Week 10 Flashcards

1
Q

noonan overerving

A

erft autosomaal dominant over en kan geerfd zijn en de novo ontstaan

geen sprake van imprinting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

a priori risico

A

risico op basis van plek in stamboom
–> stamboom gerelateerd wel meetellen: bv consanguiniteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

telecanthus, hypertelorisme

A

Telecanthus: verplaatsing van de binnenooghoeken naar buiten: je lijkt scheel maar bent dat niet ( waardenburg syndroom)

Hypertelorisme: complete oog staat verder naar buiten

Secundaire teleconthus is een combinatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

major congenitale afwijking

A
  • Levensbedreigend
    • Ernstig cosmetisch effect
    • Chirurgie vereist

prevalentie 2-3%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

minor congenitale afwijking

A

geen ernstige medische of cosmetische consequenties
prevalentie: 7%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

detectie dmv non invasieve diagnostiek

A
  • 2d echoscopisch
    • 3d echoscopisch
    • MRI: vooral bij brein afwijkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

detectie dmv invasieve diagnostiek

A
  • Maternaal bloed onderzoek, NIPT
    • Vlokkentest, risico 2:1000
    • Vruchtwaterpunctie, risico 1: 1000
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

onerzoeksmogelijkheden

A
  • Infectie bij moeder
    • Infectie in het vruchtwater
    • Chromossom afwijking
    • DNA awijking
    • Stofwisselingsziekten
      Mitochondriaal erfelijke aandoeningen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

voorwaarden obductie

A
  • Natuurlijke dood, onverklaard: eerst gemeentelijk lijkschouwer en openbaar aanklager er wat over beslissen, verdacht: obductie door forenisch instituut
  • Toestemming door nabestaanden: lichaamsobductie, schdelobductie apart omdat dat voor veel mensen een naar idee is (ook ogen) ook vragen of het materiaal voor onderwijs of onderzoek gedaan wordt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

handelingen bij obductie

A
  • uitwendige instpectie: fotograferen, meten en wegen
  • inwendige inspectie (openen lichaam en schedel)
  • controleren anatomische verbindingen, meten en wegen
  • uitnemen orgenen en weefsels voor microscopie
    afname weefsel voor aanvullend onderzoek ( o.a. microbiologie, virologie, EM, DNA- diagnostiek)
  • terugplaatsen organen ( behalve hersenen)
  • sluiten lichaam en schedel, aankleden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

beeldvoormend aanvullend onderzoek bij obductie

A
  • rontgen fotos ( babygram), nadeel: alleen verbeende skelet delen zijn zichtbaar
    –> anders zou je alle bot afwijkingen vrij moeten prepareren
  • MRI kan ook na de geboorte: alle structuren zijn zichtbaar en ook weke delen zijn geod beoordeelbaar
    nadeel: resolutie van 1,5 tesla is nog niet optimaal e postmortale veranderingen zijn soms moeilijk te interpeteren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

VACTERL

A

Vertebraal
Anus
Cardiaal
Tracheo- oEsophagaal
Renaal
Ledematen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

cijfers obductie

A

Obductie bevestigd 68% de prenatale diagnose
In 22% van de obducties komt er toegevoegde informatie
9% van de obducties wordt de prenatale bevinding niet bevestigd: bepaalde structuur niet goed in beeld kunnen krijgen
Uiteindelijk 3,8% andere diagnose na obductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

vergelijking echo en obductie

A
  • zelfde in major
  • minor soms moeilijk bv vingers in echo moeilijk te zien
  • vaker extra bevindingen bij obductie dan dat bevindingen van een echo niet bevestigd worden
  • afwijkingen aan hersenen of CZS hebben een hoge concordantie, hartafwijkingen laag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn inborn errors of metabolism

A

erfelijke aandoeningen vaak in genen die coderen voor:
- enzymen
- membraantransport eiwitten
- ‘cofactoren’–> activatoren en chaperons etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

indeling op vasis van substraten (leerboeken)

A
  • stoornissen intermediaire stofwisseling (omzetting van voedingsstoffen)
  • stoornissen van neurotransmittersofwisseling
  • stoornissen van de biosynthese en afbraak van complexe moleculen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

indeling op basis van biochemie (praktijk)

A
  • aminozuur metabolisme
  • koolhydraatmetabolsjme
  • vetzuurmetabolsime
  • lysosomale stapelingsziekten
  • mictochondirale stoornissen
  • peroxisomale stoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

PKU

A

kenmerken:
- Verstandelijke beperking
- Blondhaar en lichte huid
- Microcephalie
- Epilepsie
- Achteruitgang, spasticiteit

