Week 10 Flashcards
noonan overerving
erft autosomaal dominant over en kan geerfd zijn en de novo ontstaan
geen sprake van imprinting
a priori risico
risico op basis van plek in stamboom
–> stamboom gerelateerd wel meetellen: bv consanguiniteit
telecanthus, hypertelorisme
Telecanthus: verplaatsing van de binnenooghoeken naar buiten: je lijkt scheel maar bent dat niet ( waardenburg syndroom)
Hypertelorisme: complete oog staat verder naar buiten
Secundaire teleconthus is een combinatie
major congenitale afwijking
- Levensbedreigend
- Ernstig cosmetisch effect
- Chirurgie vereist
prevalentie 2-3%
minor congenitale afwijking
geen ernstige medische of cosmetische consequenties
prevalentie: 7%
detectie dmv non invasieve diagnostiek
- 2d echoscopisch
- 3d echoscopisch
- MRI: vooral bij brein afwijkingen
detectie dmv invasieve diagnostiek
- Maternaal bloed onderzoek, NIPT
- Vlokkentest, risico 2:1000
- Vruchtwaterpunctie, risico 1: 1000
onerzoeksmogelijkheden
- Infectie bij moeder
- Infectie in het vruchtwater
- Chromossom afwijking
- DNA awijking
- Stofwisselingsziekten
Mitochondriaal erfelijke aandoeningen
voorwaarden obductie
- Natuurlijke dood, onverklaard: eerst gemeentelijk lijkschouwer en openbaar aanklager er wat over beslissen, verdacht: obductie door forenisch instituut
- Toestemming door nabestaanden: lichaamsobductie, schdelobductie apart omdat dat voor veel mensen een naar idee is (ook ogen) ook vragen of het materiaal voor onderwijs of onderzoek gedaan wordt
handelingen bij obductie
- uitwendige instpectie: fotograferen, meten en wegen
- inwendige inspectie (openen lichaam en schedel)
- controleren anatomische verbindingen, meten en wegen
- uitnemen orgenen en weefsels voor microscopie
afname weefsel voor aanvullend onderzoek ( o.a. microbiologie, virologie, EM, DNA- diagnostiek) - terugplaatsen organen ( behalve hersenen)
- sluiten lichaam en schedel, aankleden
beeldvoormend aanvullend onderzoek bij obductie
- rontgen fotos ( babygram), nadeel: alleen verbeende skelet delen zijn zichtbaar
–> anders zou je alle bot afwijkingen vrij moeten prepareren - MRI kan ook na de geboorte: alle structuren zijn zichtbaar en ook weke delen zijn geod beoordeelbaar
nadeel: resolutie van 1,5 tesla is nog niet optimaal e postmortale veranderingen zijn soms moeilijk te interpeteren
VACTERL
Vertebraal
Anus
Cardiaal
Tracheo- oEsophagaal
Renaal
Ledematen
cijfers obductie
Obductie bevestigd 68% de prenatale diagnose
In 22% van de obducties komt er toegevoegde informatie
9% van de obducties wordt de prenatale bevinding niet bevestigd: bepaalde structuur niet goed in beeld kunnen krijgen
Uiteindelijk 3,8% andere diagnose na obductie
vergelijking echo en obductie
- zelfde in major
- minor soms moeilijk bv vingers in echo moeilijk te zien
- vaker extra bevindingen bij obductie dan dat bevindingen van een echo niet bevestigd worden
- afwijkingen aan hersenen of CZS hebben een hoge concordantie, hartafwijkingen laag
wat zijn inborn errors of metabolism
erfelijke aandoeningen vaak in genen die coderen voor:
- enzymen
- membraantransport eiwitten
- ‘cofactoren’–> activatoren en chaperons etc.
indeling op vasis van substraten (leerboeken)
- stoornissen intermediaire stofwisseling (omzetting van voedingsstoffen)
- stoornissen van neurotransmittersofwisseling
- stoornissen van de biosynthese en afbraak van complexe moleculen
indeling op basis van biochemie (praktijk)
- aminozuur metabolisme
- koolhydraatmetabolsjme
- vetzuurmetabolsime
- lysosomale stapelingsziekten
- mictochondirale stoornissen
- peroxisomale stoornissen
PKU
kenmerken:
- Verstandelijke beperking
- Blondhaar en lichte huid
- Microcephalie
- Epilepsie
- Achteruitgang, spasticiteit
- door biallelische mutatisch in PAH gen (enzymdeficientie in phenylaline hydroxylase)
- Autosomaal resecieve overerving
- Pheylalanine wordt dan niet in tyrosine omgezit en dit phenylalanine is toxisch
- in hielprik screening omdat het te behandelen is met een phenylalinen- arm dieet en tyrosine suppletie
stofwisseling van neurotransmitters
- Fout in cofactor tetrahydrobiopterine: BH4
–> vroeg in proces probleem- Kan ook dat enzym zelf niet goed wordt aangemaakt
mucopolysaccharidose
- lysosomale stapelingsziekte
- Intracellulaire stapeling binnen de lysosomen ( vacuolen)
- Symptomen zijn het gevolg van progressieve stapeling
ziekte van zellweger
- peroxisomale ziekte
- peroxisoom biogenese defect: gebrek aan peroxisomen in de cellen, stapeling van zeer lang keten vetzuren in het lichaam
- progressieve spierspalte
- epilepsie
- niercysten
- skeletafwijkingen
- renitis pigmentose
- atrofie oogzenuw
- hepatomegalie
- doofheid
- hersenaanlegsstoornissen
wanneer moet je denken aan een stofwisselingsziekte
- problemen in groei en ontwikkeling
- progressieve klachten of achteruitgang
- familie geschiedenis positief
- opvallende bevindingen bij lichamelijk onderzoek
- acute ontregeling/ bewustzijnsdaling bij een eerder gezonde patient ( kind) bij intercurrente infectie
geen symtomen bij dragers, x gebonden
- menkes
- hunter
- lesch- NYhan
- x- linked ichthyrose
- glucose 6-P dehydrogenase
soms symptomen bij dragers, x linked
- ziekte van fabry
- creatine trasporter defect
- adrenoleukdystroie
- omithine trans- carbamylase deficientie