Week 5 Flashcards
Hoe zijn epitheliale cellen gerangschikt?
Ze liggen op BW en zijn gepolariseerd: basale en apicale zijden zijn niet gelijk
Wat zijn de functies van cel cel contact bij epitheliale cellen?
- Nutrient opname en sap productie (darm)
- Barriere functie (bv huid)
- Gespecialiseerde epitheel cellen maken haar, talg,
- Hormoon secretie (endocrien), zweet, traan, melk secretie (exocrien)
- Zintuig functie (oor, cornea oog)
Welke epitheliale cellen liggen naast elkaar in de darmen en wat zijn hun functies?
Absorptieve cellen (met microvilli): nemen nutriënten op
Goblet cellen: secreteren slijm de darmen in
Met welke verbindingen zijn epitheliale cellen verbonden?
-Tight junctions
-Adherent junctions/ belt desmosomen
-Desmosomen
-Gap junctions
-Hemidesmosomen
Welke intermediaire filamenten zijn er?
- Keratine (CK, 19 subtypes): epitheel
- Vimentine: mesenchymaal
- Desmine: spier
- GFAP (Glial Fibrillary Acidic Protein): glia
- Neurofilament (NF): neuronen
Welke soorten filamenten zijn er?
- Actine vezels (kleinste diameter, (5-7 nm)
- Intermediaire filamenten (8-10 nm)
- Microtubuli (grootste diameter, 25 nm)
Wat zijn de kenmerken van tight junctions?
-Waterdichte afkitting tussen 2 cellen waar niks doorheen kan
-Belangrijke eiwitten: CAR, JAM, claudin, occludin
-Via adaptormolecuul verbonden aan actine vezels in de cel
Welke verbinding staat centraal bij adherent junctions/ belt desmosomen en desmosomen?
(E-)cadherine:
* In plasmembraan, bindt direct aan identieke cadherine in plasmamebraan buurcel = homophilic binding
* Cadherine is Ca 2+ afhankelijk
* Remt uitzaaiing van kankercellen-> verlies van
cadherines vaak betrokken bij metastasering, cellen meer beweeglijk
Welke soorten cadherines zijn er?
E-cadherine= epitheliaal
N-cadherine= non=epitheliaal
P-cadherine= placentaal
Beschrijf de adherente juncties (belt desmosomen)
E-cadherine via linkermolecuul (B-catenine) verbonden met actine in cel
Als riem om cel heen
Waarbij spelen adhesion belts een belangrijke rol?
Bij epithelial tube formation: contractie adhesion belt zorgt voor circulaire vorming
Beschrijf de verbinding van desmosomen
E-cadherine via linkermolecuul (B-catenine) verbonden aan intermediaire filamenten (keratine)
Wat voor cel adhesie is de binding in desmosomen?
Homotypische adhesies: dezelfde moleculen binden elkaar (Cadherine-Cadherine)
Hoe zijn gap junctions opgebouwd?
Conexxon moleculen vormen een buis-> passieve kanalen waar ionen en kleine metabolieten doorheen kunnen
Wat zijn hemidesmosomen?
Verbindingen tussen celmembraan en onderliggend weefsel (basaalmembraan)
Waaruit zijn hemidesmosomen opgebouwd?
Integrines binden aan het BM
->IC verbonden aan keratines
->Binden vooral aan laminine, maar ook fibrinogeen en collageen van het BM
Wat zijn de kenmerken van integrines?
- Onderdeel van hemidesmosoom
- Verbindt epitheel cel met BM en ECM
- Heterotypische adhesie: verschillende moleculen binden elkaar (bv integrin aan matrixmolecule)
- Dimeer opgebouwd uit een alpha en een beta keten
- Samenstelling dimeer bepaalt specificiteit voor ECM eiwit
- Binden RGD sequenties (arginine-glycine-aspartaat zuur)
- Binnen cel gekoppeld aan cytoskelet
Waardoor wordt de specificiteit van integrines veroorzaakt?
De dimeer vorm
Welke epitheliale verbindingen zorgen voor structuur en weerstaan van mechanische stress?
Adherente juncties + desmosomen
Collageen geeft ECM structuur
Uit welke onderdelen bestaat de extracellulaire matrix (ECM)?
- Basaal membraan (basement membrane = basal lamina)
- Interstitiële matrix
Wat zijn de kenmerken van de ECM?
- Onoplosbaar, dynamisch, netwerk van geglycosyleerde
eiwitten - Zorgt voor stevigheid en compartimentalisatie van cellen, weefsels en organen en heeft invloed op cel gedrag
Wat is het basaalmembraan?
- Zeer georganiseerde laag van het ECM beneden de epitheliale cellen en om het endotheel en de gladde spiercellen
- Productie door epitheel en onderliggende mesenchymale cellen
- Vormt een plat lamellair kippengaas, vrij poreus
Waaruit bestaat het basaalmembraan?
- Vooral type IV
collageen en laminine - Ook perlecan en nidogen
- Collageen en proteoglycanen in zowel BM als interstitiele matrix
Wat zijn de componenten van het interstitiele matrix?
- Collageen type I
- Elastine
- Fibronectine
- Proteoglycanen
Cellulaire componenten: fibroblasten, lymfocyten, macrofagen, bloedvaten, lymfevaten, zenuwen, enz.