personen Het leren van crimineel gedrag vindt hoofdzakelijk plaats in intieme, persoonlijke groepen Wanneer crimineel gedrag wordt geleerd, dan omvat dat leren technieken om crimineel gedrag uit te voeren, maar ook motieven, rationalisaties en attitudes. Criminaliteit ontstaat wanneer het totaal van aangeleerde attitudes, waarden en gedragingen worden overtroffen door de anti-wettelijke
27
Ontwikkelingspsychologische en opvoedingstheorieën (Tremblay)
Vanaf de leeftijd van 6 maanden beginnen kinderen met schoppen en slaan en na de leeftijd van ongeveer 3 jaar neemt dit agressieve gedrag weer af. Agressie is dus meer een kwestie van afleren in plaats van aanleren! Wanneer ouders voldoen aan het bieden van warmte en ondersteuning, adequate controle uitoefenen en straf combineren met uitleg -> minder kans op probleemgedrag.
28
Neutralisatie
Deze gaan ervan uit dat crimineel gedrag mede voortkomt uit psychologische oorzaken en een theorie hierbij is neutralisatietechnieken (Matza). Dit lijkt erg op cognitieve dissonantietheorie, het is een manier om je criminele gedrag goed te praten. Neutralisatie -> rechtvaardigen van crimineel gedrag