Week 4 Flashcards

Het oor (83 cards)

1
Q

hoeveel % van de wereldbevolking heeft last van gehoorverlies?

A

5%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekend presbyacusis?

A

Presbyacusis = ouderdomsslechthorendheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 2 schalen worden gebruikt om het gehoor te meten met toondrempelaudiogram?

A
  • SPL = sound pressure level
  • HL = hearing level
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel dB wordt gezien als normaal in een toondrempelaudiogram?

A

0 dB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke structuren kan je zien bij het uitwendig oor?

A

auris externa:
- auricula: oorschelp
- meatus ascusticus externa: uitwendige gehoorgang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Met welke structuren is de uitwendige gehoorgang bekleed?

A
  • haren
  • zweetklieren
  • talgklieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Uit welke structuren bestaat het middenoor?

A

auris media:
- cavitas tympanica: trommelholte
- ossiclua auditus: gehoorbeentjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de 3 gehoorbeentjes?

A
  1. Malleus = hamer
  2. incus = aambeeld
  3. stapes = stijgbeugel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

In welke holtes kan je het middenoor verdelen?

A

Horizontale lijn door bovenkant trommelvlies
- boven lijn = recessen epitymparticus/epitympanum/atticus/koepelholte

horizontale lijn door onderkant trommelvlies:
- onder lijn: recessus hypotympaticus/hypothympaticus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke spieren zitten er in het midden oor + waar zitten ze aan vast?

A

m. tensor tympatie: vast aan malleus

m. tensor stapedius: vast aan incus
- innervatie door n. fascialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke bloedvaten bevat het middenoor?

A

A. cortica interna
V. jugularis interna

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke structuren kan je zien als je naar het trommelvlies kijkt?

A

membrana tympani:
- pars tensa
- pars flaccida (membraan van shrapnell)
- hamersteel
* umbo = diepste punt
- lichtreflex (van Politzer)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de functies van het trommelvlies?

A
  • trillen over te brengen op de steel van de hamer
  • barrière voor infecties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een probleem in het geluidsoverdracht in het oor + hoe wordt het opgelost?

A

Probleem: water heeft andere akoestische eigenschappen dan licht = impedantie-mismatch

Oplossing: gehoorbeentjes zorgen ervoor dat de kinetische energie zo effiëcient mogelijk op de perslymfe (vocht) van de scala vestibuli wordt overgebracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is belangrijk voor de efficiënte overdracht veroorzaakt door de gehoorbeentjes?

A
  1. hefboomwerking: incus 20% korter dan malleus
    • 1.2x minder beweging en 1.2x meer druk bij stapes
  2. trommelvlies is 20x stapes oppervlak
    –> kinetische energie op kleiner oppervlak gebracht: druk geconcentreerd op kleiner oppervlak
  3. selectieve geluidsoverdracht op het ovale venster
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Uit welke 3 lagen bestaat het trommelvlies van buiten - binnen?

A
  • epitheel
  • bindweefsel
  • mucosa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn voorwaarden om een functioneel middenoor te hebben?

A
  • vrij bewegend trommelvlies
  • luchthoudend middenoor
  • mobiele en intacte gehoorbeentjes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waar wordt naar gekeken bij de beoordeling van het trommelvlies?

A
  1. Kleur:
  2. stand: normaal, bomberend, ingetrokken
  3. structuur: normaal, sclerose, atrofie, perforatie
  4. glans: dof (infectie), sclerose
  5. mobiliteit: normaal, verminderd, opgeheven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat voor kleuren kan het trommelvlies allemaal zijn + waar is het een aanwijzing voor?

A

Rood: infectie, globus tumor

Wit: sclerose, pus, cholesteatoom

Geel: otitis media met eifusie

Blauw: hematotympanum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat voor verschillende vormen van gehoorverlies zijn er?

A

Conductief gehoorverlies = geleidingsverlies
- iets mis met trommelvlies of gehoorbeentjes

Perceptief gehoorverlies = gehoorverlies van het binnenoor
- slakkenhuis dat niet goed werkt

Gemengd gehoorverlies

Retrocochleaire gehoorverlies
- zenuw niet goed werkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke frequentie is waarneembaar voor mensen?

A

50-16000 Hz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke 3 buizen liggen in het labyrint + waar maken ze contact mee?

A
  1. Scala vestibuli: contact met stijgbeugel
  2. Scala tympani: contact met ronde venster
  3. Scala media = ductus coclearie: bevindt orgaan van Corti in
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke welke structuren bestaat het binnenoor uit?

