Week 13 Flashcards

(170 cards)

1
Q

Waar bindt vWF aan?

A

GP Ib en GP Ia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn GP Ib en GP Ia en waar zitten ze?

A

Receptoren op de trombocyt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat scheidt de trombocyt uit als vWF is gebonden aan de receptoren?

A

ADP
TxA2
5-HT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het effect van ADP, TxA2 en 5-HT?

A

Hierdoor worden nog meer trombo’s aangetrokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het effect van PGl2 op de tromboaggregatie? en via welke second messager?

A

Remt de aggregatie via cAMP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de functie van GPIIb/IIIa?

A

Trombo’s hechten daar aan elkaar door fibrinedraden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem 7 voorbeelden van trombocytenaggregatieremmers

A
Aspirine
Dypyridamol
Clopidogrel
Abciximab
Eptifibatide
Tirofibon
Epoprostenol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe werkt aspirine?

A

Acetylsalicylzuur is een COX-remmer

Het verlaagt de hoeveelheid TxA2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar staat TxA2 voor?

A

Tromboxaan A2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe werkt dipyridomol?

A

Het is een fosfodiësteraseremmer

Het verhoogt cAMP, waardoor de adhesie aan de oppervlakte geremd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe werkt clopidogrel?

A

Het is een prodrug en wordt pas in situ omgezet, en blokkeert vervolgens de ADP receptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe werken abciximab, eptifibatide en tirofibon?

A

Het zijn antilichamen, blokkeren GPIIb/IIIa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe werkt epoprosternol?

A

Natuurlijk prostaglandine (PGl2), wat via cAMP de aggregatie remt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar staat COX voor en hoe werkt het?

A

Cyclo-oxygenase

Wordt omgezet in tromboxaan, wat weer zorgt voor aggregatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke 2 vormen van COX zijn er en waar zijn ze te vinden?

A

COX1 en COX2
COX1 in de maag, darmen, nieren en trombo’s
COX2 is inflammatoir en te vinden in macrofagen, synoviocyten en endotheelcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Moet je aspirine in hoge of lage doseringen geven? Waarom?

A

Lage, je wil alleen COX1 remmen en met hoge doseringen rem je ook COX2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke 3 groepen middelen grijpen aan op de stollingscascade?

A

Coumourines
Trombineremmers
Heparines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Noem 2 voorbeelden van coumourines

A

Fenprocoumon

Acenocoumarol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Noem 2 voorbeelden van trombineremmers

A

Hirudine

Dabigatran

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Onder welke groep vallen de coumourines, hoe werken ze, hoe toe te dienen en hoelang duurt het voordat ze werken?

A

Vitamine K antagonisten
Remmen de synthese van VII, IX, X en II
Oraal toe te dienen
Werken na enkele dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe kunnen trombineremmers toegediend worden?

A

Intraveneus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoe werken heparines, hoe kunnen ze toegediend worden en hoelang duurt het voordat ze werken?

A

Bindt irreversibel aan antitrombine III (ATIII) en vangt hiermee trombine en Xa weg
Intraveneus of subcutaan
Werken direct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Waar bestaan heparines uit?

A

Heterogeen mengsel van polysaccharide en glycosaminoglycuronsulfaat, verkregen uit dierlijk weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Welke structuur is nodig voor heparines om te binden aan ATIII?

