Week 2 - Organisatie van het openbaar bestuur Flashcards
(37 cards)
Waaruit bestaat het openbaar bestuur?
Het openbaar bestuur bestaat uit alle bestuursorganen en de ambtenaren die daarvoor werken.
Wat is kenmerkend voor het openbaar bestuur?
Kenmerkend voor het openbaar bestuur is dat een zekere tweezijdige relatie bestaat tussen bestuursorganen en zij die eraan onderworpen zijn,
omdat vanuit beide kanten invloed kan worden uitgeoefend.
Waar worden de openbare lichamen erkend?
In titel hoofdstuk 7 van de Gw wordt een aantal openbare lichamen erkend (provincie, gemeente, waterschappen etc.)
en wordt geïmpliceerd dat ook andere openbare lichamen bestaan (art. 134 Gw). [1]
[1] Denk bijvoorbeeld aan de Sociaal-Economische Raad en de Nederlandse Orde van Advocaten.
Definieer het openbaar lichaam.
Het openbaar lichaam kan gedefinieerd worden als een
1. **rechtspersoonlijkheid **bezittende
2. overheidsorganisatie, met bestuursorganen,
3. met een rechtens geregelde relatie tussen de organen én
4. met een bevolking die (via verkiezingen) invloed kan uitoefenen op de samenstelling en (via inspraak en rechtsbescherming) op de besluitvorming.
Tot wie komen bestuursbevoegdheden toe?
Bestuursbevoegdheden komen niet toe aan openbare lichamen, maar aan organen van die openbare lichamen.
Binnen het bestuursrecht spreken we in dit kader over bestuursorganen (ambten).
Wat is het belang van het bezit van rechtspersoonlijkheid voor het openbaar lichaam?
Het belang van rechtspersoonlijkheid is dat dit het mogelijk maakt om deel te nemen aan het privaatrechtelijk rechtsverkeer.
Hoe staat de rechtspersoonlijkheid van het openbaar bestuur in relatie tot de bevoedgheden van bestuursorganen?
Volgens art. 1:1 lid 4 treffen de **vermogensrechtelijke gevolgen **van een handeling van een bestuursorgaan de rechtspersoon waartoe het bestuursorgaan behoort.
Een openbaar lichaam wordt echter in het privaatrechtelijke rechtsverkeer vertegenwoordigd door een bestuursorgaan.
In welke typen worden openbare lichamen gescheiden?
Binnen de openbare lichamen, en ook binnen decentralisatie in het algemeen, worden twee typen openbare lichamen onderscheiden:
1. Territoriale openbare lichamen
2. Functionele openbare lichamen
Wat zijn territoriale openbare lichamen?
Geef voorbeelden.
Territoriale openbare lichamen hebben een bepaald territorium.
Deze openbare lichamen hebben een open huishouding, wat wil zeggen dat ze een algemene bestuurstaak hebben;
van tevoren is niet exact gelimiteerd wat deze openbare lichamen mogen doen.
Voorbeelden hiervan zijn de staat, de gemeenten en de provincies.
Wat zijn functionele openbare lichamen?
Geef een voorbeeld.
Functionele openbare lichamen hebben een beperkte bestuurstaak.
Hier is dus precies vastgelegd wat hun taken zijn. Dit wordt wel een gesloten huishouding genoemd.
Een voorbeeld hiervan is de Nederlandse Orde van Advocaten. Een voorbeeld van een orgaan binnen de orde is de deken.
Waar vind je de definitie van ‘bestuursorgaan’?
Een definitie van het begrip bestuursorgaan vind je terug in art. 1:1 Awb.
Hier wordt een onderscheid gemaakttussen (sub) a- en b-organen.
Wat is een a-orgaan?
Een a-orgaan is een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld.
Waar zijn ‘publiekrechtelijke rechtspersonen’ geregeld? Ga in op de leden.
Publiekrechtelijke rechtspersonen zijn geregeld in art. 2:1 BW.
In lid 1 is opgenomen dat de Staat, de provincies, de gemeenten, de waterschappen en alle lichamen waaran krachtens de Gw verordenende bevoegdheid is verleend, rechtspersoonlijkheid bezitten.
Volgens lid 2 moet bij andere lichamen worden gekeken of deze rechtspersoonlijkheid bezitten. Dit moet volgens wettelijk voorschrift.
Wat zijn de kwalificaties van een a-orgaan?
- Aleen een orgaan van een publiekrechtelijke rechtspersoon kan een a-orgaan zijn.
- Een orgaan is een onderdeel van een publiekrechtelijke rechtspersoon met een eigen wettelijke taak, oftewel
hier moet dus een wettelijke bepaling zijn waarin de taak van dit orgaan wordt vastgelegd
Geef twee voorbeelden ter illustratie van het a-orgaan.
Voorbeeld 1:
Het college van B&W is een bestuursorgaan op grond van art. 1:1 lid 1 sub a Awb jo. art. 2:1 lid 1 BW,
omdat het college een orgaan is van de gemeente (art. 6 Gemw.) met een eigen wettelijke taak (art. 160 Gemw.)