A

Vliezig labyrint:
- ductus semicirculares
- utriculus
- sacculus
- ductus cochlearis
- sacculus endolymfaticus

Benige labyrint:
- canalis semicirculares
- vestibulum
- cochlea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Welk vocht ligt in het vliezige labyrint en welk vocht in het benige labyrint?

A

Vliezig: Endolymfe

Benige: Perilymfe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Welke structuur wordt omgeven door: - canalis semicirculares - vestibulum - cochlea
- canalis semicirculares: ductus semicirculares - vestibulum: utriculus en sacculus - cochlea: ductus cochlearis
26
Wat betekend tonotopie?
Tonotopie = plaats principe voor frequentieonderscheiding: ligging van het maximum hangt af van: frequent omdat: de stijfheid van bacillair membraan voorloopt over de cochlea: '2 haarcellen die naast elkaar liggen reageren op dezelfde toon'
27
Waar in et cochlea liggen de: - hoge frequenties - lage frequenties
Hoge frequentie: aan het begin Lage frequenties: achterin
28
Wat zijn kenmerken van het basilair membraan in het begin van de cochlea?
Begin cochlea: hoge frequentie horen: - bacillair membraan: smal + stijf --> sneller trillen --> resoneert bij hoge geluiden
29
Wat zijn kenmerken van het basilair membraan aan het eind van de cochlea?
Eind cochlea: lage tonen horen: - bacillair membraan: breed + slap --> langzaam trillen --> resoneert bij lage geluiden
30
Wat gebreurt er in het orgaan van Corti als er geluid is?
basilair membraan gaat trillen --> membranen tectoria beweegt omhoog en schuift af ---> haartjes bewegen met zelfde frequentie als vloeistof door stijgbeugel
31
Hoe gaat de kalium stroom in haarcellen in het gehoor?
Haartjes omgeven door: endolymfe --> HOOG kalium + positief geladen (+ 80 mv) - kation kanalen open --> kalium cel binnen stromen
32
welke 2 soorten haarcellen zijn er in het gehoor + eigenschap?
1. binnenste haarcellen: 1 rij 2. buitenste haarcellen: 3 rijen
33
Hoe verloopt de bewegingsdetectie van de binnenste haarcellen in het gehoor?
beweging richting van de langste cilia beweging --> kation kanalen open --> K+ stroomt naar binnen --> depolarisatie --> calciumkanaal open --> calcium naar binnen --> vescicels fuseren --> glutamaat afgeven --> actiepotentiaal in vezels van gehoorzenuw --> hyperpolarisatie --> kanalen weer dicht
34
Hoe gaat de innervatie van de binnenste haarcellen?
Innovatie: afferente dendrieten van ganglioncellen - 1 dendriet maat contact met 1 binnenste haarcel - 1 binnenste haarcel maakt contact met gem 10 ganglioncellen
35
Hoe verloopt de bewegingsdetectie van de buitenste haarcellen?
spanningsafhankelijke beweging in de lengte-as --> korter bij depolarisatie: membrana basilaris --> veranderen gevoeligheid van orgaan van Corti --> verhogen dynamische range (door compressie)
36
Hoe maken de buitenste haarcellen het orgaan van corti gevoeliger/minder gevoelig?
Lage stimuli (lage geluiden) --> meer beweging van orgaan van corti --> maakt het gevoeliger --> BINNENSTE haarcellen gevoeliger gemaakt Harde geluiden --> maakt orgaan van corti minder gevoelig --> BINNENSRE haarcellen minder gevoelig gemaakt
37
Hoe verloopt de innervatie van de buitenste haarcellen?
efferente innervatie (van hersenen naar haarcel toe)
38
Wat is het mechanisme van het openen van de kation kanalen in de haarcellen?
cilia buigt --> klep van kanaal open getrokken door tip links --> kaliumkanaal open getrokken
39
Welke principes zijn betrokken bij toonhoogte?
1. Plaatsprincipe: tonotopie --> bepaalde plek op cochlea voor bepaalde frequentie 2. frequentie principe: phase locking/volley principe --> cellen in bepaalde fase van het geluid gaan ze alleen oren
40
Wat is een tuning curve?
Tuning curve = meet van auditieve neuronen hoe hard (luid) een toon bij verschillende frequenties moet zijn om een verhoging van vuurfrequentie te krijgen
41
Wat is de karakteristieke frequentie?
Karakteristieke frequentie = frequentie waarbij de cel het gevoeligst is
42
Hoe kan de frequentie van een geluid het membraanpotentiaal beïnvloeden?