A

Pentasaccharide-structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Welke ketenlengte van monosacchariden zijn nodig voor heparines om te binden aan trombine?
18
26
Noem 2 voorbeelden van gesynthetiseerde pentasacchariden
Fondaparinux | Indraparinux
27
Waar staat TPA voor?
Tissue Plasminogen Activator
28
Hoe werkt trombolyse?
Plasmine lost fibrine op | Plasmine is ontstaat uit plasminogeen en is omgezet door TPA
29
Noem 5 voorbeelden van trombolysemiddelen en geef van elk de kenmerken
Streptokinase: goedkoop, verhoogd risico op allergische reactie Urokinase: uit humane spiercellen Alteplase, reteplase en tenelecplase: nagemaakte TPA
30
Hoe wordt een acuut myocardinfarct behandeld?
Pijnstiller (minder stress/angst, minder sympatische activiteit) Evt. atropine (hart weer opstarten, demping weghalen) Trombolytica+aspirine+heparine/LMWH Secundaire preventie
31
Hoeveel van de gestelde diagnoses is fout? En hoeveel daarvan is een denkfout?
15% van de diagnoses is fout | 75% daarvan is een denkfout
32
Waarom maken we denkfouten?
Omdat we een snel en langzaam systeem hebben en we soms teveel met ons snelle systeem werken
33
Wat betekent framing?
Identieke informatie, anders gepresenteerd
34
Wat is een winst- en verliesframe?
Positieve en negatieve formulering
35
Wat is anchoring?
Teveel waarde hechten aan eerste informatie
36
Wat is availability bias?
Denken dat items die makkelijker beschikbaar zijn in het geheugen vaker voorkomen
37
Wat is conformation bias?
Bevestigen wat je denkt door selectief accepteren en negeren van informatie
38
Wat representative heuristic?
Beoordeling van waarschijnlijkheid baseren op het vergelijken van een object of gebeurtenis met prototype van object of gebeurtenis
39
Wat is representative error?
Denken gestuurd door prototype, zodat je nalaat mogelijkheden te overwegen die het prototype tegenspreken
40
Wat is een DES?
Drug Eluting Stent
41
Wat moet er eerst gebeuren voor het plaatsten van een stent bij kalkvorming in de vaten?
Het opblazen van een ballon om de kalk te breken
42
Wat zijn 2 nadelen van een PCI?
Negatieve impact compliantie | Geen latere mogelijkheid voor een graph
43
Hoe verklein je de kans op een trombose in de stent bij een PCI?
Dunnere studs gebruiken
44
Hoe werkt DES-medicatie en wat is het nadeel hiervan?
Interfereert in celcyclus gladde spiercellen | Nadeel: interfereert ook in celcyclus endotheel, waardoor er een hogere kans is op stenttrombose
45
Wat is een contraindicatie voor een PCI?
Groot gebied ischemie
46
Wat zijn 6 mogelijke complicaties van een PCI?
``` Myocardinfarct Vasculaire complicaties CVA Overlijden Allergische reacties Nierinsufficiëntie ```
47
Welke 7 vasculaire complicaties kunnen optreden bij een PCI?
``` Arteriële trombose Distale embolie Bloeding/hematoom Dissectie Pseudo-aneurysma AV-fistel Occlusie van a. radialis ```
48
Welke 3 medicamenten kunnen gebruikt worden bij coronair lijden? En welke gebruik je bij stabiel lijden en welke bij ACS?
Clopidogrel: bij stabiel | Ticagrelor en pasugrel: bij ACS
49
Hoe ziet de nabehandeling van stabiel coronair lijden eruit?
6 maanden plaatjestherapie met clopidogrel | Bij hoge risico's 3 maanden of 1 maand
50
Hoe ziet de nabehandeling van ACS eruit?
12 maanden pasugrel of ticagrelor | Bij hoog risico 6 maanden
51
Welke 3 scores zijn er om te beslissen tussen een PCI of CABG?
Euro-score Sts-score (society risico score) Syntax-score (coronair lijden)
52
Doe je bij 1 en 2-vatslijden een PCI of CABG?
Zonder vernauwing in de proximale LAD doe je een PCI | Met een vernauwing in de proximale LAD doe je eventueel ook een LIMA
53
Doe je bij een hoofdstamstenose een PCI of CABG?
Vroeger alleen een CABG, nu wordt soms ook een PCI gedaan
54
Doe je bij een pt met diabetes mellitus een PCI of CABG?
CABG
55
Wat is een CABG?
Bypass
56
Binnen hoeveel uur moet er bij een NSTEMI catheterisatie plaatsvinden?
24 uur
57
Wanneer is een NSTEMI acuut (5 dingen)?
``` Hemodynamisch instabiel Cardiogene shock Niet pijnvrij worden ST-elevaties in aVR Diffuus ST-depressie ```
58
Binnen hoeveel uur moet er catheterisatie plaatsvinden bij een STEMI?
12 uur en binnen 1 uur na contact met een hulpverlener
59
Wat moet er bij een STEMI gebeuren na 12 uur? En waarom?
Alleen catheterisatie bij klachten, omdat dan het grootste gedeelte van de spier al dood is
60
Uit welke medicatie bestaat 'the golden five'?
``` Aspirine Clopidogrel/ticagrelor/prasugrel Atorvastatine Perindopril Metoprolol ```
61
Welke 5 complicaties kunnen optreden tijdens de PCI?
``` Perforatie Dissectie Occlusie van een zijtak Distale embolisatie Stenttrombose ```
62
Welke 4 klachten komen voor bij ritme- en geleidingsstoornissen?
Palpitaties Syncope/duizeligheid Dyspnoe Moeheid
63
Hoe kan je de palpitaties het beste uitvragen?
De pt vragen om zelf het ritme uit te tikken
64
Hoelang duurt een normale ECG?
10 seconden
65
Waar wordt de fietsergometrie voor gebruikt?
Test voor inspanningsgebonden palpitaties
66
Waar wordt een holter voor gebruikt?
24 uurs ambulante ritme monitoring
67
Wat is een event recorder? En welke wordt tegenwoordig gebruikt?
Pt zet hem aan bij klachten om ECG te maken | Nu wordt Implantible Loop Recorder (ILR) gebruikt
68
Wat is TILT-testing en wanneer wordt het gebruikt?
De patient wordt vastgebonden op een tafel en deze wordt langzaam getilt en de HF en bd worden gemeten Wordt gebruikt bij syncope met eventuele orthostase
69
Wat is accelerated automaticity?
Het veranderen van de depolarisatiedrempel/snelheid
70
Wat is triggered activity?
Vroege of late nadepolarisatie
71
Wat is re-entry?
2 routes voor een prikkel (snel en langzaam in AV-knoop) waardoor een cirkel mogelijk is
72
Wat is het verschil tussen een neurovegetatieve syncope en een syncope door een andere oorzaak?
Bij een neurovegetatieve oorzaak voelen mensen het aankomen, bij een andere oorzaak niet
73
Wat is de definitie van een bradycardie?
Een hartslag onder de 60 slagen/min
74
Wat is een escape ritme?
Een complete disfunctie van de sinusknoop
75
Wat is de meest voorkomende vorm van bradycardie? En waardoor kan deze veroorzaakt worden?
Sinusbradycardie | Kan veroorzaakt worden door betablokkers
76
Wat zijn 3 symptomen van een sinusbradycardie? | En welke 2 behandelingen zijn er?
Symptomen: veel asymptomatisch, vermoeidheid, syncope Behandeling: veranderen medicatie, pacemaker
77
Hoe kan je een sinus pauze/arrest herkennen op een ECG?
Pauze in de hartslag zonder p-top
78
Wat is het verschil tussen een sinus pauze/arrest en een sinusknoop exit block?
Het onderliggende ritme blijft gelijk bij een exit block (compensatoire pauze)
79
Hoe kan je een 1e graads AV-blok herkennen op een ECG? En wat is de behandeling?
Bij een 1e graads AV-blok duurt het langer om het signaal van de atria naar de ventrikels te krijgen, dus PR is langer dan 20 seconden Er is geen behandeling nodig
80
Wat is een tweede graads AV-blok?
Af en toe wordt er 1 p-top niet gevolgd door een qrs-complex
81
Wat is het verschil tussen type 1 en type 2 bij een 2e graads AV-blok?
Bij type 1 is er een progressieve verlenging van PR, en vindt herstel plaats na de 'dropped beat', er is hier geen behandeling nodig Bij type 2 is er geen verlenging van de PR-tijd en is een pacemaker geadviseerd
82
Wat is een derde graads AV-blok, hoe herken je het op een ECG en wat is de behandeling?
Dissociated p-top en qrs-complex | Altijd een pacemaker nodig
83
Wat is een hogere graadsblok?
Meer dan 1 p-top die niet gevolgd wordt door een qrs-complex
84
Wat is een junctional ritme? Hoeveel slagen/min is dit ritme gemiddeld en hoe herken je het op een ECG?
