Woorden Flashcards
(28 cards)
Wat is het Duitse woord voor ‘huis’?
Haus
Wat is het Duitse woord voor ‘deur’?
Tür
Wat is het Duitse woord voor ‘raam’?
Fenster
Wat is het Duitse woord voor ‘dak’?
Dach
Wat is het Duitse woord voor ‘vloer’?
Boden
Wat is het Duitse woord voor ‘muur’?
Wand
Wat is het Duitse woord voor ‘trap’?
Treppe
Wat is het Duitse woord voor ‘keuken’?
Küche
Wat is het Duitse woord voor ‘badkamer’?
Badezimmer
Wat is het Duitse woord voor ‘woonkamer’?
Wohnzimmer
Waar komt het Duitse woord ‘Schlafzimmer’ voor?
In de slaapkamer
Wat is het Duitse woord voor ‘tuin’?
Garten
Wat betekent ‘Heizung’ in het Nederlands?
Verwarming
Wat is het Duitse woord voor ‘licht’?
Licht
Wat is het Duitse woord voor ‘meubel’?
Möbel
Wat is het Duitse woord voor ‘bed’?
Bett
Wat is het Duitse woord voor ‘stoel’?
Stuhl
Wat is het Duitse woord voor ‘tafel’?
Tisch
Is ‘Fenster’ het Duitse woord voor ‘deur’? (ja/nee)
Nee
Wat is het Duitse woord voor ‘kast’?
Schrank
Wat is het Duitse woord voor ‘vloerbedekking’?
Teppich
Wat is het Duitse woord voor ‘schilderij’?
Gemälde
Wat is het Duitse woord voor ‘deken’?
Decke
Wat is het Duitse woord voor ‘wasmachine’?
Waschmaschine