Week 6 Flashcards
(47 cards)
welke sensibele modaliteiten onderscheiden we?
- viscerosensibel
- somatosensibel (tast, proprioceptie, temperatuur, pijn, jeuk)
hoe kan sensibiliteit onderverdeeld worden?
waar zitten de receptoren?
- exteroceptie (receptoren in de huid)
- proprioceptie (receptoren in bewegingsapparaat)
- enteroceptie (receptoren in organen)
welke typen sensorische organen zitten in de huid?
- meissner lichaampjes
- pacini lichaampjes
- ruffini lichaampjes
- merkelse schijven
(- vrije zenuweinden)
hoe werken de sensorische organen?
- mechanische rekking van lichaampjes opent ion-kanaal
- mechanoreceptoren zorgen voor rekking via Piezo 1 en 2 eiwitten
wat zijn de verschillen tussen de soorten sensorische organen in de huid?
gevoeligheid: Meissner en Merckel zijn gevoeliger dan Pacini en Ruffini (M&M kleiner receptief veld)
adaptatie: Merckel en ruffini reageren langzaam, Pacini en Meissner snel
wat zijn eigenschappen van de tastzin en hoe kunnen deze getest worden?
- resolutie –> 2 punts discriminatie test
- gevoeligheid –> von Frey haren
welke soorten vezels onderscheiden we, wat zijn hun functies en zijn ze wel of niet gemyeliniseerd?
- A/ß vezels –> tast
- 1A/B afferenten –> proprioceptie
- C vezels –> vitale sensibiliteit, ongemyeliniseerd
- A∂ vezels –> vitale sensibiliteit, dun gemyeliniseerd
hoe is een perifere zenuw opgebouwd?
zenuwvezels (+ schwanncel nuclei) + bloedvaatjes = perineurium (kleinere zenuwbundels)
perineurium + bloedvaten = epineurium (zenuwbundel/perifere zenuw)
hoe zijn de zenuwen in het ruggenmerg geordend?
radix: dorsaal = sensibel, ventraal = motorisch
ramus: gemengd
wat zijn de kenmerken van de dorsale ramus?
- alleen nek- en rugzijde
- relatief klein
- geen plexusvorming
wat zijn de kenmerken van de ventrale ramus?
- ventrale zijde thorax en abdomen
- extremiteiten
- plexusvorming: cervicaal, brachiaal en lumbosacraal
zit de schade voor of na de plexus bij schade aan een dermatoom?
voor de plexus
zit de schade voor of na de plexus als er schade is aan een perifere zenuw?
na de plexus
hoe wordt het gezicht geïnnerveerd?
via trigeminuskernen:
- mesencephale kern
- principale kern
- spinale kern
vitale systeem heeft andere dermatomen dan gnostische systeem
hoe is het ruggenmerg opgebouwd?
- dorsale hoorn, ventrale hoorn en intermediaire zone –> grijze stof
- dorsale, laterale en ventrale funiculus –> witte stof
- fasciculus gracilis (mediaal) en cuneatus (lateraal) –> dorsale funiculus
hoe loopt de sensibele informatie in de medulla?
dorsale radix –> nucleus gracilis/cutaneus (DCN) –> mediale lemniscus (informatie DCN + principale kern trigeminus) –> ventrale posterolaterale nucleus (VPL = thalamus)
hoe loopt sensibele informatie in de thalamus en de cortex?
- vitaal en gnostisch weer samen bij 2e synaps
- verbindingen tussen thalamus en cortex topografisch georganiseerd
- VPL verbindt met gyrus postcentralis
- vitale informatie ook naar insula voor kwalitatieve ervaring van pijn
hoe is de gyrus postcentralis ingedeeld?
- mediaal-lateraal = beneden-boven
- meerdere homunculi voor verschillende typen informatie
- Area 3b en 1: huid
- area 3a en 2: proprioceptief
- informatie van gyrus postcentralis naar pariëtale schors
wat is laterale inhibitie?
zodat we precies kunnen voelen waar op onze huid iets gebeurt:
- in relay nucleus (gracilis/cuneatus)
- de geactiveerde inhibeert de ander
wat zijn verschillende plekken waar sensibiliteitsstoornissen kunnen ontstaan?
- perifere zenuwstelsel: perifere zenuwen/plexus brachialis/lumbosacralis/ zenuwwortels
- ruggenmerg
- hersenstam
- thalamus
- capsula interna
- cortex (pariëtale schors)
wat zijn de kenmerken van sensibiliteitsuitval van de wortel?
- motor en/of sensibel
- mogelijk betrokkenheid van reflex
- mogelijk atrofie
- sensibele uitval in traject van dermatoom
- motore uitval via innervatie door betrokken wortel
wat zijn de kenmerken van sensibiliteitsuitval van de plexus?
- motor en/of sensibel
- mogelijk betrokkenheid van reflex
- mogelijk atrofie
- sensibele en motore uitval, niet te lokaliseren in 1 zenuw/wortel
wat zijn kenmerken van sensibiliteitsuitval van een perifere zenuw?
- motor en/of sensibel
- mogelijk betrokkenheid reflexen
- mogelijk atrofie
- sensibele uitval in traject van zenuw
- motore uitval in geïnnerveerde spieren door betrokken zenuw
- mono- vs polyneuropathie
wat is de classificatie van Sneddon?
classificeren neuropathie:
- neuropraxie = beklemde zenuw
- axonotmesis = probleem axon
- neurotmesis = probleem gehele neuron