AV-knoop neemt het ritme over 40-60/min Geen p-top voor het qrs-complex
85
Wat is een ventriculair ritme? Hoeveel slagen/min is dit en hoe herken je het op een ECG?
Het ritme wordt gemaakt na de AV-knoop 20-40/min Breed qrs complex
86
Wat is de definitie van een tachycardie?
Meer dan 100/min
87
Wat is een supraventriculaire tachycardie?
Origine van de tachycardie boven het niveau van de ventrikels
88
Wat is een ventriculaire tachycardie?
Origine van de tachycardie in de ventrikels
89
Wat is een small complex tachycardie?
qrs breedte tijdens de tachycardie is onder de 120 ms
90
Wat is een breed complex tachycardie?
Qrs breedte tijdens de tachycardie is 120 ms of meer
91
Wat is er aan de hand als de hartfrequentie stijgt en daalt?
Bij inademing stijgt de HF en bij uitademing daalt de HF, dit is fysiologisch
92
Komt sinustachycardie vaak ideopatisch voor?
Nee, is bijna altijd secundair aan iets anders
93
Heeft een supraventriculaire tachycardie een smal of breed qrs, en is het goedaardig of kwaadaardig?
Meestal smal qrs | Goedaardig
94
Heeft een ventriculaire tachycardie een smal of breed qrs, en is het goed aardig of kwaadaardig?
Meestal breed qrs | Kwaadaardig
95
Wat is AVNRT?
AV-nodale re-entry tachycardie, alleen in de AV-knoop
96
Wat is AVRT?
AVc re-entry tachycardie, waarbij er een extra pad is buiten de AV-knoop
97
Wat is atrium flutter?
Circuit dat alleen draait in het atrium
98
Wat is atriale tachycardie?
1 plekje buiten het sinusknoop die een versnelde hartslag aanmaakt
99
Wat is multifocale atriale tachycardie?
Meerdere plekjes buiten de sinusknoop die een versnelde hartslag aanmaken
100
Hoe kan je een atriale tachycardie herkennen op een ECG?
Hartslag wordt plotseling hoger, en de morfologie van de p-top verandert, niet iedere p-top wordt gevolgd door een qrs-complex en soms verdwijnen de p-toppen in t-top
101
Hoe kan je een multifocale atriale tachycardie herkennen op een ECG?
3 of meer p-top morfologieën | Irregulair ritme
102
Hoe kan je een atrium flutter herkennen op een ECG?
Zaagtand in II, III en aVF
103
Hoe kan je de fluttergolven beter naar voren laten komen om atrium flutter aan te kunnen tonen?
Sinus carotis massage
104
Op welke 5 plaatsen kan een re-entry plaatsvinden?
``` Sinusknoop Anatomisch obstakel (tricuspidalisklep) Niet anatomisch obstakel (litteken) AV-knoop (fast en slow pathway) Accessoire/kent bundels ```
105
Hoeveel % van de mensen heeft een fast en slow pathway?
25%
106
Wanneer vindt er een re-entry plaats in de AV-knoop?
Bij een korte uitschakeling van de fast pathway
107
Hoe kan je een AVNRT herkennen op een ECG?
PR verlengd | Fusie van p-top en qrs-complex
108
Hoe kan je een AVRT herkennen op een ECG?
WPW-patroon | Smal complex tachycardie
109
Wat is een WPW-patroon?
Deltagolf, langzame activatie na een p-golf (minder stijl omhoog)
110
Wat zijn de 3 oorzaken van een breedcomplex tachycardie? En wat is de oorzaak waar we vanuit gaan tot t tegendeel bewezen is?
SVT met bundeltakblok of met delta-golf VT Pacemakerritme We gaan uit van VT tot het tegendeel bewezen is
111
Hoe herken je een VT op een ECG?
Verbrede qrs | Meer qrs-complexen dan p-toppen, het ritme ontstaat in de kamer
112
Hoe herken je een polymorfe VT? Hoe wordt dit ook wel genoemd?
De VT ontstaat op meerdere plekjes, dus de golfjes worden groter en kleiner Wordt ook wel torsade de pointes
113
Hoe herken je ventriculaire fibrillatie op een ECG?
Oneven golven, geen normale hartslag
114
Hoe herken je een bundeltakblok op een ECG?
Gewoon sinusritme met een verbreed qrs
115
Hoe herken je atriale fibrillatie met een bundeltakblok op een ECG?
Versneld en irregulair ritme
116
Hoe herken je atriumfibrilleren op een ECG? In welke afleidingen is dit het best te zien?
Volledig irregulair Verdwenen p-toppen F-waves ipv p-toppen (gekriebel op de basislijn) Best te zien in afleidingen II en V1
