Week 9 Flashcards

(71 cards)

1
Q

Wat is beroepsethiek?

A

het geheel van waarden, normen, gedragingen en verhoudingen meet de samenleving dat het vertrouwen van mensen in artsen ondersteunt en rechtvaardigt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 3 typen verantwoordelijkheden zijn er van een professional?

A
  • professionele
  • instituut, functionele verantwoordelijkheid
  • persoonlijke verantwoordelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houd professionele verantwoordelijkheid in?

A

draag je samen met de beroepsvereniging , denk na mede namens andere collegas:
- beroepsgroep
- gedragscodes
- professionele standaard
- collega’s
- collectieve moraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houd professionele verantwoordelijkheid in?

A

draag je samen met de beroepsvereniging , denk na mede namens andere collegas:
- beroepsgroep
- gedragscodes
- professionele standaard
- collega’s
- collectieve moraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt functionele verantwoordelijkheid in?

A

dat managers verantwoordelijkheden bij je leggen en kan in conflict raken door bv beroepsgeheim.
- instituut
- instelling
- collegialiteit
- werkrelatie
- huisregels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom zijn we zelf tuchtrechter?

A

We zetten samen de professionele standaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de Can Meds rollen?

A
  • medical expert
  • samenwerker
  • manager
  • communicator
  • helpadvocaat
  • academicus
  • professional
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke cultuur hebben we nodig?

A
  • veilig werk en leerklimaat
  • integriteit
  • samenwerken
  • elkaar durven aanspreken
  • toetsbaar opstellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de hoofdfuncties van de spijsvertering?

A
  • motoriek: kneden voedselbrij en naar volgend deel
  • secretie: water toevoegen –> oplossen
  • digestie
  • resorspie: vooral in dunnen darm
  • productie feaces ( poep)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe heet de binnenste laag van het duodenum?

A

mucosa, is een epitheel laag met villi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke lagen zitten om de mucosa op volgorde?

A

lamina propia, muscularis mucosae en submuscosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar bestaat de muscularis externa uit?

A

een binnenste circulaire laag van spierweefsel en een longditudenale laag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is serosa?

A

De bindweefsel laag, voor bekleding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doet de plexus enterius?

A

veel neuronen in darmwand die zorgen dat kleppen en spieren op het juiste moment aanspannen als auerbach en meissner plexus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke golf komt bij peristaltiek en wat is het gevolg?

A

Aan de proximale kant komt een contractie golf van circulaire spieren, distaal van de bolusrelaxatie. Door de golf acetylcholine en n. vagus
NO en VIP hebben remmende werking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer heb je last van zuur?

A

sfinker sluit niet goed af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waardoor progressieve dysfagie?

A

niet ontspannen onderste slokdarmsluitspier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Bij welke neuronen actief heb je wel eetlust en bij welke geen?

A

anaorexigenen is geen eetlus en orexigenen wel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat doet leptine en door wat wordt het gemaakt?

A

Wordt gemaakt door adipocyten en stimuleert anorexigene neuronen die dan meer alfa msh afscheiden en zo de orexigenen remmen (meer vetcellen meer leptine)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat doet insuline?

A

geeft gevoel van verzadiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat maak je bij een lege maag?

A

ghreline, die naar hypothalamus gaat die zorgt voor hongergevoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke 3 fases zijn er bij slikken?

A
  • orale fase: tong sluit af en werkt het naar achter
  • pharyngeale fase: in contact met achterwand en strotte klepje sluit en slikbeweging
  • oesofageale membraan: door peralstatiek naar darmen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat gebeurt er bij de vertering in de maag?

A
  • mengen en kneden
  • secretie hormonen en h+
  • productie chymus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat gebeurt er bij bescherming in de maag?

