WEEK 5 Flashcards

1
Q

Cultuurrelativisme

A

Culturele verscheidenheid, geen normatieve/universele maatstaf, ze kunnen niet vergeleken worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Montaigne

A

Positief beeld, natuur toestand heeft ook voordelen met bezig met schijnheiligheden veel normaler, oprechter dan het beschaafde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verschil van waarden en normen mbt vgm

A

Vrouwelijke seksualiteit, lichamelijke integriteit (recht op onaantastbaarheid), rechten van het kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hobbes

A

Mensen zijn zwak en men moet altijd op zn hoede zijn door anarchie, omdat je bezig bent met je zelf te beschermen natuur toestand moet je achter je laten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zeven elementen cultuurrelativisme

A
  1. Culturele verscheidenheid
  2. Moraal is onderdeel van cultuur
  3. Moraal is afhankelijk van cultuur
  4. Men kan zich niet bevrijden van zijn cultuur
  5. Absolute waarden en normen bestaan niet
  6. Het geeft geen pas geen vreemde cultuur met onze eigen waarden te beoordelen
  7. Als men een cultuur zou willen beoordelen, dan zou men dat moeten met de maatstaven die aan die cultuur zijn ontleend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kritiek cultuurrelativisme

A

Relativisten zijn au fond deterministen: zij zien de moraal geheel aan de leiband vd cultuur lopen. Vrije wil wordt uitgesloten, moraal is een direct product vd cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly