Week 13: Nieuwe ontwikkelingen en wetenschap Flashcards

(73 cards)

1
Q

Noem 4 klassieke bindingsplekken voor geneesmiddelen

A

Receptoren
Enzymen
Ionkanalen
Transporter eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem 2 ongewone bindingsplekken voor geneesmiddelen

A

DNA/RNA
Cytoskelet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 2 soorten chemische identiteiten zijn er?

A

Natuurlijk
Synthetisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 3 typen synthetische chemische identiteiten zijn er, hoe gaat de opname en wat is de specificiteit?

A

Klassiek small molecules: hoge opname (oraal), wisselende spec
RNA, vaccins: lage opname (IV), hoge spec
Antibodies: matige opname (SC, IV), hoge spec

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 3 middelen kan de industrie leveren aan de geneesmiddelontwikkeling?

A

Biochemische expertise
Financiën
Marktgericht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 2 middelen kan de academie leveren aan de geneesmiddelenontwikkeling?

A

Klinische expertise
Gericht op volksgezondheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem de eerste 6 stappen in het proces van geneesmiddelproductie

A

Therapeutisch concept
Target selection
Target validation
Lead finding
Lead optimization
Klinische fasen (I-III)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt de lead finding gedaan?

A

Door high throughput screening (HTS), van miljoenen naar 1-3 mogelijke stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de belangrijkste reden van uitval kandidaatmedicijnen?

A

Farmacokinetische factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een SKID muis?

A

Geen weerstandsrespont tegen tumor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe lang duurt de pre-klinische fase?

A

4-5 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een flat-fixed dosering?

A

Vaste dosering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het verschil tussen fase 1 en fase 2 metabolisme?

A

Fase 1: oxidatie/reductie
Fase 2: Conjugatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem 7 factoren die invloed hebben op de optimale dosering

A

Farmacogenetica: bij sommige mutaties toxiciteit bij middel
Co-medicatie
Lifestyle
Ziekte gerelateerd
Lichaamskenmerken
Lichaamsoppervlakte
Orgaanfunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is TDM?

A

Therapeutic Drug Monitoring
Meten van de spiegels en de dosering daarop aanpassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Onder welke vorm van therapie vallen de monoclonale antilichamen?

A

Targeted therapy
Immunotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe wordt de dosering van monoclonale antilichamen aangegeven? Wat is hierop de uitzondering?

A

mg/kg
Uitzondering: cetuximab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Noem de 3 fasen van het onderzoek naar een middel tegen ALL

A

Ontdekking anti-kanker drugs
Grootschalig+systematisch evaluatieonderzoek
Doorbraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welk instituut stond vooraan als het gaan om de zoektocht naar een middel tegen ALL?

A

Amerikaans Cancer Chemotherapy National Service Center

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke resulaten kwamen uit het grootschalig en systematische onderzoek?

A

Teleurstellend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke doorbraak werd gedaan in de zoektocht naar een middel tegen ALL?

A

Dat je bij remissie de dosis juist moest verhogen ipv verlagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat was het doel van Nixons war on cancers?

A

Solide tumoren genezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe werd het national cancer institute in de jaren 70-80 ook wel genoemd?

A

Factory of toxins

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe had de grootmoeder van Baines haar borstkanker ervaren?