Voorbeeld 2:
De directie van het CBR is een bestuursorgaan op grond van art. 1:1 lid 1 sub a Awb jo. art. 2:1 lid 2 BW jo. een bijzondere wet.
Art. 4z Wegenverkeerswet (WVW) 1994 bepaalt immers dat het CBR rechtspersoonlijkheid bezit.
De directie van het CBR is een orgaan van het CBR (art. 4ac WVW 1994) met een eigen wettelijke taak (art. 4ae WVW 1994).
Wat is een b-orgaan?
Een b-orgaan is een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed.
B-organen zijn een restcategorie van organen die openbaar gezag uitoefenen, terwilj ze niet tot de a-organen kunen worden gerekend.
Wat betekent ‘openbaar gezag’?
Openbaar gezag wil zeggen, het eenzijdig kunnen bepalen van de rechtspositie van andere rechtssubjecten.
Wanneer is een b-orgaan van toepassing?
Een b-orgaan is een bestuursorgaan voor zover het een bestuursbevoegdheid uitoefent.
De Awb is in geval van b-organen slechts van toepassing op handelingen die de uitoefening van openbaar gezag betreffen.
Geef een voorbeeld ter illustratie van het b-orgaan.
Een klassiek voorbeeld van een b-orgaan is het APK-keuringsstation. Een garagehouder is bevoegd om APK-keuringen te verrichten, wat een vorm is van het uitoefenen van openbaar gezag (art. 83 WVW 1994).
Zonder een keuringsbewijs mag een auto niet de weg op. Voor zover een garagehouder apk’s uitvoert, is hij een b-orgaan en dus een bestuursorgaan in de zin van art. 1:1 Awb.
Wanneer de garagehouder echter reparaties uitvoert, kwalificeert hij niet als een b-orgaan.
Hoe verkrijgen b-organen openbaar gezag, en wat zijn hierbij extra relevante feiten om te benoemen?
Openbaar gezag verkrijgen b-organen bij wettelijk voorschrift.
Op deze hoofdregel bestaan twee uitzonderingen. Soms kan er dus toch sprake zijn van een b-orgaan, terwijl voor het openbaar gezag van dit orgaan geen wettelijke grondslag bestaat.
“Openbaar gezag verkrijgen b-organen bij wettelijk voorschrift.”
Wat is de 1e uitzondering op deze hoofdregel, en waar komt deze vandaan?
Deze uitzondering komt uit de uitspraak ABRvS Stichting bevordering kwaliteit leefomgeving Schipholregio.
Een orgaan die geldelijke uitkeringen of op geld waardeerbare voorzieningen aan derden verstrekt, is een b-orgaan, …
indien aan twee cumulatieve vereisten wordt voldaan:
1. Als een of meer a-organen de criteria voor het verstrekken van uitkeringen of voorzieningen in beslissende mate bepalen (inhoudelijke criteria), én
2. Als een of meer a-organen de verstrekking of uitkeringen in overwegende mate (minstens 2/3) financieren (financiële criteria).
“Openbaar gezag verkrijgen b-organen bij wettelijk voorschrift.”
Wat is de 2e uitzondering op deze hoofdregel, en waar doet deze zich voor?
Deze uitzondering doet zich voor in het ambtenarenrecht.
Als een privaatrechtelijke rechtspersoon zodaing **onder overwegende overheidsinvloed **staat,
dat de werknemers van de rechtspersoon als ambtenaren moeten worden beschouwd,
moet deze privaatrechtelijke rechtspersoon als b-orgaan worden gezien.
In welk artikel worden uitzondering voor wat betreft bestuursorganen geformuleerd? Licht toe.
Art. 1:1 lid 2 Awb formuleert een aantal uitzonderingen op de hoofdregel voor wat betreft bestuursorganen.
Zo zijn de wetgevende macht, de Staten-Generaal en de RvS bijv. geen bestuursorganen in de zin van de Awb.
Let op: in art. 1:1 lid 3 Awb worden verdere uitzonderingen op deze uitzonderingen vermeld (oftewel, gevallen waar het bestuursrecht wel geld).
Wat is een belangrijk verschil tussen het a- en b-orgaan, betreffende hun bereik?
Een belangrijk verschil tussen het a-orgaan en het b-orgaan is dat bij een a-orgaan [1] alle handelingen van het orgaan binnen de reikwijdte van de Awb vallen.
Bij een a-orgaan wordt een organisatorisch criterium gesteld, waarbij de focus ligt op waar het orgaan onderdeel van is.
Een b-orgaan [2] is slechts een bestuursorgaan in de zin van de Awb voor zover die handelingen de uitoefening van openbaar gezag betreffen.
Een b-orgaan heeft een functioneel criterium. Hier is het niet belangrijk waar ze behoren, maar wat ze precies doen.
[1] art. 1:1 lid 1 sub a Awb.
[2] art. 1:1 lid 1 sub b Awb.