Week 6 Flashcards

(30 cards)

1
Q

Wat is carpaal tunnel syndroom?

A
  • n medianus beklemd
  • klachten: ‘s nachts pijn, wapperen helpt, tintelingen, minder gevoel duim tot helft ringvinger, atrofie, minder kracht
  • risicofactoren: vrouw, zwangerschap, middelbare leeftijd
  • Vs HNP C6-8: pijn uit nek hand in
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke zijn neuropraxie, axonotmesis en neurotmesis?

A
  • Neuropraxie: perineum kapot -> kan herstellen
  • Axonotmesis: perineum en myeline kapot
  • Neurotmesis: hele zenuw kapot -> geen herstel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke somatosensibele recepotoren zijn er in de huid en spieren?

A

Vitaal: vrije zenuweinden in huid(pijn)
Gnostisch
- Spier: spierspoel(rek) en Golgi-peeslichaampje(spierspanning) -> proprioceptie
- Huid: lichaampjes van Meissner, Pacini, Merkel en Ruffini

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke soorten somatosensibele vezels zijn er?

A
  • C-vezels: ongemyeliniseerd -> vitaal
  • Ao vezels: dun gemyeliniseerd -> vitaal
  • Ab vezels: gemyeliniseerd -> tast
  • 1a(spierspoel)/1b(Golgi-pees) vezels: dik gemyeliniseerd
    Hoe meer myeline des te dikker en sneller(0,4 tot 120 m/s)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaruit bestaat de dorsale funiculus?

A
  • cervicaal: fasciculus gracilis(benen) en cuneatus(armen)
  • eindigen in dorsale kolom kernen medulla oblongata
  • kruisen: begin mediale lemniscus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een motorunit?

A

1 motorneuron met alle daardoor geïnnerveerde spiervezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar liggen de cellichamen van perifere motorneuronen?

A

In ventrale hoorn ruggenmerg, in centrum romp, buitenkant ledematen en hoe distaler des te distaler de spier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe werkt het piramidaal systeem?

A
  • corticobulbair: motorische cortex naar hersenstam -> motorische kernen(meestal bilateraal, niet tong, uvula en mond), niet naar oogspierkernen
  • corticospinaal: motorische cortex naar ruggenmerg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe is de motorische schors georganiseerd?

A
  • corticobulbair: gezicht
  • corticospinaal: armen, romp, benen
  • om gedeelte voor vinger liggen aan beide kanten voor pols etc
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn spierziekten/myopahtie?

A
  • mn proximale spierzwakte(traplopen, opstaan, bovenhands werken), atrofie, hyporeflexie zonder sensibiliteitsstoornissen
  • langzaam progressief soms in enkele maanden
  • lab: CK(verhoogd) en TSH
  • erfelijk en verworven(inflammatoir, endocrien), metabool
  • medicatie(prednison, statine, amiodarone, IFNa, cyclosporine) kan ook spierzwakte geven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is Duchenne/Becker?

A

Duchenne
- jongens(XR, 30% de novo): geen dystrofine
- progressieve proximale spierzwakte
- begin rond 3-5jr
Becker
- begin 10-50jr, zeldzamer
- meer vallen, proximale zwakte, dikke kuiten
- verminderd of veranderd dystrofine
Lab: sterk verhoogd CK
Diagnose: DNA onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is FSHD(facioscapulohumerale spierdystrofie)?

A
  • Spierzwakte aangezicht, schoudergordel(scapula alata) en bovenarmen
  • autosomaal dominant
  • sterk wisselende ernst en beginleeftijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is myositis?

A
  • in weken-maanden progressieve limb-girdle spierzwakte
  • soms slikklachten of pijn
  • dermatomyositis: ook malaise en huidverschijnselen
  • Diagnostiek: myositis blot, soms spierbiopt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke uitval geven ruggenmerg laesies?

A
  • piramidebaan: ipsilaterale paralyse, hyperreflexie en hypertonie op alle niveaus eronder, Babinski
  • ventrale hoorn: ipsilaterale motorische uitval en hyporeflexie op dat niveau
  • piramidebaan en ventrale hoorn: ipsilateraal areflexie op dat niveau
  • dorsale hoorn: ipsilaterale uitval vitale sensibiliteit op dat niveau
  • anterolaterale baan: contralaterale uitval vitale sensibiliteit op alle niveaus eronder
  • dorsale kolom: ipsilaterale uitval gnostische sensibliteit op alle niveaus eronder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een dwarsleasie?

A
  • complete onderbreking ruggenmerg
  • hyperreflexie en hypertone paralyse
  • spinale shock: in acute fase hypotone paralyse en areflexie
  • niveau bepalen: armen intact?(C6-8), sensibel niveu
  • cave retentieblaas: parasymapatische innervatie op S2-4
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een central cord laesie?