A

Er heerste een grote stilte rondom kanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Hoe zag de moeder van Baines haar kanker?
Als een hobbel in het leven, en waarna ze weer doorging, het was een event, acuut en lokaal
26
Hoe ervaarde de dochter haar kanker?
Compleet en langdurig in medische molen, het was een proces, chronisch en systemisch
27
Noem 3 invloeden van niet medische factoren tav radicale mastectomie
Nationale verschillen Onzekerheden Feministische en patiëntenbeweging
28
Wat is de Breslow dikte?
Hoe diep melanoom ingroeit
29
Wat zijn satelliet metastasen?
Als satelliet rondom primaire tumor
30
Wat zijn in-transit metastasen?
Tussen primaire tumor en eerste lymfeklierstation
31
Waarom doe je geen SNP bij stadium 1a?
Kans is te klein op uitzaaiingen
32
Waar is een SNP belangrijk voor?
Prognose en indicatie adjuvante therapie
33
Welke 2 vormen van therapie kan je gebruiken bij een gemetastaseerd melanoom?
Targeted therapy Immuuntherapie
34
Welke mutatie komt veel voor bij melanomen?
BRAF
35
Hoe kan je targeted therapy gebruiken bij een gemetastaseerd melanoom? Tegen welk probleem loop je aan en hoe los je dat op?
Ingrijpen in de BRAF pathway Probleem is resistentie Los je op door MEK-inhibitie toe te voegen
36
Wat is de behandeling voor de bijwerkingen van immuuntherapie? En als dat niet werkt?
Prednison Als dat niet werkt nog meer prednison (dosis x2)
37
Hoe lang word je behandeld met immuuntherapie?
2 jaar
38
Wat is de prognose van een gemetastaseerd melanoom?
21 maanden
39
Op welke 4 soorten kanker geeft HPV een verhoogd risico? Waarom specifiek deze 4?
Cervix Anus Oesophagus Nasopharynx Specifiek deze vier omdat het van het ene naar het andere weefsel gaat
40
Welke 3 dingen heb je nodig om een uitstrijkje mee te doen?
Speculum Cervixbrush Medium
41
Voor welke 2 doeleinden wordt een uitstrijkje gemaakt? Wat wordt er bij beide mee gedaan?
Klachten: beoordeling cytologische kenmerken Bevolkingsonderzoek: eerst risico HPV bepalen
42
Hoe groot is het HPV virus?
55 nm
43
Hoe wordt de buitenkant van het HPV virus genoemd? En waaruit wordt deze gevormd
icosaedrische mantel (L1 en L2 capside eiwitten)
44
Welke 3 gebieden zijn terug te vinden in het circulaire DNA van het HPV virus?
LCR: long control region: controleren expressie Vroeg gebied: E1, E2, E4tm7 Laat gebied: L1 en L2
45
Waar wil het hpv virus het liefste invaseren?
Basale laag epitheel
46
Welke genen zorgen voor het voorkomen van apoptose na een HPV infectie?
E6 en p53
47
Welke genen zorgen voor een verminderde controle van de celcyclus na een hpv infectie? Hoe is het mechanisme normaal en hoe is dit bij hpv?
E7 en pRB Normaal: pRB bindt E2F, waardoor er minder proliferatie plaatsvindt HPV: E7 bindt aan pRB, waardoor E2F vrijblijft en er meer proliferatie plaatsvindt
48
Welk gen zorgt voor meer EGFR?
E5
49
Hoe gaat het proces van virusreplicatie?
E2 verlaagt E6 en 7, waardoor E1 (DNA helicase) verhoogt wordt
50
Wanneer gaat het over van een HPV infectie naar echt een risico op kanker?
Bij partiële integratie viraal DNA in gastheer DNA (E6 en 7)
51
Welke soorten HPV zijn het meest bekend?
HPV 18 en 16
52
Hoeveel labs in NL testen uitstrijkjes op HPV?
5
53
Hoeveel tijd zit er tussen 2 oproepen voor het bevolkingsonderzoek voor HPV?
Elke 5 jaar, behalve als HPV negatief op 40, 50 of 60
54
Wat is het life-time risk op HPV?
80-85%
55
Wat is het verschil tussen een oncogeen en een oncolytisch virus?
Oncogeen virus veroorzaakt kanker Oncolytisch virus doodt kankercellen
56
Noem 3 eisen voor de veiligheid van oncolytische virussen
Veilig voor patient: niet ziekteverwekkend Veilig voor omgeving: mens en dier Oncolyse veroorzaken
57
Wat is een voorbeeld van een oncolytisch virus? Wat voor soort virus is dit?
New Castle Disease Virus (NDV) Pseudovogelgriepvirus
58
Waarom verschilt de virulentie in een new castle disease virus?
Afhankelijk van de knipsite van het fusieeiwit
59
Hoe wordt ervoor gezorgd dat het NDV niet meer zo schadelijk is voor vogels?
V-eiwit omzeilt het immuunsysteem in kippen, daarom moet dat eiwit eruitgehaald worden
60
Hoe kan je de virulentie in mensen verhogen?
Immuunmodelatoire genen
61
Wat is de wtl?
Wet toetsing levensbeëindiging
62
Wat zijn de 2 morele uitgangspunten van euthanasie?
Barmhartigheid Zelfbeschikkingsrecht
63
Noem 2 definities van euthanasie
Het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een ander dan betrokkene, op diens verzoek Handelen van arts dat leven van patiënt op diens uitdrukkelijke verzoek beëindigd
64
Noem de 4 zorgvuldigheidseisen voor euthanasie
Vrijwillig en weloverwogen onderzoek Uitzichtloos en ondraaglijk lijden Patiënt is voorgelicht Geen redelijke andere oplossing
65
Wat is een SCEN arts?
Consultatie van een onafhankelijke arts bij het verzoek tot euthanasie
66
Welke 2 dingen worden er gedaan na de dood van patiënt?
Melden bij gemeentelijk lijkschouwer Regionale toetsingscommissie euthanasie checkt of arts zich heeft gehouden aan zorgvuldigheidseisen
67
Hoeveel regionale toetsingscommissies euthanasie zijn er in NL?
5
68
Noem 3 knelpunten van euthanasie
Geen normaal medisch handelen Inschatten wat vrijwillig en weloverwogen verzoek en wilsverklaring is Inschatten ondraaglijk lijden
69
Wat gebeurt er als een arts de euthanasie weigert?
Dan kan de patiënt naar het expertisecentrum euthanasie
70
Hoe kan een arts toch een patiënt ondersteunen buiten wlt?
Arts kan adviseren om bvb te stoppen met eten of drinken en helpen dit zo comfy mogelijk te maken
71
Hoe gaat de T-stadiëring van een melanoom?
Tis: in situ T1: dikte kleiner dan 1.0 mm, a zonder ulceratie en mitosen, b met T2: dikte 1-2 mm, a zonder ulceratie, b met T3: dikte 2-4 mm, a zonder ulceratie, b met T4 dikte meer dan 4, a zonder ulceratie, b met
72
Hoe gaat de N-stadiëring van een melanoom?
N0: geen kliermetas N1: 1 klier, a is micro, b is macro N2: 2-3 metas, a is micro, b is macro, c is in-transit of satellieten zonder aangedane klieren N3: Meer dan 4 klieren
73
Hoe gaat de M-stadiëring van een melanoom?
M0: geen metas op afstand, LDH is niet meetbaar M1: metas op afstand, a is huid, subcutaan of klier. b is long, c is andere organen