week 5 HC.7 allergische reactie vanuit het beroep en de voeding Flashcards

1
Q

wat zijn beroepsgebonden klachten bij een allergie?

A

klachten die ontstaan tijdens werk en verminderen in het weekend/tijdens vakantie, klachten zijn verder wel vergelijkbaar met normale allergische reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn risicofactoren voor een beroepsallergie?

A

sensibilisatie voor het allergeen, roken en atopische constitutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat vergroot de kans op persisterend astma bij werkgerelateerd astma?

A

als men ouder is en langer wordt blootgesteld aan het allergeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn oorzaken voor beroepsgebonden klachten?

A

1) allergische reactie voor beroepsallergenen (HMW/LMW)
2) hyperreactiviteit van de luchtwegen
3) direct toxische effecten van irritantia (RADS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is kruisreactiviteit?

A

waarbij IgE antistoffen primair gericht zijn inhalatieallergenen, maar secundair kunnen reageren met voedselallergenen door botanische verwantschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

karakter van specifieke plant gerelateerde eiwitten: profilin

A

thermolabiel, klinisch niet relevant, geen symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

karakter van specifieke plant gerelateerde eiwitten: PR 10 gerelateerd

A

thermolabiel, klinisch relevant, milde symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

karakter van specifieke plant gerelateerde eiwitten: LTP

A

thermostabiel, klinisch relevant, ernstige klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

karakter van specifieke plant gerelateerde eiwitten: Major opslag allergenen in noten

A

thermostabiel, klinisch relevant zijn 2S albumines en 7S

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is RADS (reactive airway destruction syndrome)?

A

een eenmalige ernstige blootstelling met daarna blijvend astma of hyperreactiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat betekent thermolabiel?

A

fruit verliest specifieke eiwitten tijdens het koken waardoor het fruit gekookt geen klachten geeft, soms kan fruit ook geen klachten geven als ze verwerkt zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is het priming effect?

A

neus en longslijmvlies wordt gevoeliger voor dezelfde hoeveelheid allergeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn biologische beroepsallergenen?

A

eiwitten en enzymen -> hoogmoleculair (HMW) (>5kD)
bijv: bakkers, vis- en proefdierwerkers, latex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn niet-biologische beroepsallergenen

A

chemische stoffen -> laagmoleculair (LMW) (<1kD)
bijv: farmaceutische industrie en metaalwerkers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is het healthy worker effect?

A

mensen die klachten krijgen tijdens het werk, zijn eerder geneigd om ontslag te nemen, waardoor er een hoge spreiding in prevalentie zit tussen onderzoeken (bij sommige onderzoeken worden deze wel meegenomen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe is de nomenclatuur opgebouwd?

A

eerste 3 letters van de geslachtsnaam, daarna eerste letter van de soortnaam en daarachter een getal (volgorde van ontdekking)

17
Q

waartegen kunnen mensen allergisch zijn bij een huisstofmijt allergie?

A

tegen het spiereiwit tropomyosine, dit spiereiwit zit in de poten van spinnen maar kan ook gevonden worden in garnalen