week 3 Flashcards

1
Q

Wat is een pro-enzym en waaraan kan je het herkennen

A

Dit is een enzym in het lichaam wat nog niet actief is en dit kan je herkennen aan het woord geen op het einde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de functie van membraan gebonden enterokinase

A

De functie van dit enzym, is dat het trypsinogeen activeert. Hierdoor verandert dit in trypsine. Trypsine kan daarna de andere pro-enzymen activeren als een soort kettingreactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de functie van peptidasen?

A

Peptidasen knippen kleine peptiden om er aminozuren van te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
Zet van groot naar klein
A spier
B myofibril
C spiervezel
D sarcomeer
E Actine en myosine
A

De juiste volgorde van groot naar klein is:

A, C, B, D, E

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom zijn eiwitten nodig voor een goed bloedvolume?

A

Eiwitten zijn nodig voor een goed bloedvolume, omdat ze water aantrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom heb je eiwitten nodig voor een zuur-base balans

A

Je hebt eiwitten nodig voor een zuur-base balans, omdat eiwitten makkelijk een h+ kunnen opnemen om het bloed minder zuur te maken. Ze kunnen dit h+ weer af staan als het bloed te basisch wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly