Week 9 Flashcards
(52 cards)
Wat doen de verschillende hersenkwabben?
- occipitaal: visuele informatie verwerking
- temporaal: object herkenning, prosopagnosia (gezichtsherkenning)
- frontaal: onderdrukken van spontaan gedrag, planning, persoonlijkheid, beslissen
- parietaal: hemi-neglect (aandacht), plaats
Hoe werkt aandacht?
- exogeen (automatisch) vs. endogeen (vrijwillig)
- covert (verborgen) vs. overt (open
Hoe heet de plek die gezichten waarneemt?
Fusiforme Gyrus
Hoe wordt informatie verwerkt van links en rechts in de parietaalkwab?
- Links: informatie van rechts
- Rechts: informatie van rechts en links
Wat zijn de belangrijkste functies van het psychiatrisch onderzoek?
- Algemene indruk → Wat voor iemand heb ik voor me?
- Bewustzijn → Is contact wel mogelijk?
- Waarnemen → Wat is de input van het denken?
- Denken vorm → Kan iemand efficiënt denken?
- Denken inhoud → Wat is de output van het denken?
- Stemming → Invloed van de output op de patiënt?
- Affect → Hoe stabiel is die invloed?
- Psychomotoriek → Hoe beweegt de patiënt daarbij?
- Gedrag en motivatie → Wat doet de patiënt daardoor?
In hoeveel catergorieën zijn psychiatrische stoornissen in te delen?
19
Wat zijn de drie G’s van psychische functies?
- Cognitieve functies (gedachten)
- Affectieve functies (gevoelens)
- Conatieve functies (gedrag)
Hoe beoordeel je een patiënt met gedaald bewustzijn?
Eerst ABC dan drie vragen:
1. bewustzijnsniveau?
2. lokalisatie?
3. vermoedelijke oorzaak?
Hoe werkt de glasgow coma scale (emv score)
Eyes:
1. Geen reactie op pijn
2. Openen op pijn prikkel
3. Openen op aanspreken
4. Spontaan open
Motor:
1. Geen reactie op pijn
2. Strekken op pijnprikkel
3. Pathologisch buigen op pijnprikkel
4. Buigen op pijnprikkel
5. Lokaliseren
6. Opdrachten uitvoeren
Verbal:
1. Geen reactie
2. Geluid
3. Woorden
4. Zinnen
5. Adequaat
3 punten: comateus, <8 punten: intuberen, 15 punten: normaal bewustzijn
Wat is het neurologische onderzoek van een bewusteloze patiënt?
- Glasgow coma score
- Hersenzenuwen: Pupilreacties, cornea reflex, oogbolmotoriek
- Extremiteiten: Lateralisatie, reflexen
- Meningeale prikkeling
- Fundoscopie
Wat is een coma?
Een toestand van gedaald bewustzijn, zonder willekeurige of gerichte reactie op
prikkels van buiten.
- Geen interactie met omgeving
- Beweging op pijnprikkels, niet lokaliseren (M4 of minder)
Wat zijn de kenmerken van een niet-responsief waaksyndroom?
- Vroeger: vegetatieve toestand
- Patient heeft de ogen open
- Voert geen opdrachten uit
- Geen “contact”
- Slikreflex, grijpreflex
- E4 M5 V1
- Hersenstam meestal niet betrokken
Wat zijn de kenmerken van een minimally conscious state?
- Lijkt op niet-responsief waaksyndroom, maar er zijn aanwijzingen voor “awareness”
- Simpele commando’s worden uitgevoerd, of
- Ja/nee responses gegeven
- Adequate woorden geuit
- Relevant gedrag
→ Huilen / lachen
→ Reactie op spraak van anderen
→ Objecten pakken en juist vasthouden
→ “Visual fixation or tracking”
Wat zijn de kenmerken van Mimic: akinetic mutism?
Dit is geen coma!
- Geen spontane bewegingen
- Alerte indruk (oogbewegingen)
- Geen spraak
→ Lesies: hydrocephalus, laag frontale bloedingen
Wat zijn de kenmerken van Mimic: locked-in syndrome?
Dit is geen coma!
- Typische coma score: E1 of E4 - M1 - V1/Vt
- Tetraparese
- Alleen verticale oogbewegingen
- Patient is alert
- Psychische/emotionele belasting
- Oorzaak: hersenstam laesie (pons)
Hoe lokaliseer je het gedaalde bewustzijn?
- Structurele hersenafwijking: hersenstam / thalamus beiderzijds
→ infarct/bloeding/abces/tumor - Diffuse neuronale disfunctie
→ metabool/toxisch
→ epilepsie
Wat zijn de criteria van delirium conform DSM-5?
A (lert): Stoornis in het bewustzijn en de aandacht
B (besef): Ontwikkelt zich in korte tijd, fluctueert
C (ompensatie vanuit de patiënt): Verandering in cognitieve functies
D: Niet beter verklaard door neurocognitieve stoornis of
coma
E: Aanwijzing voor somatische oorzaak
Waarom is het belangrijk om delirium te herkennen?
Delirium is teken van falende cerebrale reserve
- Verhoogde kans op complicaties
- Slechtere cognitieve en functionele prognose
- Onafhankelijke voorspeller van mortaliteit
Wat is de incidentie van delirium?
- algemene populatie < 2%
- algemeen ziekenhuis: 5 - 32%
- hartchirurgie: 20 - 52% (patiënten 65+ jaar)
- intensive care: 29 – 83%
Waar is delirium mee geassocieerd?
- Medische complicaties ↑
- Morbiditeit ↑
- Mortaliteit ↑
→ 6 - 37% tijdens opname
→ 14 - 25% in 6mnd
Wat zijn symptomen van delirium met betrekking tot aandacht en concentratie?
- Verminderd vermogen de aandacht:
→ te richten
→ vast te houden (tenaciteit ↓)
→ te verplaatsen - Verhoogde afleidbaarheid
- Verminderde waakzaamheid (vigiliteit ↓)
Wat zijn andere symptomen van delirium?
- Geheugenstoornissen
- Stoornis van de executieve functies en taal
- Stoornis van de intellectuele functies
oordeels- en kritiekstoornissen
realiteitsbesef ↓ - Waarneemstoornissen (vaak visueel)
- Denkstoornissen
- Emotionele stoornissen
- Neurologische symptomen
- Slaap-waak stoornissen
- Psychomotore ontregeling
Hoe behandel je delirium?
- Behandelen onderliggende somatische oorzaken !
→ Aandacht voor inflammatoire of infectieuze processen
→ Aandacht voor circulatore / metabole aspecten
→ Aandacht voor gebruikte medicatie - Niet-farmacologische behandelingen (niet herzien)
- Psycho-educatie naasten
- Medicamenteuze behandeling
Wat zijn acute oorzaken van delirium?
WHHHHIMPS
- Wernicke’s encephalopathy or Withdrawal
- Hypoxemia
- Hypertensive encephalopathy
- Hypoglycemia
- Hypoperfusion
- Intracranial bleeding
- Meningitis or encephalitis
- Poisons or medications
- Seizures