117
Hoe komt atriumfibrilleren? Wat zijn 3 klachten? Wat vind je bij LO en waarom is het gevaarlijk?
Komt door fibrose (en is dus een ouderdomsziekte) Klachten: palpitaties, dyspnoe en POB Bij LO vind je een inequale pols Gevaarlijk omdat er risico op stolsel in hartoortje kan ontstaan, waardoor er een CVA kan ontstaan
118
Welke 2 scores worden er gebruikt om te kijken of een pt antistolling moet gebruiken? Bij welke score moet pt antistolling gebruiken?
CHADS2-score, bij 1 punt al antistolling | HAS-BLED-score (bloedingskans): bij meer punten dan CHADS2-score de antistolling heroverwegen
119
Uit welke 3 handelingen bestaat de behandeling bij een acute ritme- of geleidingsstoornis?
Eventuele trigger behandelen Ventricular rate control Cardioversie (chemisch of elektrisch)
120
Wat is het verschil tussen chemische en elektrische cardioversie? En wanneer wordt een cardioversie gebruikt?
Bij elektrische is er een hogere succeskans, maar moet men alert zijn op stolsels en mag je niet schokken tijdens de t-top Cardioversie wordt gebruikt bij niet-levensbedreigende ritmes
121
Wat zijn 2 vormen van behandeling bij een chronische ritmestoornis?
Rate control: hartslag ongeveer gelijkhouden | Rhythm control: streven naar sinusritme
122
Hoe kan je een premature atriale contractie herkennen op een ECG?
P-top komt te vroeg
123
Hoe kan je een premature ventriculaire contractie herkennen op een ECG?
Bizar en brede qrs-complexen
124
Volgens welke klassificatie wordt de medicatie voor ritme- en geleidingsstoornissen ingedeeld?
Vaughan Williams klassificatie
125
Welke medicaties vallen in welke klasses bij de Vaughan Williams klassificatie?
Klasse I: Na-kanalen en actiepotentialen Klasse II: betablokkers Klasse III: Verlengt actiepotentiaal Klasse IV: Ca-antagonisten
126
Welke ritmes zijn shockbaar?
VF of VT
127
Op welke manier kan temporary pacing?
Transcutaan | Transveneus
128
Wanneer wordt een pacemaker met 2 draden gebruikt? En waar gaan de draden heen?
Wordt gebruikt bij AV-blok | 1 draad in atrium, 1 draad in ventrikel
129
Wanneer wordt een pacemaker met 3 draden gebruikt? En waar gaan de draden heen?
Wordt gebruikt bij hartfalen met een linkerbundeltakblok | 1 draad in RA, 1 in RV en 1 in LV via sinus coronarius
130
Hoe werkt de NBG-code?
I: welke kamers worden gepaced? O,A,V,D(ual),S(ingle) II: waar wordt gesensed? O,A,V,D,S III: Wat wordt gedaan met sensing? O,T(riggered),I(nhibited),D(ual) IV: Rate modulation? O,R(ate modulation)
131
Wanneer komt iemand in aanmerking voor een ICD?
Na het overleven van een reanimatie | Bij verhoogd risico op het krijgen van ventriculaire ritmestoornissen (bij verlaagde ejectiefractie en pompfunctie)
132
Wat is ATP?
Meer pulsen geven om VT tegen te gaan, is volledig pijnloos
133
Welke 2 dingen kan een ICD doen?
Een shock geven | ATP
134
Wat zijn shock coils?
De plekjes op een draad van de ICD waarmee shocks gegeven kunnen worden, er zitten er 1 of 2 per draad
135
Wat is ablatie?
Met een catheter rhythm control uitoefenen
136
Na hoeveel weken in de embryologie is het hart volledig aangelegd?
In de eerste 7 weken
137
Bij hoeveel mensen gaat er iets mis bij het aanleggen van het hart?
Bij 8/1000
138
Wat zijn de 3 'categorieën' waar iets fout kan gaan bij de aanleg van het hart?
Gat in tussenschot Klep niet/afwijkend aangelegd Abnormale aansluiting/verloop grote vaten
139
Wat zijn 5 oorzaken van een congenitale hartafwijking?
``` Fout in genetische codering Spontane fout celdeling Infecties Straling Medicaties/drugs ```
140
Wat zijn de 8 meest voorkomende afwijkingen en hoeveel % van alle congenitale hartafwijkingen maakt elke diagnose uit?
``` Ventrikelseptumdefect (34%) Atriumseptumdefect (13%) Open ductus Botalli (10%) Pulmonalisstenose (8%) Coarctatie van de aorta (5%) Tetralogie van Fallot (5%) Transpositie grote vaten (4%) Aortastenose (4%) ```