  • door biallelische mutatisch in PAH gen (enzymdeficientie in phenylaline hydroxylase)
  • Autosomaal resecieve overerving
  • Pheylalanine wordt dan niet in tyrosine omgezit en dit phenylalanine is toxisch
  • in hielprik screening omdat het te behandelen is met een phenylalinen- arm dieet en tyrosine suppletie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

stofwisseling van neurotransmitters

A
  • Fout in cofactor tetrahydrobiopterine: BH4
    –> vroeg in proces probleem
    • Kan ook dat enzym zelf niet goed wordt aangemaakt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

mucopolysaccharidose

A
  • lysosomale stapelingsziekte
  • Intracellulaire stapeling binnen de lysosomen ( vacuolen)
  • Symptomen zijn het gevolg van progressieve stapeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

ziekte van zellweger

A
  • peroxisomale ziekte
  • peroxisoom biogenese defect: gebrek aan peroxisomen in de cellen, stapeling van zeer lang keten vetzuren in het lichaam
  • progressieve spierspalte
  • epilepsie
  • niercysten
  • skeletafwijkingen
  • renitis pigmentose
  • atrofie oogzenuw
  • hepatomegalie
  • doofheid
  • hersenaanlegsstoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

wanneer moet je denken aan een stofwisselingsziekte

A
  • problemen in groei en ontwikkeling
  • progressieve klachten of achteruitgang
  • familie geschiedenis positief
  • opvallende bevindingen bij lichamelijk onderzoek
  • acute ontregeling/ bewustzijnsdaling bij een eerder gezonde patient ( kind) bij intercurrente infectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

geen symtomen bij dragers, x gebonden

A
  • menkes
  • hunter
  • lesch- NYhan
  • x- linked ichthyrose
  • glucose 6-P dehydrogenase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

