Woordkennis (syllabus)

Question 1

octrooi

Answer 1

het alleenrecht om iets te produceren

Question 2

debuut

Answer 2

eerste optreden

Question 3

dissident

Answer 3

persoon met een afwijkende mening

Question 4

opportunist

Answer 4

iemand die ernaar streeft zichzelf zo veel mogelijk te bevoordelen

Question 5

parvenu

Answer 5

iemand die rijk is geworden, maar de echte ontwikkeling (beschaving) mist

Question 6

successievelijk

Answer 6

opeenvolgend

Question 7

jobstijding

Answer 7

een heel slecht bericht

Question 8

introvert

Answer 8

iemand die zijn gevoelens niet makkelijk uit

Question 9

vitaal

Answer 9

heel erg belangrijk (van wezenlijk belang)

Question 10

structureel

Answer 10

steeds en regelmatig

Question 11

manuscript

Answer 11

getypte of met de hand geschreven tekst die drukklaar moet worden gemaakt.

Question 12

conservatief

Answer 12

behoudend

Question 13

correlatie

Answer 13

onderlinge samenhang

Question 14

credo

Answer 14

sterke overtuiging

Question 15

ofschoon

Answer 15

hoewel

Question 16

tevens

Answer 16

ook

Question 17

nauwelijks

Answer 17

bijna niet

Question 18

niettemin

Answer 18

toch

Question 19

desalniettemin

Answer 19

toch

Question 20

vooralsnog

Answer 20

voorlopig

Question 21

uitvaardigen

Answer 21

van hogerhand opleggen

Question 22

vervreemden

Answer 22

het contact verliezen

Question 23

total loss

Answer 23

onherstelbaar beschadigd

Question 24

teneur

Answer 24

waar het op neerkomt; de strekking

Question 25

stagneren

Answer 25

tot stilstand komen

Question 26

targets

Answer 26

doelen

Question 27

sinister

Answer 27

duister

Question 28

sentimentele

Answer 28

overdreven gevoelige

Question 29

retorische vraag

Answer 29

een vraag die als mededeling bedoeld is

Question 30

billijken

Answer 30

niet afkeuren

Question 31

pretenties

Answer 31

je wat verbeelden (arrogant zijn)

Question 32

farce

Answer 32

zinloze vertoning

Question 33

represailles

Answer 33

vergeldingsmaatregelen

Question 34

pyrrusoverwinning

Answer 34

overwinning die niets voorstelt

Question 35

in quarantine

Answer 35

afgezonderd in verband met besmettingsgevaar

Question 36

quasi

Answer 36

schijnbaar

Question 37

trauma

Answer 37

geestelijke wond

Question 38

narcistisch

Answer 38

ziekelijke liefde voor zichzelf hebben

Question 39

repressieve

Answer 39

onderdrukkende

Question 40

referenties

Answer 40

personen die inlichtingen over iemand kunnen geven

Question 41

oneliners

Answer 41

pakkende, treffende beweringen

Question 42

deining

Answer 42

drukte, onrust

Question 43

onbaatzuchtigheid

Answer 43

belangeloosheid

Question 44

zondagskind

Answer 44

gelukskind

Question 45

kardinale

Answer 45

belangrijkste punten

Question 46

superlatieven

Answer 46

overdreven lovende woorden

Question 47

pregnant

Answer 47

scherp geformuleerd

Question 48

het quorum

Answer 48

het vereiste aantal mensen om te mogen stemmen

Question 49

pragmatische

Answer 49

goed bruikbare

Question 50

piëteit

Answer 50

eerbied