week 2 Flashcards
TFCC
triangular fibrocartilage complex
een schijfje kraakbeen dat de afstand tussen de ulna en het os triquetrum overbrugt
zorgt voor betere krachtverdeling, congruentie en beweeglijkheid, 80% van de stabiliteit
4 groepen ligamenten in de pols
lig van onderarm naar carpus
lig intercarpea
lig carpometacarpea
lig metacarpea
Hoe veel pulleys
5 cirkelvormige A1-5
3 kruislings C1-3
Aan welke epicondylus hechten de extensoren en flexoren
extensoren aan epicondylus lateralis
flexoren aan epicondylus medialis
Hoe zitten de extensorpezen aan elkaar vastgekoppeld
dmv vincula tendineae
met behulp van welke spier houdt met een pen vast
als de musculi lumbricales worden aangespannen is er flexie in art. carpometacarpale en extensie in de interfalangiale gewrichten
met welke spier worden de vingers gesloten
m. intersosseus palmares (zit niet op de middelvinger)
met welke spier spreiden de vingers
m. intersosseus dorsales (zit op alle vingers)
innervatie door n. ulnaris, n. radialis en n. medianus
n. radialis: extensoren
n. ulnaris: flexoren aan ulnaire zijde (pink en binnenkant ringvinger) en korte handspieren (lumbricales en interosseus)
n. medianus: flexoren aan radiale zijde en duim
Wat is een teken van n. radialis uitval
dropping hand
de extensoren kunnen niet meer geïnnerveerd worden
bij proximaler letsel is er ook geen extensie van de elleboog
Wat is een teken van n. medianus uitval
proximaal letsel: preachers hand
bij het maken van een vuist kunnen de duim, wijs en middelvinger niet gebogen worden
distaler letsel: geen preachers hand maar atrofie van de duimmuis en evt. m. lumbricales
Wat is een teken van n. ulnaris uitval
- klauwhand
- Froment test: als papiertje tussen duim en wijsvinger vast gehouden moet worden doet de patient dit met gestrekte vingers
naviculaire fractuur en wat is het bijzondere
val op uitgestrekte arm leidt bijna altijd tot fractuur van het os scapoideum
het os scaphoideum wordt doorbloed vanuit twee polen. Bij een breuk is 1 van de twee aangedaan waardoor er geen goede verbinding meer is tussen de vaten. bij de fractuurgenezing kan het zorgen voor malunion.
Test van Finkelstein welke ziekte wordt getest
Ziekte van quervain
de m. abducter pollices longus en de m. extensor pollices brevis lopen hier
trigger finger
veroorzaakt door een zwelling in de flexor pees ter hoogte van de A1 pulley meestvoorkomend op de ringvinger
innervatie door n, musculocutaneus
ventrale zijde van arm. m. biceps brachii en m. brachialis
mallet finger
laatste kootje van de vinger hangt af, de terminale slip van de extensorpees is geruptureerd/ zit los
ziekte van dupuytren
+ behandeling
boven de fascie palmaris zit een streng waardoor vinger(s) niet goed kunnen worden gestrekt
behandeling is met bruners incisies
benoem de pezen die door de verschillende tunnels in het retinaculum extensorum lopen
- m. abducter pollicis longus, m. extensor pollices breves
- m. extensor carpi radialis longus, m. extensor carpi radialis breves
- m. extensor pollices longus
- m. extensor indices, m. extensor digitorum communis
- m. extensor digiti minimi
- m. extensor carpi ulnaris
skiduim wanneer is operatie indicatie?
ligamentum collaterale ulnare op de duim bij het artic. metacarpale is gescheurd na acuut trauma
operatie indicatie bij volledig gescheurd ligament of bij stener lesion als het ligament achter de aponeurose terecht komt
De anatomische snuifdoos wordt gevormd door
m. extensor pollices brevis, m. abducter pollices longus, m. extensor pollices longus
innervatie thenar en hypothenar
thenar wordt grotendeels geïnnerveerd door de n. medianus
hypothenar wordt grotendeels geïnnerveerd door de n. ulnaris
sensibele en motorische innervatie van de hand
n. radialis
sensibel handrug en duim
motorisch extensoren van vingers
n. medianus
sensibel duim, wijs, middel en ulnaire kant van ringvinger
motorisch flexoren van duim, wijs en middelvinger
n. ulnaris
sensibel pink en ulnaire kant van ringvinger
motorisch pink en ringvinger en intrinsieke handspieren (oppositie en adductie van duim)
kenmerken van klauwhand
- extensie in MCP’s
- atrofie m. interossei
- atrofie m. adductor pollicis
- atrofie hypothenar