soms symptomen bij dragers, x linked

A
  • ziekte van fabry
  • creatine trasporter defect
  • adrenoleukdystroie
  • omithine trans- carbamylase deficientie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
lichamelijk onderzoek bij metabole ziekten
- uiterlijke kenmerken/ dysmorfieen - microcefalie of macrocefalie - groeistoornis/ skeletafwijking - organomegalie - verandering van uiterlijke kenmeren - neurologusche klachten: achterstand in ontwikkelingsmijlpalen, hypotonie, hypertonie, ataxie, dystonie, andere beweginsstoornissen en epilepsie
26
ongewone geuren bij stofwisselingsziekten
- muf/muis- achtig: phenylketonurie - ahornsyroop: maple syrup urine disease - zweetvoeten: isovaleriaan acidurie - kool, verzuurd boter: tyrosinemie type 1 - rotterde vis: trymethylaminuria
27
metabole ziekten voor geboorte
- hydrops foetalis - maternale PKU
28
hydrops foetalis
oedeem van minimaal 2 compartimenten: - Pleura - Pericardium - Abdomen - Huid Prevalentie 1: 2500/1:3500 En 50% mortalitiet voor of kort na de geboorte
29
maternale pku
Maternale ontregeling kan leiden tot aangeboren afwijkingen van de foetus: Ontwikkelingsachterstand Breinaanlegstoornissen (microephalie) hartdefecten
30
beloop metabole ziekten
- acute verschijnselen: coma, suf, braken en motore stoornis - intermitterende verschijnselen: ontregeling ivm intercurrerende ziekte, infecite, stress en voeding - chronische progressieve verschijnselen met regressie: - sneller op kinderleeftijd: knik in ontwikkeling of langzamer op volwassenleeftijd: functieverlies/ verslechtering
31
diagnose metabole aandoeningen
- patient: anamnese en lo - metaboliet onderzoek (urine, plasma en liquor): transport bepaling en enzymaciviteit bepaling - dan met diagnose therapie of DNA tesst voor erfelijkheidsadvies en prentaal onderzoek
32
mogelijkheden therapie metabole ziekten
- behandeling van acute metabole decompensatie - wegvangen toxische stoffen: bv natrium benzoaat bij hyperammoniemie - dieet aanpassing: vermindering substraten, suppletie essentiele stoffen, viraminen en cofactoren - enzymvervangende therapie - gentherapie: beenmergtransplantaite en stamceltherapie
33
preventie erfelijkheids advies dmv
- neonatale screening - counseling voor de zwangerschap - erfelijkheidsadvies aan patienten
34
counseling VOOR de zwangerschap bij preconptionele dragerschap
- preconsptionele dragerschapstest voor risicogroepen amc: 50 AR metabole ziekte - preconceptione dragerschapstest voor consanguine stellen: MUMC, exoombreed naar gedeeld dragerschap voor autosomale resecieve aandoeningen
35
erfelijkheidsadvies aan patienten
- veel patienten krijgen zelf ook kinderen - cave effect op metabolisme van foetus - embryoselectie (PGT) - prenatlae diagnostiek: vruchteaterpunctie en vlokkentest, metabole analyse en genetische testen
36
zeldzame ziekte
< 5 : 100000 inwoners optellen: 6-8% in NL: 1 mil 60-80% genetische oorzaak
37
hoeveel kinderen verstandelijke beperking/ neurocogniteive stoornis
3-4% kinderen
38
probleem zeldzame aandoeningen
- belangrijke stressor voor families - geen begeleiding in medisch management, omdat oorzaak vaak onbekend is - geen counseling in herhalingsrisico bij nieuwe kinderwens omdat de geneische oorzaak vaak onbekend is - lang diagnostisch traject zeker voordat de moleculaire diagnostiek beschikbaar was
39
hulpmiddelen stellen diagnose
- pubcasefinder: symptomen en afwijkingen bij lo invoeren - face2gene: fotos invoeren, wel overpresentatie kauaktische ras
40
gradering WES
omdat: - negateive uitslag niet betekend dat het niet erfelijk kan zijn - niet van elke gevonde variant/ afwijking bekend wat consequentie is uitslag: 5: pathogeen 4: waarschijnlijk pathogeen 3: variant of unknow significance (VUS) 2: waarschijnlijk benigne 1: benigne
41
mogelijk vervolg bij VUS
- functioneel onderzoek: gevonden gendefect op neuronen ocntrolene in bv muizen - splicing onderzoek - segregatie analuse: onderzoek bij bloedverwanten: 1 van ouders, variant wrs niet ziekmakend (tenzij verlaagd penetrant) - RNA- sequentie onderozek of de gevonden variant effect heeft op hoeveel RNA expressie
42
negatieve uitslag bij WES
- mozaik - fout in niet coderend gen - repeat expansionsL WES kan op elkaar lijkende stukken DNA niet goed onderscheiden bv FXS is een repeat aandoening waarbij het aantal repeats kan toenemen met de generatie: repeats bepaald of iemand drager is maar WES kan de repeats niet goed vaststellen - mitochondriale overerving - methyleringsafwijkingen
43
domijnen ontwikkelingsmijlpalen
- motorisch - spraak en taal - sociaal - adaptief/ neurologisch
44
16p11.2 deletiesyndroom
- autosomaal dominant overervende ziekte - vroegtijdig overgewicht - ontwikkelingsachterdantd - gedragsproblemen - epilepsie
45
problematiek bij kinderen met obesitas
- pesten - niet goed kunnen beewegen - kleren kopen en confrontatie met hun maat
46
gewichtsbeloop
kinderen: groeicurve volwassenen: BMI
47
indeling volwassenen
- ondergewicht: < 18,5 - normaal: 18,5-25 - overgewicht: 25-30 - obesitas: 30-35 - morbide obesitas: > 35
48
kinderen vanaf 2 indeling
- overgewicht > 25 - obesitas graad 1 > 30 - obesitas graad 2 > 35 - obesitas graad 3 > 40
49
factoren die een rol spelen bij obesitas
