week 3 FS Flashcards

(29 cards)

1
Q

SL-kleppen?

A

kleppen die de arteria pulmonalis & aorta afsluiten (semilunaire kleppen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

papillaire spiertjes?

A

lichte strengachtige spiertjes die de SL-kleppen versterken?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke 4 structuren zij er bij de hart prikkelgeleiding?

A
  • SA knoop
  • AV knoop
  • bundel van his
  • purkinje vezel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

het hart bestaat uit 3 lagen?

A
  • endocard (binnenste laag)
  • myocard (hartspierweefsel)
  • epicard (buitenste laag, hartzakje)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

werking SA-knoop?

A

rechts bovenin is onze pacemaker. ontlaadt zichzelf 80 keer per minuut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

werking AV-knoop?

A

ontlaadt zichzelf 40 keer per minuut. SA-knoop overheerst.. zorgt ervoor dat de ventrikels nog samenknijpen als de SA-knoop uitvalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

werking bundel van his?

A

gaat via hier naar het septum van het hart. zorgt ervoor dat de hartspier samentrekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

werking purkinje vezels?

A

zorgt ervoor dat elke hartspier wordt geactiveerd en gedepoliraseerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

je hart in rust activeren doe via?

A

nervus vagus parasympaticus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hartslag verhogen tijdens activiteit?

A

nervus accelerantes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waar hecht (nor)adrenaline aan?

A

beta receptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

bradycardie?

A

hartslag in rust lager dan 60 slagen per minuut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

tachycardie?

A

hartslag in rust rond de 110 slagen per minuut (versnelde hartslag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

werking van bètablokkers?

A

zorgt ervoor dat je hartslag niet omhoog kan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ECG?

A

elektrocadiogram

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

P-top

A

komt overeen met aanspanning van beide boezems. electrisch signaal is p-top

17
Q

QRS-complex?

A

geleiding van de bundel van his en het aanspannen van de ventrikels

18
Q

T-top

A

ontspanning van beide ventrikels

19
Q

Systole

A

begint wanneer de kamer is afgesloten

20
Q

hartcyclus (2)

A
  • systole

- diastole

21
Q

diastole

A

hart ontspant en zich volzuigt

22
Q

hoeveel harttonen bij sporthart of kinderen?

A

3 (begin vulling van de ventrikels)

23
Q

harttoon 4 is?

A

pathologisch komt altijd met een versterkte atrium contractie (hartafwijking)

24
Q

functie van harttoon 1?

A

sluiten van de AV-kleppen en aanspannen myocard

25
functie van harttoon 2?
sluiten SL-kleppen
26
Vis a tergo?
bloeddruk
27
Vis a laterale?
- arteriële pulsatie - spierpomp - venoconstrictie
28
Vis a fronte?
- hart zuigkracht | - ademhaling
29
bouw van arterie en vena? van binnen naar buiten
- tunica intima - bindweefsel - elastisch bindweefsel (interna) - tunica media (glad spierweefsel) - elastisch bindweefsel (externa) - tunica adventitia