Lage frequentie: afwisselend depolarisatie en hyperpolarisatie Hoge frequentie: alleen depolarisatie: hele tijd glutamaat afgifte --> niet meer direct uit het vuurgedrag van auditieve zenuw de frequentie halen
43
Wat is een volley?
Volley = een borst van meerdere synchrone actiepotentialen, verdeeld over meerdere vezels
44
Voor welke frequentie kan de N. VIII vezel voor iedere periode een volley genereren?
Voor welke frequentie kan de N. VIII vezel voor iedere periode een volley genereren: 4 Hz - interval tussen volley = maat voor de frequentie
45
Welke principes zijn betrokken bij toonintensiteit?
- mate voor depolarisatie van de haarcel: frequentie van vuren in afferente vezels * hoe harder het geluid, hoe hoger de vuurfrequentie - aantal haarcellen dat geactiveerd wordt: * verschillende afferente vezels op dezelfde haarcel hebben verschillende gevoeligheid
46
Hoe kan gehoorschade ontstaan?
- haarcelbeschadiging: mechanische schade --> stereocilia afgebroken van cellichaam
47
Wat kunnen oorzaken zijn van haarcelbeschadiging?
- langdurige overstimulatie door machine geluid/oortjes - ototoxische stoffen (vb aminoglycosiden) --> vaak buitenste haarcellen aangetast
48
Wat kunnen oorzaken zijn van prebyacusis?
Prebyacusis = ouderdomsslechthorendheid = verlies van hoge tonen - Oorzaken: * belangrijkste: verlies van haarcellen (vooral buitenste) door: cumulatieve lawaaibeschadiging * middenoor problemen * stria vescularis aangetast (endo cochleaire potentiaal aangetast) * haarcel innervatie * centraal probleem
49
via welke kern in de thalamus loopt informatie van geluid naar de auditieve schors?
thalalmus: via corpus geniculatum mediale
50
Waar is de mono-auraal richtingshoren voor?
Mono-auraal bevorderd richtinghoren vooral in verticale vlak - frequentie verschil in geluiden die van boven en van onder komen Door: groeven en vouwen van pinna gedraagt buitenoor als een richting-afhankelijk filter
51
Waar is bin-auraal richtingshoren voor?
- belangrijk voor: lokalisatie in het horizontale vlak
52
Welke twee systemen zijn betrokken bij binauraal (horizontaal) richtingshoren?
1. Verschil in intensiteit: ILD (inter auraal level difference) 2. Verschil in fase: ITD (inter auraal time difference
53
Hoe verloopt het geluid verschil in intensiteit tussen beide oren?
Vanuit nucleus cochlearis ventralis --> mediale kern corpus trapezoideum --> remmend signaal naar LATERALE kern oliva superior
54
Hoe verloopt het geluid in verschil in fase tussen beide oren?
Vanuit nucleus cochlearis ventralis --> naar MEDIALE kern van oliva superior
55
Wat zijn kenmerken van de mediale oliva superior (MSO) in geluidslokalisatie?
- actiepotentiaal ontstaan als signaal uit linker en rechter oor tegelijk binnenkomt --> MSO vuren - contralaterale input: exciterend - detecteert: ITD (faseverschil) + laag frequent geluid - 2 signalen bij elkaar opgeteld: coincidence detectie
56
Wat zijn kenmerken van de laterale olivia superior (LSO) in geluidslokalisatie?
- contralaterale input: inhiberende - detecteert: ILD (intensiteitsverschil) + hoog frequent geluid - vooral > 3 kHz - bepaald signaal van excitatie of inhibitie of LSO gaat vuren
57
Wat zijn kenmerken van de centrale geluidsverwerking?
- veel parallellen systemen - op veel plekken commissoriale verbindingen - maps voor: toonhoogten periodiciteit, FM, geluidsrichting - spraak en gehoor zijn nauw verweven in cortex
58
Waar wijst monoaurale doofheid/slechthorendheid op?
Monoaurale doofheid/slechthorendheid wijst op: perifeer defect - want :in centrale verwerking zijn veel commissoriale verbindingen
59
Wat is het probleem bij het cocktailparty fenomeen?
Achtergrondgeluid maskeert het gesprek dat je voert Effect sterker als: speciale inhoud meer overloop vertoont --> frequentie omgeving net zo hoog is als frequentie van je eigen gesprek
60
Hoe kan je toch een gesprek voeren bij het cocktailparty fenomeen?
- sorteren van geluid: stream segregation (richtinghoren, toonhoogte, klankkleur) - centrale mechanisme helpen om selectieve aandacht voor geluiden die weinig spectrotemporale overlap hebben met achtergrondgeluiden mogelijk te maken
61
Hoe verloopt de middenoorreflex?
Contractie van M. stapedius (activatie vanuit n. facialis) en m. tensor tympanie (activatie van n. trigeminus) --> keten van beentjes stijver maken --> geluid beneden 2 kHz wordt daardoor verzwakt (+25 dB)
62
Wat is de functie van de middenoorreflex?
- bescherming tegen overstimulatie van cochlea door laag-frequent geluid - contractie als jezelf geluid maakt
63
Is de middenoorreflex mono of bi-auraal?
Middenoorreflex: bi-auraal
64
Wat zijn de gevolgen van een chronische otitis media?
- verandering structuur trommelvlies * myringosclerose * atrofie lamina propria * perforatie trommelvlies - gestoorde drukregulatie middenoor * cholesteatoom vorming * atelactase middenoor - conductief gehoorverlies * taaie gezwollen mucosa middenoor * hyperventilatie middenoor * tympanosclerose * perforatie trommelvlies * erosie gehoorbeentjes - perceptief gehoorverlies - bot erosie
65
Wat is een cholesteatoom?
Cholesteatoom =ophoping van epitheel in het middenoor met opstapeling van keratine (huidschilvers)
66
Hoe ontstaat een cholesteatoom?
invaginatie in het trommelvlies: pars flaccida naar binnen toe --> huidschilfers blijven zitten
67
Waar kan een cholesteatoom tot leiden?
Kapot gaan van: - masoid - gehoorbeentje s - benige begrenzing horizontale kanaal - tegment tympanie - N. VII kanaal
68
Wat kan je zien op otoscopen bij een cholesteatoom?
Otoscoop: retractiepocket met retentie van cerumen/keratine
69
Welke klachten kan een cholesteatoom geven?
- gehoorverlies: * conductief (erosie keten) * perceptief (aantasting binnendoor) - loopoor (superinfectie) - duizeligheid - facialisuitval - meningitis
70
Wat zijn de chirurgische doelen bij cholesteatoom?
- radicale verwijdering, geen residu - voorkomen nieuwvorming, geen recidief - waterbestendig, droog en zelfreinigende oor - gehoor zo goed mogelijk
71
Welke complicaties kunnen voorkomen bij en cholesteatoom?
- mastoiditis - N. facialis uitval, erosie N.VII kanaal - labyrintitis, erosie (horizontale) semi circulaire kanaal - intracraniële complicaties, erosie tegment tympanie - trombose sinus sigmoïdeus
72
Welke klachten kunnen voorkomen bij chronische otitis media zonder cholesteatoom?
- perforatie trommelvlies - gehoorverlies door: perforatie, erosie keten
73
Welke klachten kunnen voorkomen bij otitis media acuta?
- ziek, koorts - otalgie - gehoorverlies (conductief) - afstaand oor, rode flucturende zwelling mastoid
74
Welke verwekkers kunnen otitis media acuta veroorzaken?
- Haemophilus influenza - streptococcus pneumonia
75
Welke soorten trauma kunnen het gehoor/oor aantasten?
- schedelbasis fractuur - lawaaitrauma - barotrauma - ototoxiciteit
76
Welke klinische teken passen bij een schedelbasis fractuur?
- battle sign - haematotympanum: blauw trommelvlies - otoliquorroe (helder vocht( - soms: dislocatie gehoorbeenketen - soms: uitval N.VII of labyrinth
77
Vanaf hoeveel dB ontstaat gehoorverlies?
80 dB
78
Aan welke 2 factoren is gehoorverlies afhankelijk?
Gehoorschade= volume van lawaai + duur van exposie aan lawaai
79
Hoe verloop de relatie tussen volume van lawaai en tijd dat blootstelling kan voordat gehoorschade ontstaat?
+ 3 dB = : 2 tijd blootstelling
80
Hoe gaat de diagnostiek naar tinnitus?
- audiometrie: toonaudiogram, suisanalyse - uitsluiten medische oorzaak: * bijwerken medicatie * globus myoclonus * dehiscentie * vestibulair schwannoom - zoeken naar onderhoudende factoren: * negatieve emoties * slaaptekort * depressie * angst
81
Welke vormen van objectief oorsuizen zijn er?
1. pulsaties 2. tikken 3. tuba aperta: continue openen van buis van eustachius
82
Welke oorzaken kunnen liggen onder een objectief, pulsatiel oorsuizen?
- durale AV malformati, carotis stenose, carotico-caverneuze fistel, aneurysma - dehiscentie sinus sigmoideus - glomustumor - idiomatische intracranieele hypertensie
83
Welke oorzaken kunnen liggen onder een objectief, tikkend oorsuizen?
- myoclonus: spieren aanpassen in het oor waardoor getik hoort - buis van eustachius bij slikken