werkwoorden 41-60 Flashcards
(40 cards)
1
Q
decider
A
besluiten
2
Q
besluiten
A
decider
3
Q
arriver
A
aankomen
4
Q
aankomen
A
arriver
5
Q
servir
A
bedoenen
6
Q
bedienen
A
servir
7
Q
sembler
A
lijken
8
Q
lijken
A
sembler
9
Q
revenir
A
terugkomen
10
Q
terugkomen
A
revenir
11
Q
laisser
A
laten
12
Q
laten
A
laisser
13
Q
recevoir
A
ontvangen
14
Q
ontvangen
A
recevoir
15
Q
répondre
A
antwoorden
16
Q
antwoorden
A
répondre
17
Q
vivre
A
leven
18
Q
leven
A
vivre
19
Q
rappeler
A
herinneren
20
Q
herinneren
A
rappeler
21
Q
présenter
A
laten zien
22
Q
laten zien
A
présenter
23
Q
accepter
A
accepteren
24
Q
accepteren
A
accepter
25
agir
handelen
26
handelen
agir
27
poser
stellen
28
stellen
poser
29
jouer
spelen
30
spelen
jouer
31
reconnaître
herkennen
32
herkennen
reconnaître
33
choisir
kiezen
34
kiezen
choisir
35
toucher
aanraken
36
aanraken
toucher
37
aimer
houden van
38
houden van
aimer
39
retrouver
terugvinden
40
terugvinden
retrouver