Week 3 HC4: behandeling van sepsis en septische shock Flashcards
1
Q
compensatiemechanismen shock
A
- toename zuurstofextractie
- Verschuiving zuurstofdissociatiecurve
- Vasoconstrictie ‘niet-essentiële’
- Anaerobe verbranding
2
Q
Linksverschuiving zuurstofdissociatiecurve
A
Hb geeft O2 moeilijk af
Alkalose + hypothermie
3
Q
Rechtsverschuiving zuurstofdissociatiecurve
A
Hb geeft makkelijk O2 af
Acidose + hyperthermie
4
Q
Gevolg van O2 tekort
A
Geen oxidatieve fosforylering dus vorming lactaat > verzuring
5
Q
4 typen shock
A
- hypovolemische shock (bloedverlies)
- obstructieve shock (bloed in hartzakje)
- distributieve shock
- cardiogene shock (hartfalen)
6
Q
Distributieve shock typen
ANST
A
A: anafylactische shock
N: neurogene shock
S: septische shock
T: toxische shock
7
Q
Obstructieve shock typen
LHS
A
L: Longembolie
H: Harttamponade
S: Spanningspneumothorax
8
Q
Hypovolemische shock typen
A
Endogeen: inwendige bloedingen
Exogeen: uitwendige bloedingen / brandwonden
9
Q
Quick SOFA
A
2 van 3 criteria:
- Ademfrequentie > 22/min
- Verwandheid EMV<13
- systolische bloeddruk < 100 mmHg
