Woordenlijst § 2 Journaal Flashcards

(40 cards)

1
Q

Wat is de actualiteit?

A

Het nieuws van de dag; gebeurtenis die in het nieuws is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een autocue?

A

Beeldscherm waarvan iemand de tekst voorleest terwijl hij in de camera kijkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een autoped?

A

De step; het plankje op twee wielen met een stuur, dat je met je voet voortduwt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een budget?

A

Overzicht van inkomsten en uitgaven; het bedrag dat je te besteden hebt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een bulletin?

A

Korte officiële bekendmaking; het korte nieuwsbericht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wie is een commentator?

A

Iemand die verslag geeft bij een radio- of tv-registratie (opname).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een correspondent?

A

Iemand die berichten uit een andere plaats of een ander land zendt aan de omroep waarvoor hij werkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat betekent daadwerkelijk?

A

Echt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een demonstratie?

A

Vertoning van een (nieuw) toestel/apparaat in werking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie is de eindredacteur?

A

Iemand die verantwoordelijk is voor het eindresultaat van de nieuwsuitzending.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een experiment?

A

De proef; de test.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat betekent exploitatie?

A

Winstgevend gebruik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een flip-over?

A

Standaard met vellen papier erop die je kunt omslaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wie is een gebarentolk?

A

Iemand die gesproken taal omzet in gebarentaal en andersom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat betekent gehuisvest?

A

Zijn gevestigd zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat betekent gepaard gaan met?

A

Samengaan met; vergezeld gaan van.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is het interieur?

A

De (woning)inrichting.

18
Q

Wat is een interview?

A

Het vraaggesprek.

19
Q

Wie is een journalist?

A

Iemand die (vaak) op locatie nieuwsfeiten verzamelt en onderzoekt en daarover nieuwsberichten maakt.

20
Q

Wat is kwantiteit?

A

De hoeveelheid.

21
Q

Wat is montage?

A

Samenvoeging van (beeld)materiaal.

22
Q

Wat is een nieuwsarchief?

A

Bewaarplaats van nieuwsberichten.

23
Q

Wat is een nieuwsitem?

A

Onderwerp dat wordt behandeld in een nieuwsprogramma.

24
Q

Wie is de nieuwslezer?

A

De presentator van het nieuws.

25
Wie is een nieuwsredacteur?
Iemand die op het redactiekantoor nieuwsfeiten verzamelt en erover schrijft.
26
Wat is een reportage?
Het verslag van gebeurtenissen.
27
Wie is een technicus?
Iemand die deskundig is op het gebied van beeld, licht en geluid.
28
Wat is een schrijftolk?
Iemand die gesproken tekst omzet in schriftelijke tekst.
29
Wat is spektakel?
Verbazingwekkende vertoning.
30
Wat is een staking?
Werkonderbreking uit protest.
31
Wat is een vedette?
De beroemdheid.
32
Wat is een voice-over?
Iemand die in een film of reclamespot buiten beeld commentaar geeft.
33
Wat betekent voornamelijk?
Hoofdzakelijk; vooral.
34
Wie is de weerman?
De presentator van de weersverwachting.
35
Wat betekent 'achter de schermen'?
Niet openlijk; niet voor het publiek zichtbaar.
36
Wat betekent 'het hemd van het lijf vragen'?
Uithoren; onbescheiden vragen stellen.
37
Wat betekent 'in beeld zijn'?
Voor kans maken op; (bijna) uitgekozen zijn om.
38
Wat betekent 'in petto hebben'?
Voorbereid hebben; in voorraad houden.
39
Wat betekent 'om een boodschap sturen'?
Een opdracht laten uitvoeren.
40
Wat betekent 'onder de pet houden'?
Niet bekend maken; niet in de publiciteit brengen.