A
  • mechanisch
  • chemisch
  • bacterieel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Hoe ontstaat een boer?
door gas dat uit fundus ontsnapt.
26
Wat produceren hoofdcellen in de maag?
pepsinogeen
27
Wat produceren wandcellen in de maag?
zoutzuur
28
Wat produceren halsslijmcellen?
slijm
29
Wat doet histamine?
bindt aan wandcellen en zet deze aan tot de productie van protonen wat in het lumen van de maag wordt uitgescheiden
30
Wat doen D cellen ?
Ze maken somatosatine wat een remmende neurotransmitter is (acetylcholine kan d-cellen remmen) Remt secretie enzymen en proton uitscheiding in wandcellen
31
Wat gebeurt er bij vagotomie (doorsnijden vagus) ?
Druk loopt op omdat de maag zich dan niet goed kan uitbreiden
32
Wat zijn de functies van de dikke darm?
- absorptie water en ionen - bacteriële vertering - poep bewaren - poep eleminatie
33
Welke sluitspieren heb je bij de dikke darm?
- external, dwarsgestreept - internal voor recto anale inhiberende reflexen
34
Op welke hoogte liggen de nieren?
t12-l3
35
Wat zit er om de nier?
Kapsula fibrosa met daar een laag van peridonaal vet omheen en dan fascia renalis
36
Hoe heet het als een niet ver afdwaalt en wat gebeurt er dan?
zwerfnier, je hebt slecht bloedvoorziening en afvoer van urine
37
Waar komt de urine uit?
centraal in de pelvis renalis
38
Wat is een cyste op een niet?
Een blaasje gevult met vocht
39
Waar zit een donor nier?
Meer in de heup
40
Hoe loopt de ureter tov het peritoneum?
retroperitoneaal maar gaat in de kleine bekken subperitoneaal en de kleine bekken in.
41
Welke lagen heeft de blaas?
-slijmvlieslaag: vesica urinaria licosa - spierlaag: m. deltruor
42
Wat gebeurt er als de m. deltrusor aanspant?
het gat naar urethra gaat open
43
Waar vindt een blaaspunctie plaats?
Bij os pubis
44
Wat zijn de functies van de bekken?
- houding en beweging - devicatie (poep en plas) - reproductie
45
Wat is de wand in de kleine bekken?
pelvicwal
46
Wat doet de m. obturator internus?
abductie bovenbeen
47
Wat is de opening aan de voorkant van het bekken en waardoor wordt deze afgesloten?
levatorpoort, afgesloten door diaphragma urigenitale
48
Wat is de opeing voor de urethra bij mannen in het diaphragma urigenitale?
membrana perinnei
49
Uit welke 3 zwellichamen bestaat de penis?
crus penis binnen en aan de buitenkanten corpus cavernosum en in midden bulbus spongeose met urethra er in
50
Waar is de m. bulbuspongiosus ook bij betrokken?
evaculatie
51
In welke zenuw zitten de sensorische neuronen?
n. pudendus
52
Waar zorgt de fascie voor bij erectie?
stevigheid
53
Uit welke stof is viagra opgebouwd?
sildenafil
54
Hoe werkt viagra?
NO zet guanylate cyclase aan. Dit zet GTP om in cGMP Dit zorgt voor afna in ca in de cel dus ontspanning PDE-5 breekt cGMP af en dit wordt door viagra geblokt
55
Welke ductus wordt doorgenomen als je geen kinderen wil?
Ductus deferens
56
Vanaf welke kant krijgt de testis bloed?
boven: aflag net onder de nier
57
Wat regelt de tempratuur in de testis?
Het tegenstroom principe van de plexus pampuriformis
58
Wat gebeurd er als de sfinkter urethra interna niet sluit?
eacolaat naar minste weerstand en dat is in de blaas
59
Wat gebeurt er bij een te grote prostaat?
druk op urethra dus moeite met plassen
60
Wat doen bij vrouwen de N. pudendus, N. splanchnici pelvici en de n. hypogastricus?
- N. pudendus: somatosensorisch voor uitwendige geslachtsorganen en clitoris en somatomotorisch het diaphragma urogenitalis en regio perinealis - N. Splanchnici pelvici: parasympatisch de uterus vagina en clitoris - N. hypogastricus: sympatisch de Tuba uterina, uterus en vagina
61
Wat wordt in week 6 zaadballen of ovarium?
indifferente gonade
62
45x
vrouw met turner syndroom
63
47xy
man met klinefelter syndroom
64
Wat is de pseudo-autosomale regio?
plekje die x en y beide hebben wat zich autosomaal gedraagt.
65
Wat doet SRY?
zet SOX 9 aan wat voor de testis zorgt en deze zet FGF 9 weer aan die SOX 9 weer aan zet
66
Wat onderdrukt SOX 9 bij vrouwen?
WNT signalen en FOXL2
67
Wat doet het anti-mullerse gang hormoon?
degeneratie van de gang van muller
68
Welk hormoon zorgt voor het overleven van de gang van wolf?
testosteron
69
Wat zorgt voor de testis indaling?
insulin-like factors
70
Hoe zorgt testosteron voor het vermannelijkt uitwendig genitaal?
Bindt aan receptor in cel en wordt door 5a- reductase omgezet in dihydrotestosteron
71
Wat zorgt voor geen borstontwikkeling bij mannen?
Het remmen van oestradiol door testosteron