A
  • contusie cervicaal myelum door flexie/deflexie letsel
  • dorsale en ventrale hoorn, piramidebaan en anterolaterale baan aangedaan
  • hyperreflexie en hypertone parese benen, areflexie en hypotone parese armen
  • segmentale stoornissen in vitale sensibltieit
17
Q

Wat is het Brown Sequard syndroom?

A
  • Helft ruggenmerg beschadigd
  • ipsilateraal uitval pyramidebaan en gnostische sensibiliteit, contralateraal uitval vitale sensibliteit
  • oorzaak: MS en tumoren
18
Q

Wat is de ziekte van Pompe?

A
  • metabole spierziekte waarbij glycogeen stapelt
  • autosomaal recessief
  • alfaglucosidase deficientie
  • (niet)klassieke vorm: <1jr
19
Q

Wat is het a spinalis anterior syndroom?

A
  • schade piramidebaan, anterolaterale baan en voorhoorn bdz
  • paralyse beide benen, areflexie en uitval vitale sensibiliteit
  • complicatie vaat OK
20
Q

Wat is het radiculair syndroom bij HNP? Wat is cauda equina syndroom?

A
  • Klachten: pijn in 1 been, uitstralend naar voet, tintelingen, toename bij hoesten en persen
  • Proef van Lasegue +
  • locatie: pijn voet in L5-S1, geen APR S1, geen KPR L4
  • geeft uitval in wortel die op niveau eronder uittreed(hernia zit vaker mediaal)
  • behandeling: pijnstilling
  • cauda equina syndroom: uitbreiding -> andere been, rijbroekgebied sensibel, defecatie en mictie problemen -> spoedoperatie
21
Q

Wat is amyotrofische lateraal sclerose(ALS)?

A
  • degeneratie motorneuronen voorhoorn, piramidebaan en cortex
  • fasciculaties, eerst hypo later hyperreflexie, atrofie, Babinski, krachtsverlies
  • snel progressief en lethaal
  • bulbaire ALS begint met kauw- en slikproblemen(hersenstam)
  • 10% familair, bij sporadische ook risicogenen
  • pathogenese onbekend, stapeling TDP43 eiwit
22
Q

Wat zijn voorhoornziekten?

A
  • atrofie(tong), fasciculaties, hypo/areflexie, krachtsverlies
  • polio: focaal beeld, ook 30-40jr later post-polio syndroom
23
Q

Wat is CIDP(chronische inflammatoire demyeliniserende neuropathie)?

A
  • spierzwakte en gevoelsstoornissen in ledematen, subacuut en progressief
  • AO: EMG en LP(hoog eiwit)
  • behandeling: IVIg
  • goede prognose
  • Guillain-Barre syndroom is acute vorm
24
Q

Wat is myasthenia gravis?

A
  • auto-antistoffen tegen post-synaptische nAchR op neuro-musculaire overgang
  • wisselende zwakte toenemend bij inspanning en wisselend door dag
  • klachten: ptosis, dubbelzien, dyarthrie, verslikken, krachtsverlies ledematen
  • diagnostiek: AchR antistoffen, EMG, neostigmine test
  • behandeling: pyridostigmine, prednison, soms tymectomie
25
Wat is LEMC(Lamber-Eaton myastheen syndroom)?
- antistoffen tegen presynaptische voltage-gated Ca-kanalen - klachten: spierzwakte met inspanning/op gang komen, geen oogbolmotoriekstoornissen of ptosis, geen auto-antistoffen of EMG afwijking - vaak geassocieerd met kleincellig longcarcinoom - behandeling: K-kanaal blokker
26
Wat is een polyneuropathie?
- spierzwakte en sensibele stoornissen(beginnen distaal, symmetrisch), holvoeten en hamertenen - diabetische polyneuropathie: symmetrisch - hereditaire polyneuropathie(oa HMSN): op latere leeftijd
27
Wat zijn alfa en gamma motorische neuronen?
- alfa: spiercontractie -> verlagen activiteit 1a afferenten - gamma(kleiner): gevoeligheid spierspoeltjes beïnvloeden en strak houden tijdens spiercontractie(stimuleren activiteit 1a afferenten)
28
Wat is SMA?
- Verlies motorische voorhoorncellen - proximale spierzwakte, atrofie, fasciculaties, verlaagde reflexen en tremoren vingers; geen gevoelsstoornissen - type I-IV: begin bij baby-volwassenen - vaak afwijkingen in SMN gen
29
Wat is multifocale motore neuropathie?
Motore geleidingsblokkade perifere zenuwen
30
Hoe kun je onderscheid maken tussen een centrale en perifere oorzaak van een parese?
- tonus - fasciculaties - voetzoolreflex - spierrekkingsreflexen - trofiek