141
Welke belasting treedt waar op bij een ventrikelseptumdefect?
Volumebelasting van het linker ventrikel
142
Hoe wordt een ventrikelseptumdefect behandeld?
Chirurgisch met een patch
143
Welke 3 types atriumseptumdefecten zijn er?
ASDII, ASDI en sinus venosus defect
144
Wat is een ASDI?
Eigenlijk een AVSD, en dus geen ASD
145
Welke belasting treedt waar op bij een atriumseptumdefect?
Volumebelasting rechter ventrikel
146
Wat is de behandeling voor een atriumseptumdefect?
Meestal met een paraplu device subcutaan, soms is er wel een operatie nodig
147
Welke belasting treedt waar op bij een open ductus botalli?
Volumebelasting linker ventrikel
148
Hoe wordt een open ductus botalli behandeld?
Percutaan met een plug
149
Welke 4 soorten klepafwijkingen zijn er?
Atresie (ondoorgankeliik) Agenesie (niet aangelegd) Stenose (vernauwing) Insufficiëntie (lekken)
150
Wat is een Fontan operatie? En wanneer wordt deze uitgevoerd?
Bypass rechter helft, bij atresie tricuspidaalklep
151
Welke 2 soorten behandelingen zijn er voor klepstenose?
Percutane interventie: ballondilatatie | Chirurgisch: klepplastiek of klepvervanging
152
Wat is een coarcatio aortae? Wat zijn de gevolgen en wat is de behandeling?
Een lokale vernauwing van de distale aortaboog Gevolgen zijn hypertensie bovenste lichaamshelft en onvoldoende perfusie onderste lichaamshelft en de vorming van collateralen Behandeling is stenting
153
Uit welke 4 afwijkingen bestaat de tetralogie van Fallot?
Ventrikelseptumdefect Overrijdende aorta (verhuist mee naar rechts) Pulmonalisstenose RVH
154
Wat is een belangrijk kenmerk van de tetralogie van Fallot?
Cyanose
155
Wat is de behandeling van de tetralogie van Fallot?
VSD sluiting met patch
156
Wat is transpositie van grote vaten? Wat is de behandeling?
Aorta en pulmonaalvaten zitten verkeerd om, waardoor cyanose optreedt Acute behandeling is het maken van een gat in het atriumtussenschot
157
Wat is het Eisenmerger syndroom?
Langdurige verhoogde bloedtoevoer naar de longen, waardoor de pulmonale vaatweerstand stijgt, hierdoor wordt de links-rechtsshunt bidirectioneel
158
Welke 4 kenmerken zijn aanwezig bij sinusritme?
50-100/min Elke p-top gevolgd door qrs-complex PR-interval is 0,12-0,20 seconden P-top is positief in I, II, aVF, V4, V5 en V6
159
Wat is een sick sinus syndroom?
Ookwel bradytachycardie, problemen met sino-artiale geleiding, waardoor bradycardie, tachycardie en sinus arrest elkaar afwisselen
160
Wat is het sinus coronarius ritme?
Trage, negatieve p-toppen in II, III en aVF
161
Wat is een polsdeficit?
Het verschil in voelbare slagen aan de pols en hoorbare slagen met de stethoscoop
162
Wat is een x:1 blok? Wat is het verschil met een type 2 2e graads AV-blok?
Na x slagen valt er een qrs uit | Bij een type 2 2e graads AV-blok is de uitval willekeurig
163
Wat is Adam Stokes?
Bij trage ritmes is er te weinig doorbloeding van het hoofd, waardoor verlies van bewustzijn kan optreden
164
Hoe kan je een linkerbundeltakblok herkennen?
qrs groter of gelijk aan 0,12s Diepe Q of S in V1 Hoge R in V6 V1 en V6 kijken elkaar aan
165
Hoe herken je een rechterbundeltakblok?
qrs groter of gelijk aan 0,12s | RSR' in V1 (hazenoren)
166
Hoe kan je de frequentie heel snel weten door te kijken naar de grote hokjes?
300-150-100-75-60-50 per groot hokje
167
Wanneer is een Q-golf pathologisch?
Als hij meer dan 1 hokje breed is of 1/3 van de totale QRS-hoogte is
168
Wat zijn 4 oorzaken van een ST-elevatie?
Ischemie Pericarditis Aneurysma cordis Normale variant
169
Wat zijn 5 oorzaken van een ST-depressie?
``` Reciproke bij ischemie (bekeken vanaf andere afleiding) LVH Digitalis Hypokaliemie Neurologisch ```
170
Wat zijn 4 oorzaken van een T-top verandering?
Ischemie Pericarditis Myocarditis LVH/RVH