Week 1 pt2 Flashcards

1
Q

2 Concrete doelen van financiering?

A
  1. Inzicht verkrijgen in de financieringsstructuur van de onderneming om management te ondersteunen bij het nemen van financieringsbeslissingen.
  2. Inzicht krijgen in de markten van financiering.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom is de korte termijnrente laag?

A

Door het beleid van de ECB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Als de kapitaalmarktrente stijgt, dat is dan de verwachting voor de aandelenmarkt?

A

Deze zal dalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de verwachting voor de kapitaalmarktrente door inflatie?

A

Deze zal vermoedelijk stijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn financiële titels?

A

Producten waarmee een recht wordt verkregen om in de toekomst een geldstroom te verkrijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vier indelingscriteria financiële markten?

A
  1. Plaats (gereglementeerd en onderhands)
  2. Risicograad voor koper
  3. Looptijd
  4. Prijsvorming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waardoor wordt de geldmarktrente en waardoor de kapitaalmarktrente gestuurd?

A

Geldmarktrente voornamelijk gestuurd door monetaire autoriteiten en kapitaalmarktrente voornamelijk door inflatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke 4 partijen zijn op de financiële markt?

A
  • Overheid (vrager en aanbieder)
  • Krediet- en financiële instellingen
  • Beleggingsinstellingen
  • Ondernemingen en particulieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een hegdefonds

A

Hedgefonds kunnen aandelen verkopen voordat ze deze hebben. Deze partijen shorten op de beurs. Ze verkopen het aandeel terwijl ze dit nog niet hebben en leveren dit later pas. Als aandeel daalt heeft het hegdefonds daar geld aan verdiend. Met het ontvangen geld gaan ze long op een ander aandeel waarvan ze verwachten dat het gaat stijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een participatiemaatschappij?

A

Participatie maatschappij: verstrekken EV in bedrijf in ruil voor een stukje winst (private equity )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn informal investors?

A

Informal investors: bedrijven die investeren in beginnende opkomende bedrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vier vormen van crowdfunding?

A
  • Doneren
  • Support
  • Lenen
  • Investeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een effect?

A

Effect is de verzamelnaam voor de financiële producten die op een beurs verhandeld worden. Effecten omvatten aandelen, obligaties, opties, financiële futures, agrarische termijncontracten, warrants en special products.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kunnen banken de rol van informal investor vervullen?

A

banken hebben beleggingsvehicles opgericht die eigen vermogen
verstrekken aan start-ups.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is leasing en factoring?

A

Leasing is het ‘huren’ van vaste activa en factoring is het verkopen van handelsvorderingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom gebruikt MKB relatief meer factoring en lasing?

A

Het wat grotere MKB heeft voldoende activa en bewezen omzet om te kunnen leasen. Kleinere bedrijven hebben te weinig ‘ vet op de botten’.

17
Q

Waarom gebruiken microbedrijven vooral crowdfunding?

A

Microbedrijven hebben veel moeilijker toegang tot bankwezen. De kredietvraag is beperkt, zodat men op zoek moet naar alternatieven.

18
Q

Wat betekent frontloaden?

A

Het opkopen van obligaties in de hoop de obligaties op een later moment tegen een hogere prijs te kunnen verkopen.

19
Q

Wat is de secundaire markt?

A

De effectenmarkt waar vraag en aanbod van bestaande aandelen en obligaties worden verhandeld.

20
Q

Wat is de primaire markt

A

Het deel van de financiële markt dat de uitgave van nieuwe effecten beheert.

21
Q

Wat betekent overtekenen?

A

Het verschijnsel dat er bij een emissie (eerste uitgifte) meer vraag naar het product is dan aanbod.

22
Q

Wat is de couponrente?

A

Het rentepercentage dat over het nominale bedrag van een obligatie wordt betaald.

23
Q

Wat is de NPEX?

A

Nederlandse Participatie Exchange. De effectenbeurs waarop beleggers aandelen en obligaties kopen/verhandelen van Nederlandse MKB-ondernemingen.