- voedsel omgeving - eetgedrag - beweeggedrag - slaap - stress - aanleg en genen - hormonen
50
biomedische oorzaken obesitas
- cognitieve functie - hedonisch systeem: emotie en belonging - homeostatisch systeemL thermostaat en eetlust - hersenstam: reflexen
51
obesitas indeling
- medicatie geinduceerd - hormonaal - syndromaal genetisch: gewichtstoename vanaf kinderleeftijd en korter - niet syndromale genetische obesitas: gewichtstoename in eerste levensjaren, lengte niet afwijkend of langer - chronische ziekte immobiliteit - hypothalame schade - multifactorieel
52
gevolgen obesitas
- 50% al voorstadia van ziekten die voorkomen bij volwassenen: hypertensie, DM, dyslipidemie, gewrichsklachten en leversteatose - vanaf 20 jaar verschil in cardiovasculaire mortaliteit tussen wel en niet obees - naar kinderarts bij glucose vanaf 6,5 mmol/ l - GGR berekend: meenemen BMI en aanwezigheid risicofactoren/ cobormiditeit
53
medischae concequenties vaatanomalieen
- Orgaan - Ulceratie - Bloeding - Deformaties - Cosmetisch - Geassocieerde afwijkingen psychocociaal
54
vaattumor
- gaat heel hard groeien - 90% een hemangioom: groei- plateua progressie - 50% per cursor lesion maar vaak lesion die heel hard gaat groeien - Vaker bij vrouwen 1: 3 - 10% kinderen heeft een hemangioom
55
vaatmalformatie
- aanleg probleem bij geboorte - Komen veel minder vaat voor ( o,3-0,5 % van de anomalien) - Aanwezig bij de geboorte - Proportionele groei - Geen spontane regressie
56
hemangioom
- Komt tussen 2-4 % voor en meer bij meisjes, prematuren en tweelingen - Vaak: hoofd- hals (60%), romp (25%) en extremiteiten (15%) - Vaak solitair maar kan ook soms multiple dan bedacht: op huid dan kan het ook in lichaam zitten - Disproportionele groei in 3 fase, daarnaar een plateua fase en dan gaat het weer weg - Alleen ingrijpen bij belemmering zoals bij oog: risico op lui oog - welshape curve
57
soorten hemangioom
- superficieel - diep - nodulair - reticulair/ abortief - gecombineerd
58
inidcatie behandeling met betablokkers bij hemangioom bij
- Ulceratie (wond/korst), bloeding en pijn - Functionele problemen: ogen, oren en luchtwegen - Cosmetisch: anatomie doordringen? --> neus kraakbeen - hart behandeling is oogdruppeel os atenlol systemisch in flesvoeding
59
PHACE syndroom
- Ook cerebraal probleem kan - posterior fossa mlaformaties - Hemangiomen - Arteriale anomalies - Cardiovasculaire anomalies - Oog anomalies - Sternal clefting en/ o supraumbilicale raphe
60
LUMBAR syndroom
-- Laag in lichaam - Urgenitale abnormaliteiten - Ulceraties - Myelopathie - Bony deformities - Anorectale malformaties - Arteriale anomalies - Renale anomalies
61
andere benigne vaat tumoren
- rapidly invulting congenital heamnhioma: eerder in regressie - tufted: ook stollingsproblemen - kaposiform hemangio endotherlioom: kan hematologisch probleem geven
62
maligne vaattumoren
premitieve neuroectodermale tumor: - bloeden - weghalen en terugkomen - blauw- paars - bultjes - onscherpe overgang
63
capillaire malformatie
wijnvlek: met laser te behandelen: - Hoe kleiner de laesie hoe beter het resultaat - Contra indicatie: depigmentatie en littekenvorming - Pijnlijk gevoel van afschieten elastiek op huid - Op jonge leeftijd moeilijk zonder narcose
64
CMTC
typisch netwerk en met littekens of necrose
65
lymfatische malformaties
onderscheidt tussen micro en macro-syndrooms - Haarvaatjes in wand cystes gaan dan kapot - Grote cystes kun je leegzuigen en dan picibanil - microcysteus beter bleomycine gebruiken: omdat het ook naar omliggende weefsel gaat dan pak je meerdere kleintjes
66
fleboliet
bij veneuze malformaties: verkalkingen die pijnlijk kunnen zijn Lang mensen volgen en kijken of ze er veel last van hebben --> meestal als dit op een vervelende plek zit Als je ledenmaat af laat hangen: zwaartekracht: dan meer klachten en met sporen en als het warm is --> bij arterie voel je het kloppen bij veneus voel je geen thrill
67
behandeling veneuze malformaties
- Niks - Kous - Opereren - Interventie radioloog - medicatie
68
Kanker op kinder leeftijd
600 per jaar onder de 18 --> 0,8% van totale kanker diagnoses vaker blastomen en sarcomen
69
meest voorkomende kinderkanker
- leukemie - hersentumoren - lymfomen
70
factoren van invloed op krijgen kanker
- genetische afwijkingen: mutaties, deleties en amplificaties - multiple hit model (knudson) - familiaire factoren - virale infecties: associatie tussen EBV en lymfoom - straling ( bij volwassenen meer risicofactorenen erfelijkheid maar kinderen meer genetisch)
71
symtpomen ALL
- bleek - verhoogde bloedingsneigingen - infecties - botpijn - algehele malaise - hepatosplenomegalie - blauwe plekken - lymfadenopathie - koorts - hoge hf - huid- of testis infiltraten - uitval hersenzenuwen - tandvleesbloedingen
72
aanvullend onderzoek ALL
- volledig bloedbeeld - beenmergpunctie: 25% blasten = afwijkend - lumbaalpunctie: cerebrale betrokkenheid - cytomorfologie: monotoon beeld - Cytogenetica - flowcytometrie: CD markers? welke cellen overdelen? - beeldvorming: x- thorax voor mediastinale betrokkenheid
73
behandeling ALL afhankelijk van
- patientkenmerken - soort leukemie - uitgebreidheid leukemie ( cebrum of testis betrokken = anders) - genetica - respons op therapie
74